Wachten op de koning

Dave Eggers publiceerde deze week zijn nieuwe roman: A Hologram for the King. Dat Eggers een goede schrijver is, was al meteen duidelijk met de publicatie van A Heartbreaking Story of Staggering Genius, en die status bevestigde hij met de publicatie van What is the What. Het is dan ook niet vreemd dat Rory Gilmore een poster van deze schrijver in haar studentenkamer in Yale had hangen. Als Gilmore Girls niet was gecanceld dan zou Rory beslist A Hologram for the King hebben gelezen. En terecht, want dit nieuwe boek van Eggers is tot nu toe de beste roman die dit jaar is gepubliceerd.

De vijftiger Alan Clay zit in de financiële problemen. Hij werkt voor Reliant. Voor zijn werk verblijft hij in Saudie-Arabië waar hij samen met zijn jongere collega’s een IT-systeem probeert te verkopen aan Koning Abdullah. Alan verblijft in de stad Jeddah en gaat elke dag op en neer naar zijn werkplek in KAEC – King Abdullah Economic City. Als de Koning eenmaal komt voor de presentatie van hun product zullen ze hem overweldigen met een hologram van een werknemer die in werkelijkheid in Londen zit.

Alleen, de koning komt maar niet. Als landmeter K. in Kafka’s Het slot wordt Alan van het kastje naar de muur gestuurd, ze moeten wachten, geduld hebben, de koning heeft het druk en niemand kan zeggen wanneer de koning komt. De afwezigheid van de koning gijzelt Alan. Voor de zoveelste keer krijgt Alan te horen dat de koning niet komt: ‘He’ll be in Bahrain next week. So you’re free.’ Maar Alan is helemaal niet vrij, integendeel. ‘He wanted to be free to give his presentation, to get confirmation of the deal, to pack and go home. He wanted to be free to leave the Kingdom of Saudi Arabia.’

Hij moet blijven. Hij moet deze deal binnen halen, opdat hij het collegegeld van zijn dochter Kit kan betalen (het collegegeld in Nederland is een fooi vergeleken met Amerika). In het begin is Alan nog optimistisch, zo moet hij niks hebben van zijn buurmans klaagzang in het vliegtuig: ‘That dark sarcasm. It’s the killer, I swear to God. That’s the sign you’re down and can’t get up!’ De eenzaamheid plaatst zijn verleden als een loden last op zijn schouders. Hij denkt na over zijn mislukte huwelijk, zijn ex-vrouw en zijn dochter en wat zijn aandeel was in het leven van anderen. En nu, hoe voelt hij zich nu? Leeg en eenzaam. Steeds meer bekruipt hem het gevoel nutteloos te zijn.

Alan schrijft telkens briefjes en boodschappen aan Kit, schrijfsels die hij niet verstuurd. De verkoper en zakenman Alan was zo handig om de productie van goederen zo efficiënt mogelijk te maken. Het gevolg is pijnlijk ironisch: ‘Hell, Kit, we made it so efficient I became unnecessary. I made myself irrelevant.’ Door de technologie die steeds meer de menselijke arbeid overneemt, wordt de kloof tussen Alan en de wereld steeds groter. Hij is niet meer nuttig. En dat is des te pijnlijker als hij zich realiseert dat: ‘(…) the greatest use of a human was to be useful. Not to consume, not to watch, but to do something for someone else that improved their live, even for a few minutes.’

In al zijn ijver om een afdruk van zijn bestaan achter te laten, om zichzelf nuttig te maken, gaat het bijna mis. ‘Alan understood nothing in this country.’ Alleen bij zijn chauffeur en gids Youssef voelt hij zich op z’n gemak, maar Youssef vertrekt naar een huisje van zijn familie omdat hij wordt bedreigd. Alan gaat met hem mee. In het dorpje terroriseren wolven de schapen van de boeren. De wolven moeten dood. Alan en Youssef gaan samen met een aantal anderen op jacht. Hij wil niets liever dan een wolf neerschieten, om zo van werkelijke betekenis te zijn en de bevolking te helpen door hen van de wolven te verlossen. Hij ziet iets in het donker en schiet. Alan had op een jongetje geschoten. Mis, dat dan weer wel. Met al zijn goede bedoelingen en oprechtheid keert Alan terug naar zijn hotel, hij is even niet meer welkom in het dorp en bij Youssef.

De roman is een worsteling van een man met zichzelf; met zijn verleden en zijn huidige leven. Een worsteling van verlangen en machteloosheid; het verlangen om nuttig te zijn en tegelijk het gevoel dat hij machteloos moet toekijken hoe hij meer en meer een irrelevant subject wordt. De wanhoop is een optelsom van mislukkingen uit het verleden en de vrees voor een betekenisloze toekomst.

Stilistisch is deze roman magnifiek. De zinnen zijn kaal, zonder opsmuk en slingers. Elke zin is als een pregnant moment. Ik moet de hulp inroepen van David Foster Wallace – een literair voorbeeld van Dave Eggers en van invloed op zijn werk – voor ik in al mijn enthousiasme iets onnozels zeg over de stijl van Eggers. ‘That distinctive singular stamp of himself is one of the main reasons readers come to love an author. (…) The quality’s almost impossible to describe or account for straight out – it mostly presents as a vibe, a kind of perfume of sensibility – and critics’ attempts to reduce it to questions of “style” are almost universally lame.’ Als het aan mij zou liggen zou dit niet de zomer worden van Leon de Winter, maar die van Dave Eggers.

Koen Schouwenburg

Dave Eggers – A Hologram for the King. McSweeney’s Books, 312 blz. € 22,95. Vertaling verschijnt op 29 juni bij Lebowski.