Tijdschriftredacteur Merijn de Boer schreef afgelopen dinsdag in nrc.next een opiniestuk, ‘De literatuur wordt niet beter van die beurzen’ getiteld. De strekking van zijn verhaal was als volgt: stop met het geven van schrijversbeurzen, maar betaal schrijvers fors voor hun tijdschriftbijdragen. ‘Als schrijvers geen beurs meer krijgen, maar wel tweeduizend euro kunnen verdienen met een tijdschriftpublicatie, zullen ze prompt hun werk inzenden. Door een paar van deze tijdschriftpublicaties, aangevuld met een voorschot van hun uitgever, verdienen ze genoeg om te werken aan hun roman.’ Eureka! En dan komen de lezers vanzelf, denkt De Boer. Want ‘niemand leest die periodieken nog’ constateert hij terecht.

Ik wil het nu niet hebben over de toekenningen van schrijversbeurzen. Wie wel een beurs krijgt en wie niet. Dat is een discussie apart. Ik wil het hebben over de toekomst van het literaire tijdschrift, want het stuk van De Boer is naïef. Ik zal uitleggen waarom.

Vanaf 2012 zullen de papieren tijdschriften geen subsidie meer ontvangen. Er zal alleen nog maar geld zijn voor digitale initiatieven. Opvallend is dat De Boer hier met geen woord over rept. Hij geeft geen enkele suggestie hoe het tijdschrift aan deze nieuwe subsidietoekenning kan voldoen. En dat terwijl Tirade toch één van de eerste tijdschriften was die een website oprichtte. Het tijdschrift nodigt geregeld schrijvers uit om een blog bij te houden op internet en lezers kunnen een digitaal abonnement afsluiten. Het is een initiatief dat naar mijn mening niet ver genoeg gaat. Want waar is de poëzie? Waar is het proza? Waar zijn de essays? Tirade zal op deze manier onmogelijk in aanmerking komen voor de nieuwe subsidietoekenning vanaf 2012.

Maar daar maakt De Boer zich niet druk om. Hij wil het papieren literaire tijdschrift behouden. Eureka! En nu denkt u misschien dat hij met een fris idee op de proppen komt. Maar nee. Hij wil ‘de groten der Nederlandse literatuur’ inschakelen om het papieren tijdschrift te redden. ‘Als Brouwers, Van der Heijden, Thomas Rosenboom, Stephan Enter, P.F. Thomése, Willem Jan Otten, Arnon Grunberg, Peter Buwalda en Adriaan van Dis – aangevuld met goede, minder bekende schrijvers die volgens het oude systeem een beurs zouden hebben gekregen – allemaal in een nummer van een literair tijdschrift staan, zal dat nummer veel worden verkocht en veel worden gelezen.’

Tsja. In het novembernummer van Hollands Maandblad staan onder andere bijdragen van Arnon Grunberg, J.M.A. Biesheuvel, Wim Brands en Vrouwkje Tuinman. Een nummer met bekende schrijvers. Toch? Er is nog geen stormloop op het nummer geweest in de boekhandel. Tirade, notabene het tijdschrift van De Boer, bracht in het voorjaar een nummer uit over de dood. Welke schrijvers stonden er zoal in? Peter Buwalda, Herman Koch, opnieuw Arnon Grunberg, Leo Vroman, Tomas Lieske. Een nummer met bekende schrijvers. Toch? Het nummer raakte niet uitverkocht.

Het is dus zeer naïef om te denken dat je met ‘de groten der Nederlandse literatuur’ het papieren tijdschrift kunt redden. De Boer bevindt zich in een vicieuze cirkel. Papier! Papier! Papier! Eerder heb ik ze al gewezen op een uitweg. Het internet. Het digitale tijdschrift heeft alles in zich om wél lezers te trekken: frequente bijdragen vergroten het publieksbereik, evenals literaire debatten.

De Boer lijkt zijn eigen belang voorop te stellen, in dienst blijven bij het papieren literaire tijdschrift. Want als Tirade niet digitaal gaat, zal hij zijn baantje als oud papier-bezorger kwijt raken. Opvallend is trouwens dat nog geen enkele tijdschriftredacteur heeft gereageerd op het opiniestuk van De Boer. Ook op Facebook bleef het stil, terwijl daar toch veel redacteuren actief zijn. Hij lijkt geen bijval te krijgen. En terecht. Het is een onbezonnen idee van De Boer. Hij lijkt niet te weten dat ‘de groten der Nederlandse literatuur’ al geregeld in tijdschriften publiceren (ook in zijn eigen tijdschrift) en dat dát niet veel meer lezers heeft getrokken. Het haalt dus niets uit. Met zo’n tijdschriftredacteur heb je geen Halbe Zijlstra nodig om het voortbestaan van het papieren literaire tijdschrift in gevaar te brengen.

Bart Temme