Het leven verandert snel

Als schrijver Adri van der Heijden en zijn vrouw Mirjam Rotenstreich in 1988 ouders worden van een zoon, Tonio, krijgt hun bestaan een levensveranderende betekenis: het ouderschap. Het eerste doel, hun wil tot leven, is er in de eerste plaats op gericht hun zoon groot te brengen. En zoals veel liefdevolle ouders heeft vader Adri last van angstaanjagende gedachten over het leed dat zijn zoon eventueel zou kunnen overkomen. Met deze ondraaglijke gedachten valt te leven, ze zijn gelukkig fictie, ontstaan door angst en verbeelding. Op 23 mei 2010 wordt de angst werkelijkheid. In de nacht van zaterdag op zondag wordt Tonio door een personenauto geschept. ‘Nou, hier lag hij, Tonio. Dood. Ik had aldoor visionaire voorschotten genomen op wat onbegrijpelijkerwijs toch mogelijk bleek.’

‘Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?’ vraagt P.F. Thomése na het overlijden van zijn dochterje. Nu Tonio het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld, wil Van der Heijden zijn zoon eren, maar ook deze wisseling beschrijven. Van der Heijden probeert in Tonio antwoord te geven op de vraag die Thomése stelde: wat is hij, vader van een gestorven kind, nu? Als je leven zin en betekenis krijgt door de geboorte van een zoon, wat is dan de zin en betekenis van het bestaan als de zoon overlijdt?

Van der Heijden wisselt in het eerste deel de gang naar het ziekenhuis af met herinneringen. De herinneringen van Van der Heijden zijn associatief en zo ook weergegeven. Hij citeert niet voor niks de bekende zin van Cees Nooteboom uit Rituelen: ‘Herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil.’ En de herinneringen worden extra heftig doordat ze gecombineerd worden met het relaas over het sterven van Tonio. ‘Minchen, als hij van de beademing wordt gehaald… juist dan moeten we bij hem zijn. We kunnen hem niet alleen laten sterven… dat voelt als verraad…’ Hierna volgt het gelukzalige moment op de verjaardag van Tonio, als hij wordt opgebeld en blijkt te zijn geslaagd voor zijn eindexamen. Zijn ouders zijn buiten zinnen van trots: ‘Het eerstkomende halfuur waren wij drieën onze gasten helemaal vergeten – nee, ze bestonden niet meer voor ons. Tonio en ik zaten met de armen om elkaars schouders op de bank. Mirjam lag geknield voor ons, met haar boezem op onze knieën en haar handen tot bijna op mijn en Tonio’s rug.’

Geestig is het schattige verhaal van de jonge Tonio die met overgebleven boekenweekgeschenken van zijn vader op de vrijmarkt gaat staan. Hij heeft zijn vader de boekjes laten signeren en belooft zijn vader de boekjes voor niet meer dan een gulden te verkopen. ‘Hij liet zijn klanten trots zien dat Weerborstels aan hem was opgedragen. “Voor mijn zoon Tonio.” Hij wilde er ook wel zijn eigen handtekening aan toevoegen, dan werd het een ietsje duurder.’ Tonio komt thuis met 300 gulden, de handel liep zo goed dat hij de prijs had verhoogd. ‘Verdomme Tonio,’ spreekt Van der Heijden zijn zoon toe, ‘ik had je gezegd dat het een aardigheidje moest blijven. Ik schaam me dood.’ Waarop zijn zoon antwoordt: ‘Adri, een gulden… je bent een dief van je eigen portemonnee.’

Hartverscheurend is de herinnering aan de jonge Tonio die trots zijn jongenssmoking had aangedaan voor het schoolfeest. Op het feest wordt hij genegeerd en als hij dapper de meisjes ten dans vraagt, antwoorden ze: ‘Ik dans niet met jou, viezerik.’ Thuis houdt hij zijn ouders voor dat het leuk was geweest; toch ontdekken zijn ouders dat hun zoon niet de waarheid spreekt. De liefdevolle zoon wil zijn ouders beschermen, hij wil ze niet opzadelen met zijn leed.

Machteloos na het overlijden van Tonio probeert Van der Heijden de schuld op zich te nemen. Het is een poging om zijn lijdensweg een functie te geven, om verantwoording te nemen, om zijn rouwende vrouw te beschermen. Het lukt niet. De pogingen zijn zinloos. Net als Tonio’s dood: ‘In Tonio’s dood kan ik geen enkel doel, geen enkele zin ontdekken.’

In Joan Didion’s prachtige autobiografie over de dood van haar man, fungeren de volgende zinnen als ware het een refrein: ‘Life changes fast. Life changes in the instant. You sit down to dinner and life as you know it ends. The question of self-pity.’ Zo plotseling als de drie weken te vroeg geboren Tonio op aarde kwam, zo plotseling verlaat hij hem weer. Het leven verandert snel. De kern van het lijden is het omgaan met de verandering. ‘Het vermoeiende is dat we iedere ochtend, uit de verschaalde roes ontwakend, een nieuw leven beginnen, en dezelfde avond alweer naar het oude teruggrijpen. Elke dag weer hetzelfde ritueel van de hernomen pijnbestrijding.’

Koen Schouwenburg

A.F.Th. van der Heijden – Tonio. De Bezige Bij, Amsterdam. 640 blz. € 23,50