De Nederlandse literatuur in strip

‘Deze bundeling zal de discussie over de talloze literatuurverstrippingen doen verstommen,’ schrijft de stripintendant van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst Gert Jan Pos. Gelukkig is het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst ook een van de subsidieverstrekkers van Mooi is dat!, een verzameling waarin de Nederlandse literaire meesterwerken door tekenaars werden teruggebracht tot één bladzijde. Vrij veel werken uit de literaire canon kwamen aan de orde, maar een enkele grootheid niet. ‘Helaas zijn er een paar schrijvers langs de kant blijven staan. Geen Harry Mulisch, maar wel Willem Frederik Hermans.’

Gert Jan Pos (die terzijde werd gestaan door Pieter Steinz en Rienk Tychon) heeft natuurlijk volledig ongelijk als hij meent dat er geen enkele discussie zal ontstaan over literatuurverstrippingen. Juist Mooi is dat! geeft aanleiding om dat volop te doen. Op de linkerpagina staat een korte uitleg over de schrijver en het onderhavige werk op de rechterpagina staat de weergave van de tekenaar. De tekenaars zijn niet alleen vrij geweest in hun boeken- of gedichtenkeuze, ze waren ook vrij in de interpretatie van de opdracht. Sommigen gebruiken tekst, anderen niet, sommigen verbeelden de hoogtepunten uit een boek, anderen proberen een zo getrouw mogelijke samenvatting te geven. Zo verstript Erwin Kho het middeleeuwse verhaal Van Sente Brandane tot twaalf plaatjes, waarbij iemand die het boek niet kent geen idee zal hebben van de inhoud. Bovendien gebruikt Kho de foutieve zin ‘Maar vindt u niet dat er iets mist?’ Op de pagina erna pakt Erik Kriek uit met een tekening waar elke leraar Nederlands blij van wordt: het complete verhaal van Karel ende Elegast vind je daarop terug. De donkere kamer van Damokles wordt door Robert van Raffe tot de essentie teruggebracht, terwijl Wasco het bekendste verhaal van Belcampo, ‘Het grote gebeuren’, in enorme lappen tekst navertelt bij steeds hetzelfde poppetje. Daar gebeurt nu werkelijk helemaal niets in beeld, terwijl het verhaal juist aanleiding geeft om uit te pakken.

Ook de laatste twee Tzum-prijswinnaar staan in dit boek. Michiel van de Pol heeft slechts een paar zinnen uit Godenslaap verstript. Ook bij hem moet je weten waar het oorspronkelijke boek van Erwin Mortier over gaat om de tekeningen goed te kunnen duiden. Sprakeloos van Tom Lanoye is door Nix gereduceerd tot zeven ‘foto’s’ aan de muur, waarop je de diverse levensfases van de moederfiguur terugziet. Bij hem heb je wel direct een beeld van de roman.

Er valt dus genoeg te discussiëren over deze tekeningen. Voor kenners van de literatuur is het af en toe een genot om zo’n bladzijde te bekijken (Joe Speedboot door Peter Pontiac bijvoorbeeld), voor mensen die de boeken niet kennen zal het vaak een enorm gepuzzel zijn. Ik hoop in ieder geval dat enkele uitgeverijen na het zien van deze ene bladzijde proeve van bekwaamheid tekenaars de opdracht zullen geven het complete literaire werk te tekenen. Het boek werkt voornamelijk enthousiasmerend: je wilt meer zien en lezen. In die zin is Mooi is dat! een uitstekende staalkaart van de huidige generatie striptekenaars.

Coen Peppelenbos

Mooi is dat! – samensteller Gert Jan Pos. De Vliegende Hollander, Amsterdam, 128 blz. € 34,95.

De tentoonstelling Mooi is dat! is nog tot 22 februari te zien in de Openbare Bibliotheek van Groningen.