Hij lag al anderhalve week in de boekhandels, werd alom met lof onthaald, maar gistermiddag werd de nieuwe dichtbundel van Menno Wigman officieel gepresenteerd. In het souterrain van het grachtenpand van uitgeverij Prometheus hadden zo’n zestig vrienden, familieleden en collega’s van de dichter zich verzameld. Veel bekende gezichten, al dan niet uit het fonds van Prometheus: Pieter Boskma, Tsead Bruinja, Joris van Casteren, Maarten Doorman, Bart FM Droog, Neeltje Maria Min, Thomas Rosenboom, Rob Schouten, Mustafa Stitou, Willem Thies. Schrijversfotograaf Klaas Koppe was er ook.

Uitgever Mai Spijkers hield een kort welkomstwoord, waarin hij trots verklapte dat Mijn naam is Legioen al aan een tweede druk toe is. Daarna vertelde Tommy Wieringa, scherp en geestig als altijd, dat hij zijn huidige vrouw veroverd heeft met een vers van Wigman. Hij roemde hun vriendschap en rekende de aanwezigen voor dat Wigman sinds zijn laatste dichtbundel De wereld bij avond (2006) zo’n anderhalf woord per dag heeft geschreven. Wieringa koestert de bibliofiele uitgaafjes, op ‘Japans behangselpapier gedrukt’, die hij altijd van zijn vriend krijgt. Tot slot las de bejubelde dichter zelf drie verzen voor: ‘Glazenwasser ziet schilderijen’, ‘Egmond aan Zee’ en ‘Promesse de bonheur’. Daarna bleef het nog lang onrustig aan de Herengracht.