De onbegrijpelijke wereld van een grootvader

‘Grafrede’ is het mooiste verhaal in de verhalenbundel Lage streken van Herta Müller. Het is een droom en begint zo:

Op het station renden de familieleden met de stomende trein mee. Bij elke stap bewogen zijn hun opgeheven arm om te zwaaien. Een jongeman stond achter het treinraampje. De ruit kwam tot onder zijn armen. Hij hield een boeket witte, verfomfaaide bloemen voor zijn borst. Zijn gezicht stond strak. Een jonge vrouw droeg een bleek kind het station uit. De vrouw had een bochel. De trein reed de oorlog in. Ik zette de tv uit.

Die tv staat in de huiskamer waar haar vader in een kist ligt. De kamer is behangen met foto’s van de vader. Op een trouwfoto heeft hij ‘verfomfaaide bloemen’ voor zijn borst. Ze verzucht dat alle foto’s haar vader ‘midden in een gebaar’ hebben vastgelegd en dat het lijkt alsof hij geen idee had hoe het verder moest, terwijl haar vader dat juist erg goed leek te weten. Ze besluit daarom dat alle foto’s vals zijn. Ze krijgt het koud en is vastgevroren aan haar stoel en haar schoenen blijken omgekeerd aan haar voeten te zitten. Tijdens de begrafenis hoort ze van een dronken mannetje dat haar vader een oorlogsmisdadiger was en dat zij omdat zij familie is de doodstraf zal krijgen. En weer zijn daar die verfomfaaide bloemen.

Als debuut maken de negentien verhalen in Lage streken een verpletterende indruk. Onder het bewind van Ceaușescu werd de bundel ‘autobiografische vertellingen’ gecensureerd. Müller had niet alleen met een dictatuur te maken; ze behoort tot de Duitstalige (Zwabische) minderheid in Roemenië en was daardoor te Duits om Roemeen te zijn en vice versa en zat daardoor al in een moeilijke positie. Pas in 2010 (een jaar na de toekenning van de Nobelprijs aan Müller) werd het originele debuut gepubliceerd, dat nu vertaald is als Lage streken. In 1982 werden vier hoofdstukken die het meest expliciet politiek zijn weggelaten. Bijvoorbeeld ‘De Mening’ over een kikker met een eigen mening die zijn baan als ingenieur kwijt raakt en dan als weervoorspeller aan het werk moet: ‘Toen stond de kikker drijfnat in de regen en hoorde op de radio dat het vandaag mooi weer was (…)’. ‘Kikker ‘(…) zei (…) dat het weerbericht een leugen was.’ Het verhaal eindigt op een ‘witte wolk’ die de kikker opslokt. Ook wanneer je de sociaal-politieke context waarin Müller Lage streken schreef buiten beschouwing laat, zijn de verhalen van de nog jonge Müller indrukwekkend.

Lage streken is niet alleen somber en pijnlijk, maar ook komisch: ‘Ik sta op, trek mijn jurk uit, leg die op het kussen, trek mijn pyjama aan, loop naar de keuken, stap in bad, pak de handdoek, was er mijn gezicht mee, pak de kam, droog me daarmee af, pak de tandenborstel, kam daar mijn haar mee (…).’ Toch is Lage streken vooral een bundel over de onbegrijpelijke wereld van de vader, de moeder, de grootvader en de grootmoeder. De vermenging van dromen en realistische scènes uit de provincie waarin armoede, eenzaamheid en de keiharde mentaliteit van de mannen beschreven wordt, laat je als lezer verward achter.

Rieuwert Krol

Herta Müller – Lage streken. Vertaling Ria van Hengel. De Geus, Breda. 182 blz. € 18,95.