Zoektocht naar een creditcard

Arjen Lubach is bij het grote publiek gedurende de laatste jaren zodanig bekend geworden vanwege zijn andere activiteiten – o.a. radiomaker, deelnemer aan Wie is de mol? en cabaretier – dat je bijna zou vergeten dat hij ook nog romans schrijft. Toch bewijst hij met zijn derde roman Magnus, de eerste bij zijn nieuwe uitgeverij Podium, dat hij toch vooral als schrijver bekend zou moeten zijn.

In Magnus draait het om de late twintiger Merlijn Kaiser, die in Amsterdam enig succes kent als toneelschrijver – de roman is niet onopzettelijk onderverdeeld in drie aktes – en onder de teloorgang van zijn relatie met jeugdliefde Caro lijdt. In fraai in het verhaal verweven herinneringen aan het verleden wordt de liefde van de epileptische Merlijn voor Caro uit de doeken gedaan. Voor inwoners van de stad Groningen en omstreken zijn deze beschrijvingen een feest van herkenning en spreekt hieruit ook de affiniteit van de auteur voor zijn geboortegebied. Hoewel Merlijn voor zijn carrière in Amsterdam is gaan wonen, lijkt het daar maar een kleurloze boel in vergelijking met de hoofstad van het noorden, bijvoorbeeld als Lubach schrijft:

Groningen kende geen sluitingstijden. Pas als het alweer licht is en er nog maar een enkeling in de kroeg zit, zingt of slaapt vegen bardames en obers klanten naar buiten om te sluiten. In tegenstelling tot Amsterdam waar ze rond één uur met veel kabaal opruimen, het licht aangooien en laatste ronde roepen.

Jeugdliefde of niet, Merlijn besluit op een dag naar Zweden te gaan nadat er met zijn creditcard is gefraudeerd. Nu de relatie met Caro voorbij is, vertrekt hij uit zijn huis vol herinneringen aan deze vrouw die er met een artiest vandoor is gegaan. In Zweden zijn allerlei mysterieuze aankopen gedaan op zijn rekening en Merlijn gaat naar Stockholm in een poging de fraudeur op het spoor te komen. Hij slaagt in die opzet, maar blijkt dit niet te kunnen zonder de hulp van een aantal vrouwen. Allereerst is er natuurlijk Caro, die een belangrijke link blijkt te vormen met de fraudezaak en hem op een onverwacht moment confronteert met de gaten die er in zijn geheugen zijn gevallen. Een andere aanzienlijk rol wordt gespeeld door Cecilia, een jonge Zweedse studente voor wie hij als een blok valt en die door haar raadselachtige vader een ‘sneeuwprinses’ wordt genoemd. Het zijn sterke vrouwen die Merlijn ontmoet, zelfs wanneer zij zich op hun zwakst tonen, en ze vormen de voortstuwende factor in de roman. Veel meer verklappen over de plot zou zonde zijn, maar er kan in elk vermeld worden dat het verrassend is en prima in elkaar steekt.

Lubach schrijft fraai zonder aan mooischrijverij te doen. De roman bevat humor, met name in het herkenbare absurdisme dat alledaagse gesprekken kunnen bevatten, en een aantal mooie vergelijkingen – ‘als een boom die is scheefgegroeid op een dijk waar de wind dag in dag uit van zee komt razen’ om er eens een te noemen – waarvan Lubach er nog wel wat meer zou mogen gebruiken.

Tegen het eind toe begint het allemaal wat te lang te duren. Het verhaal boeit nog steeds, maar qua stijl is het allemaal wat minder strak gecomponeerd en soms worden alledaagse handelingen wat te uitgebreid beschreven. Dat doet echter geen afbreuk aan het feit dat Magnus als geheel een goede roman is. Erg goed zelfs.

Lucas Zandberg

Arjen Lubach – Magnus. Podium, Amsterdam. 320 blz. € 18,50.