De geheime dochter van Elizabeth Taylor

Voordat Anna F*** van Facebook verdween, had ze me gevraagd een flesje op te sturen. Niet mijn eigen flesje, ze wilde een kloon en ze beloofde een album aan te leggen van Rood Flesje de Tweede, met foto’s uit haar habitat. Anna’s habitat ligt in Finland, in een dorpje waar het ‘s winters niet te harden is zo koud, en ‘s zomers niet te harden zo warm.

Ik stuurde een flesje, maar tot meer dan drie of vier foto’s kwam het niet. Op de laatste is een half gevulde tas te zien, er steekt een etui uit en de hals van Rood Flesje II. ‘We gaan op reis,’ liet Anna per telefoon weten.

In gedachten zag ik haar flesje in een Finse taxi of op de plaats van de gestolen ikoon in de Uspenski kathedraal in Helsinki. ‘Waar gaan jullie heen?’

‘Dat weten we nog niet. Heb jij een idee?’

‘Je reisbestemming moet je zelf bepalen. Het brengt ongeluk als je dat door een ander laat doen.’

Ze vroeg of ze iets mocht bekennen.

‘Ga je gang,’ zei ik.

En ze vertelde dat ze sinds het begin van onze vriendschap denkt dat ik de zoon van David Bowie ben.

Ik – nooit vies van onschuldig vermaak – vroeg of zij klaar was voor een andere bekentenis. Ze was er klaar voor.

‘Laat ik nou altijd gedacht hebben,’ zei ik ernstig, ‘dat jij de geheime dochter van Elizabeth Taylor bent.’

Wij voerden dit gesprek ongeveer 72 uur nadat de korenbloemblauwe ogen van de actrice voor het laatst dichtgingen.

De volgende dag meldde een berichtje op Facebook dat Anna haar achternaam veranderd had in Taylor.

Ik probeerde te bellen. Op de landlijn verklaarde een Engelse stem dat mijn correspondent ‘onbereikbaar was voor commentaar’, op de luchtlijn koos een Finse stem dezelfde toon om – vermoedelijk – hetzelfde te zeggen. Ik stuurde twee e-mails, de eerste kwam gelijk terug (onbestelbaar), de andere een uur later: ‘Dit e-mailadres bestaat niet.’

Na een paar dagen verschenen er op Anna’s Facebookpagina berichtjes (‘Hi girl!’, ‘Are you ok?’, ‘See you soon!’) en ik vond bewijs dat ze online geweest was: haar vriendenlijst was gekortwiekt. Toen ik haar drie jaar geleden leerde kennen bevatte die lijst zo’n 3000 zielen, later iets meer of iets minder. Maar nooit veel minder. Nu restten er 37 vrienden. Ik was opgelucht toen ik zag dat ik er nog bij stond.

E-mails stuurde ik niet meer, ook bellen gaf ik op. Er gingen drie weken voorbij en ik zocht contact met zeven gezamenlijke vrienden, waaronder een paarsharig meisje dat bij Anna in de buurt woont. Allemaal waren ze diep bezorgd, maar het was niemand opgevallen dat ze haar naam veranderd had en haar vriendenlijst ontmanteld.

Op de dag dat ze haar Facebookpagina opblies, besloot ik de zaak naast me neer te leggen. Ik begon Anna uit mijn gedachten te weren, en dat lukte elke dag een beetje beter. Totdat een merkwaardige fanpagina op Facebook mijn aandacht trok.

Dat was gisteren.

Volgens de introductietekst zit ik op de officiële fanpagina van Anna Taylor: ‘Miracle child van Taylor-Burton. Gestolen als baby en 33 jaar later op weg naar huis.’

Een korte biografie geeft meer details: ‘Drie dagen na mijn moeders dood kreeg ik te horen dat ik een kind ben van Dame Elizabeth Taylor en Richard Burton.’

‘Na 21 dagen rouwen,’ schrijft ze, ‘ben ik naar Helsinki gereisd, naar de Amerikaanse ambassade. Vandaaruit ben ik overgebracht naar een ‘instituut’. Daar zit ik sindsdien gevangen.’

Ze nodigt de bezoeker uit haar foto’s goed te bestuderen, opdat duidelijk mag zijn hoezeer ze op haar ouders lijkt: ‘Ik heb daddy’s neus en voorhoofd geërfd. Mijn wangen, ogen en de dubbele rij wimpers die zo kenmerkend waren voor haar schoonheid, heb ik van mijn moeder.’

De pagina bevat ook een oproep: Anna Taylor, geboren in Brooklyn, New York, op 19 juni 1978 probeert de hand te leggen op haar geboorte-akte. Wie bereid is te helpen, wordt alvast een aanzienlijk geldbedrag in het vooruitzicht gesteld.

De inhoud is goed verwoord, geloofwaardig bijna, en dat geldt ook voor een filmpje, opgenomen op 6 juni. Een blond meisje, zittend op een zonnig grasveld, zoekt, bezorgd en duidelijk hypernerveus, het oog van de camera.

In het Engels legt ze uit dat ze als ‘Amerikaans staatsburger’ verwacht dat een landgenoot haar bevrijden zal, en terugbrengt naar haar vaderland. ‘Als ik niet gered word, eindig ik als een plant. Ze doen hier verschrikkelijke dingen met me.’

Er ligt iets op haar schoot, een pet of een tasje en er steekt iets roods uit. Ik zou het beeld kunnen vastzetten, maar soms zie je liever niet wat je denkt te zien.

Aristide von Bienefeldt