Voordat het betekenis krijgt

Stel dat het alfabet niet compleet is en dat we daar nu achter komen. Dat zou de taal op zijn kop zetten. In Op de foto van K. Schippers gebeurt het. Het begint met een kiekje gemaakt door een beroemde fotograaf. Die komt per ongeluk in de handen van Rob en Yvette. Rob herkent de hand van de fotograaf en besluit om de foto naar een veilinghuis te brengen. Maar dan ontdekken ze dat de foto thuishoort in een reeks waarin elke foto een cijfer heeft dat correspondeert met een letter uit het alfabet. Op hun foto staat 27 groot in het landschap, maar er staat geen letter in de hoek van de foto. Yvette gaat op onderzoek in Noord Spanje naar de plek waar de foto is gemaakt en ze vindt de plek in het gras waar de fotograaf de twee en de zeven heeft gemaakt. Ze wil de fotograaf graag ontmoeten maar hij ontglipt haar steeds.

Het verhaal over de ontbrekende letter komt ook terecht bij het neefje en nichtje van Yvette die het verontrustende nieuws op school verspreiden. Hoe zou die letter eruit moeten zien? Kan het ook zo zijn dat de letter gewoon over het hoofd wordt gezien? Ze maken tekeningen van de letter, het jeugdjournaal komt langs, de tekeningen komen in een veilinghuis. Op Schipperiaanse wijze ontspinnen zich verschillende verhaallijnen die even samenkomen en daarna weer onafhankelijk van elkaar verder gaan voordat er teveel betekenis aan kan worden gehecht.

Schippers blinkt uit in het doen van ontdekkingen. Al in de tweede zin wordt over twee vliegende roofvogels gezegd: ‘het is net of ze elkaar uit het oog hebben verloren en dan zijn ze ineens weer dicht bij elkaar’. Je hebt het al vaak hebt gezien maar bent het onbewust meteen vergeten. Je gaat je bij Schippers voornemen om die dingen nooit meer over het hoofd te zien en ze te behoeden voor het vergeten. Zaken die maar één moment samen zijn wil je vasthouden omdat het anders weer verdwijnt. Dat valt niet mee.

De mooiste passage gaat over een klein meisje dat van de trap valt. Jaren later – ze kan nu praten – loopt ze weer over die trap en zegt ‘pijn’. Deze anekdote – die Schippers ook wel eens in een interview heeft beschreven – weerlegt terloops het idee dat een mens zonder taal geen herinnering zou kunnen hebben. De schoonheid van dit moment zit in de tijd dat het meisje met de ervaring rondliep zonder dat iemand wist dat die ervaring bestond. Dat is de verdienste van Schippers: dat hij je wil behoeden voor het vergeten van wat maar even een gebeurtenis is.

Net als in Zilah, Poeder en Wind, Bewijsmateriaal en Beweegredenen en meer recent in Waar was je nou? en De hoedenwinkel heeft Schippers ook nu weer om een avontuurlijk verhaal geschreven dat uit zijn voegen barst van de originele opmerkingen en observaties. Het is een spannend verhaal en het gaat over de kleinst mogelijke dingen die we nauwelijks opmerken. En dat ook nog luchtig opgeschreven.

Rieuwert Krol

K. Schippers – Op de foto. Querido, Amsterdam. 186 blz. € 18,95.