Braaf blijven loont niet noodzakelijkerwijs

Braaf blijven heet het debuut van de in 1979 in Besançon geboren auteur Arnaud Dudek. Het is een kleine roman over een zeer actueel onderwerp: de 32-jarige Martin Leroy verliest zijn baan als het reisbureau waar hij werkt wordt verkocht. Zijn 62-jarige baas voelde aankomen dat hij het door hem in de jaren zeventig opgerichte bedrijf niet door de huidige crisis kan loodsen en heeft besloten het van de hand te doen. Martin Leroy is woedend over het ontslag. Hij zint op wraak. Met een hamer in zijn rugzak gaat hij op weg naar het luxe flatgebouw waar de man woont die zijn toekomst heeft verziekt. Zijn vastbeslotenheid om terug te vechten wordt tevens gestut door het feit dat enige tijd daarvoor zijn geliefde Justine, met wie hij samenwoonde, hem heeft verlaten.

In plaats van de toekomst staat vervolgens het verleden centraal. Dudek beschrijft in diverse fragmenten hoe het leven van Martin Leroy tot dan toe is verlopen. Als hij geboren wordt, is zijn moeder een jaar of zeventien. Ze is alleenstaand en gaat in een schoenenzaak werken om de rekeningen te kunnen betalen. Als Martin een tiener is draait ze door. Samen met haar zoon sluit ze zich op in het huis nadat ze tegen iedereen heeft gezegd dat ze op vakantie naar Marokko gaan. Martin moet heel stil zijn opdat de buren niet horen dat ze nooit zijn vertrokken. Na enkele dagen komt er een inval en verdwijnt Martins moeder voorgoed in een instelling. Martin loopt een trauma op en zal de rest van zijn leven een hekel hebben aan reizen, iets wat hem er overigens niet van weerhoudt om op 25-jarige leeftijd bij het reisbureau te gaan werken.

Dudek schetst het portret van een geboren verliezer in een stijl die ernst koppelt aan ironie:

Martin heeft het gevoel dat de bananenschillen er een duivels plezier in scheppen om zich onder zijn schoenzolen te gooien. Als kind verbeeldde hij zich dat als hij braaf zou blijven, zijn leven voorspoedig zou verlopen. Wat destijds voor hem betekende: een suite met zwembad op de hoogste verdieping van een wolkenkrabber, een ietwat artistiek beroep, een garderobe vol donkere, veel te dure pakken, een zachtaardige, verstandige officiële echtgenote, een minnares met diep gedecolleteerde avondjurken en vooral geen kinderen. Achttien jaar later heeft hij alleen het laatste doel bereikt. Waaruit maar blijkt dat braaf blijven niet noodzakelijkerwijs loont.

De roman is opgezet als een collage van uiteenlopende petites histoires. Er is een alwetende verteller aan het woord:‘Laten we onze held en die deftige wijk een moment verlaten. Een straat verder, twee straten verder, andere verhalen.’ Het perspectief wisselt nogal eens. We nemen een kijkje in de gedachtewereld van Martins ex als zij bij de kapper zit en aan het eind van het boek verplaatst de auteur het perspectief naar Martins voormalige baas die in zijn appartement de dagen zit te tellen die nog resten tot zijn vertrek naar de Normandische kust alwaar hij van zijn pensioen wil gaan genieten. In een aantal hoofdstukken wordt het verhaal verteld vanuit de tweede persoon:’Voor de kapsalon, bij de bushalte Jean-Jaurès, sta jij met je ogen dicht te roken terwijl een kwajongen zachtjes op de nagel van zijn duim bijt. Je nek wordt beschermd door het laatste verjaarscadeau van je partner, je jas komt van de stomerij, je overhemd is zorgvuldig in je broek gestopt.’ De ‘jij’ blijkt algauw een oud-schoolkameraadje van Martin te zijn. Ze pakken hun vriendschap weer op en rijden in de Opel Corsa van Martin samen naar de plot van het verhaal.

Braaf blijven (Rester Sage) kwam in Frankrijk op de shortlist terecht van de Pris Goncourt voor de beste debuutroman in 2012. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de speelse manier waarop de roman in elkaar steekt en met de thematiek die betrekking heeft op de situatie waarin steeds meer mensen in Europa zich bevinden. Dudek vertelt ons dat wie zijn baan verliest daarmee soms meer kwijt is dan een bron van inkomsten alleen. En hij laat ook zien hoe het mogelijk is tegelijkertijd iets waardevols terug te vinden dat al die werkzame jaren uit beeld verdwenen was. Dat doet hij onder meer in het dertiende en laatste hoofdstuk, op de deze roman zo kenmerkende ludieke wijze, met behulp van een bekend schilderij: ‘In negentienhonderdacht heeft Picasso een schilderij gemaakt dat De Vriendschap heet. Het hangt in de Hermitage in Sint-Petersburg. Je zou het tafereel in het café-restaurant en dit schilderij kunnen vergelijken. Zelfs als, bij nadere beschouwing, Martin meer lijkt op Max Beckmann van Zelfportret met hoorn en jij op een beschonken dandy die is gefotografeerd door Martin Parr.’

Hoe het de baas van Martin Leroy vergaat, blijft tot aan het einde van het verhaal de vraag. Zal hij de man met de hamer tegenkomen, in de persoon van zijn voormalige werknemer, of kan hij verdergaan met mijmeren over zijn definitieve vertrek naar Normandië? Of loopt het allemaal toch nog weer heel anders af? Hoe origineel Braaf blijven ook is geschreven, de rode draad en een verrassende ontknoping ontbreken geen van beide. Ze geven de broodnodige structuur aan deze opeenstapeling van rake metaforen, veelzeggende opsommingen, interessante intermezzo’s, illustratieve dialogen en alles wat deze roman verder nog zo lezenswaard maakt.

Ronald Ohlsen

Arnaud Dudek – Braaf blijven. Vertaald door Lysbet Lok. Nobelman, Groningen, 120 blz. € 14,95.

(foto: © Alexia Thomas)