Tegen beter weten in

‘Zie je wel, hij kon het niet laten zich met de wereld te bemoeien.’ De laatste zin van Tikkop, de nieuwste roman van Adriaan van Dis, geeft goed de strekking weer van het boek. Hoofdpersoon is Mulder, die de lezer al kent uit De wandelaar. In Mulder (de vadersnaam van de schrijver) herkennen we Adriaan van Dis. Wie het verzamelde journalistieke werk Leeftocht gelezen heeft, tv-reportages van hem gezien heeft en fictiewerken tot zich heeft genomen, zoals het Boekenweekgeschenk Palmwijn kent Van Dis’ jarenlange fascinatie voor Zuid-Afrika. Daarom is het des te pijnlijker dat het huidige Zuid-Afrika zich lijkt af te wenden van de mensen die ooit streden voor de opheffing van de Apartheidspolitiek, zoals Van Dis, zoals Mulder in dit boek.

Mulder gaat een tijdje aan de Kaap wonen en hoopt met Donald, zijn revolutionaire strijdmakker van weleer, een tocht te kunnen maken langs de mooie plekken van toen en herinneringen te kunnen ophalen aan zijn toenmalige geliefde. Hij vestigt zich in een huis op een duin met uitzicht op de haven, het vissersdorp, de zee. Maar wel weer tussen de blanken. De zwarten wonen elders; de scheiding tussen de rassen is nog steeds aanwezig.

In dialogen is Van Dis niet zo goed. Vooral de lange gesprekken tussen Donald en Mulder zijn nogal uitleggerig van aard. Het verleden dient verklaard te worden en ook de redenen waarom Donald zich zo aan het vissersdorp blijft hechten. Het sterke punt van Van Dis is echter de manier waarop hij de ruimte extra betekenis meegeeft. De huizen van Mulder, Donald en alle andere blanken staan geïsoleerd. Ze staan ook op een hogere plek dan de huizen van de zwarte bevolking. Dat wordt pijnlijk duidelijk als een vloedgolf een groot deel van het vissersdorp verwoest.

De geïsoleerde plekken van de blanken zijn echter niet veilig en Van Dis weet die continue spanning dat er iets kan gebeuren met de fysieke omgeving goed weer te geven. Dan is er weer iets gestolen, dan is er weer iets vernield, dan zijn de sloten van de deuren voor de zoveelste keer met pek ingesmeerd, dan wordt er een steen door de ramen gegooid.

Mulder bewondert Donald die ondanks tegenwerking uit het dorp doorgaat met het helpen van zwarte medeburgers. Dat wordt heel fysiek als Mulder, die zijn inmiddels verwoeste huis heeft moeten verlaten, intrekt bij Donald en samen met hem de zorg van de veelbelovende jongen Hendrik op zich neemt. Hendrik is verslaafd aan ‘tik’, een drug die hem wezenloos en afhankelijk maakt. Door het afkickprogramma van de beide mannen gaat het tijdelijk iets beter met Hendrik. Tijdelijk, want alles wat ondernomen wordt in het boek om de positie van de arme dorpelingen te verbeteren is gedoemd te mislukken.

Het is een wat pessimistische blik op de werkelijkheid en toch lijkt de boodschap van Van Dis te zijn dat alleen die vorm van medemenselijkheid het waard is om na te streven. In De wandelaar nam Mulder zwervers op in zijn eigen huis, in Tikkop ontfermt hij zich over een verslaafde. Je verandert niets aan de algemene situatie, je bent alleen in staat om in individuele gevallen de wereld te verbeteren. Tegen beter weten in wellicht, maar goddank zijn er nog schrijvers als Van Dis die het niet kunnen laten zich met de wereld te bemoeien.

Coen Peppelenbos

Adriaan van Dis – Tikkop. Augustus, Amsterdam. 224 blz. € 18,95