Totale poëzie van C.B. Vaandrager bevat alle tussen 1958 en 1974 in boekvorm en tijdschriften verschenen gedichten,’ aldus samensteller Hans Sleutelaar in de ‘Aantekening’ achterin de in 1981 bij De Bezige Bij verschenen verzamelbundel.

Dit nu, is niet geheel correct. Ik ben helaas nog niet in de gelegenheid geweest om alle nummers van het tijdschrift Gard Sivik door te nemen – ik heb de meeste afleveringen van dit tot in 1964 verschijnende periodiek zelfs nog nooit in handen gehad – maar ik weet wel dat in nummer 6 van de jaargang 1962-63 een gedicht van Vaandrager staat (‘Zonder grenzen, een gedicht van 150 lettergrepen’) dat niet werd opgenomen in de afdeling ‘Verspreide gedichten (1958-1968)’ in Totale poëzie.

Goed, dat kan gebeuren. Ik verwachtte echter toen in 2008 Made in Rotterdam verscheen, de verzamelde gedichten van Vaandrager (1935-1992), dat in die verzamelbundel het eerder gemiste gedicht zou zijn afgedrukt. Dit bleek niet het geval – des te opmerkelijker daar het gedicht in 2002 werd opgenomen in de bij Uitgeverij Podium verschenen bloemlezing Het lichte gedicht. De grappigste en gekste gedichten van Nederland en Vlaanderen; en de samenstellers van Made in Rotterdam, Martin Bril en Hans Sleutelaar, op p. 455 schrijven over Totale poëzie: ‘Het boek bevat nagenoeg al zijn tussen 1958 en 1974 in boekvorm en tijdschriften verschenen gedichten’ (cursivering van mij) en dus blijkbaar niet voetstoots hebben aangenomen dat Sleutelaars claim van volledigheid in Totale poëzie zonder meer juist was. Maar goed, toch een gedicht gemist. Jammer, kan gebeuren.

In Made in Rotterdam worden de vier gedichten die in Totale poëzie nog verschenen als afdeling onder de overkoepelende titel ‘Made in Rotterdam’, gepresenteerd als losse gedichten – de vier verzen waarom het gaat verschenen oorspronkelijk in 1963 in De Gids, onder de titel ‘Vier nieuwe gedichten, made in Rotterdam’. Wellicht dat de samenstellers van de verzamelde gedichten deze titel hebben weggelaten, omdat ze vonden dat de vier gedichten waarom het gaat dan een te groot gewicht zouden krijgen, gezien de titel van de bundel; een keuze die te billijken valt.

Wel is het doodzonde dat ze een publicatie uit 1980 van het tweede gedicht uit deze reeks (‘Van vissersdorp tot wereldstad’) hebben gemist, het betreft hier namelijk een nieuwe versie (In: ‘DAM. Poetry International Documents. Volume 1, Number 1, Summer 1980’). De oorspronkelijke versie eindigt: ‘als Amsterdam het hart van Nederland vormt/dan deze nederzetting de geslachtsdelen’; de nieuwe versie besluit met de mijns inziens veel sterkere verzen: ‘als Amsterdam het hart van Nederland/dan deze nederzetting de edele dele.’ Dat het hier geen bewuste keuze van Bril en Sleutelaar voor de eerste versie betreft, maar dat ze de nieuwe versie niet kenden, maak ik op uit de aantekening bij een ander gedicht: ‘Vleeswagen naar Parijs, eerste publ. in Aan het werk, bloemlezing voor Geert Lubberhuizen bij zijn afscheid van De Bezige Bij (Amsterdam 1981, pag. 484).’ Deze aantekening is onjuist: de eerste publicatie was in 1980, in het bovengenoemde DAM. Ook in DAM twee andere nieuwe gedichten van Vaandrager: ‘Caid in gebed’ en ‘Lust for wife’. Beide gedichten ontbreken in Made in Rotterdam. Ook in de Vaandragerbiografie van Menno Schenke geen spoor van deze publicatie. Dit is heel jammer, want Vaandragers schrijfproductie in de periode 1975-1985 is vrijwel nihil; Bril en Sleutelaar over dit decennium: ‘Behalve nu en dan een gedicht heeft hij na De Hef geen letter geschreven.’

Dat beide gedichten geschreven werden in de tweede helft van de jaren zeventig maak ik op uit het feit dat in beide Caid voorkomt – en CAID is de titel van het boek dat Vaandrager na publicatie van De Hef in 1975 aankondigde te gaan schrijven. Bovendien handelen beide – zeer ontroerende – verzen (respectievelijk 17 en 14 versregels; exclusief witregels) over de breuk met zijn vrouw Hetty en zijn dochter Isis, en Hetty verliet hem in het najaar van 1974, toen het typoscript van De Hef al was ingeleverd ter uitgeverij. Gezien het taalgebruik en de spelling vormen ‘Caid in gebed’ (‘Bang? Zij(Het) van mij?/ Is Het nou uit?’) en ‘Lust for wife’ (‘De hemp is nader dan de rock./Van Isis Valentine de vader./Daddy Caid User, I wonna be your dock./Smack is smack, I want my ladys back..’ (…) ‘De trekbel! Een jonge colporteur met Burda/Hij vraagt of je thuis bent./Hier wonen geen vrouwen.’) een duidelijke schakel tussen het werk uit Vaandragers ‘eerste periode’ (1958-1974) – zoals gebundeld in Totale poëzie – en het werk uit zijn ‘tweede periode’ (1985-1992).

In Made in Rotterdam staan slechts twee gedichten uit de jaren 1975-1985: ‘Waar’ (1976) en ‘Vleeswagen naar Parijs’ (1978). Met de vondst van ‘Caid in gebed’ en ‘Lust for wife’ is de oogst aan gedichten uit deze dorre periode dus verdubbeld.

Karel ten Haaf

Vaandrager – Made in Rotterdam. Verzamelde gedichten.[Samenstelling en tekstbezorging Martin Bril en Hans Sleutelaar] (De Bezige Bij, Amsterdam 2008)

Menno Schenke – Vaan. Het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager (De Bezige Bij, Amsterdam 2005)