In een tijd waarin het ene na het andere literaire tijdschrift het loodje legt, mag de oprichting van een nieuw papieren tijdschrift met gejuich worden begroet. In Den Haag is men bezig met de oprichting van een literair tijdschrift dat de naam Extaze zal dragen. Het is de bedoeling dat het vier keer per jaar uitkomt. Het nulnummer moet dit voorjaar verschijnen en in het najaar verschijnt het eerste echte reguliere nummer. Tot de redactie en medewerkers behoren: Jan-Hendrik Bakker, Kees ’t Hart, Cor Gout, Els Kort, Wim Noordhoek, Kees Ruys, Nicolette Smabers en Wim Willems.

De naam Extaze verwijst naar een roman van Louis Couperus. In een pamflet om het nieuwe tijdschrift onder de aandacht te brengen staat dat de redactie ook literaire avonden wil organiseren ter gelegenheid van elk nieuw nummer. Extaze staat niet alleen open voor oorspronkelijk proza en nieuwe gedichten, maar ook voor essays over film, beeldende kunst en muziek.

Alhoewel de initiatiefnemers uit Den Haag komen, willen ze van Extaze niet een exclusief Haags zijn: ‘We staan evenzeer open voor het werk van Haagse schrijvers als voor dat van Nederlandstalige schrijvers elders in het land of buiten de landgrenzen.’ Toch benadrukt de redactie dat er meer plek voor literatuur in de stad moet komen. ‘Sinds het verdwijnen van de uitgevers en de tijdschriften uit onze stad, de verschuiving van de aandacht naar groots opgezette internationale festivals als Winternachten en Crossing Border en het mislukken van het stadsdichterschap is er een grote leemte in het literaire leven van Den Haag ontstaan. Wij vinden niet alleen dat die leemte zo snel mogelijk gevuld moet worden, maar ook dat die taak in eerste instantie is weggelegd voor de Haagse schrijvers zelf.’

Het is de bedoeling dat er naast het papieren tijdschrift ook nog een website komt voor meer actuele zaken, maar de voorkeur ligt bij het papier. ‘Ons is gebleken dat een meerderheid van schrijvers en lezers nog altijd de voorkeur geven [sic] aan een fysieke, tastbare publicatie boven het vluchtige, vaak oppervlakkige digitale alternatief van een publicatie op internet, dat de ogen snel vermoeit en waar kwaliteit niet of nauwelijks meer bewaakt wordt.’