Woensdag overdag staat er een vertaalsymposium op het programma. In de Kleine Zaal van de Rotterdamse Schouwburg zit een twintigtal vertalers. Ze worden toegesproken door vakgenoten als Bernlef en Hilde Keteleers, en gaan in discussie met elkaar. De liefde voor het vak spat ervan af. In de foyer zitten de dichters die ’s avonds optreden met zijn allen rond een tafel. Ze zijn druk in gesprek. Op de tafel naast hen liggen stapels woordenboeken in allerlei talen. Het heeft iets magisch, zoveel dichters bij elkaar. Alsof zij samen een mysterie kennen waarnaar ik alleen kan raden.

Later op de dag neem ik deel aan werksessies; amateurvertalers bespreken in kleine groepjes gedichten en hun vertaling. De dichter en de officiële festivalvertaler staan ons bij. Op die manier wordt een heel klein tipje van de sluier opgelicht. Karen Solie en Ulrike Draesner blijken bescheiden, humoristische en relativerende mensen te zijn; ze lijken zelfs geïnteresseerd in onze interpretaties van hun gedichten.

Olli Heikkonen in de Kleine Zaal

Terwijl in de Kleine Zaal poëzievoordrachten zijn van een Pakistaans-Britse, een Fin, een Armeniër, een Vlaming en een Tunesiër, wordt in de Grote Zaal de 80e verjaardag van Jana Beranová gevierd met een uitgebreid programma. Beranová was de vorige stadsdichter van Rotterdam, en vertaalt ook poëzie en proza uit verschillende Slavische talen. Zelf kwam ze als tiener met haar ouders naar Nederland, als vluchtelingen uit het toenmalige Tsjecho-Slowakije. Bas Kwakman interviewt haar á la Zomergasten; aan de hand van filmpjes en fragmenten lopen we haar lange en actieve leven door. Ze heeft veel betekend voor Rotterdam, mensenrechten en internationale poëzie, en er is dus veel te zien. Beranová vertelt aanstekelijk en enthousiast, af en toe moet Kwakman een stukje schrappen in zijn aantekeningen, zodat we niet te al veel uitlopen.

Waar het hele festival internationaal is, en in het Engels te volgen, is dit een Nederlandse avond. In de aankondigingen is beloofd om vóór de EK-wedstrijd af te ronden, maar het programma loopt enorm uit. Een tiental toeschouwers verlaat de zaal om toch naar het voetballen te gaan kijken. Maar de meeste mensen blijven zitten, ik ook. Ik geef niet zoveel om het EK en ik wil meer weten van deze bijzondere vrouw.

Kwakman overhandigt Jana, zoals je haar toch wilt noemen, ook een verjaarscadeau: het boekje Een haven voor alle woorden met haar gedichten in 31 talen vertaald. Ook krijgt een van haar dichtregels een prominente plek op De Luchtsingel; een houten brug in aanbouw, winnaar van Stadsinitiatieven 2012.

Jana Beranová Jana Beranová (In Groningen, januari 2012)

Beranová draagt zelf ook voor, vanavond. Dat is een traktatie, want haar gedichten komen het best tot hun recht wanneer ze voorgedragen worden, zeker door de dichter zelf. Haar optreden wordt nog specialer door de zwoele en juichende saxofoons van het Artvark Quartet. Beranová verzamelt de vier mannen om zich heen als een muzikale harem. Als we de zaal verlaten krijgen we het boekje met de delen ‘Jana vertaalt’ en ‘Jana vertaald’, en een glaasje wodka. In de foyer bruist het weer.

Christine Bosch