Zeulen met een lijkkist

Het Minervabeeldje uit Wijnaldum, het Ropta-gemaal, de redding van de paarden bij Marrum: in het laatste deel van Melodie d’amour van Margriet de Moor wandelt een vrouw door Friesland en ze doet veel plekjes met historische en symbolische waarde aan. Tijdens de voettocht ontmoet Myrte haar oude vriendin Gerdine Ropta met wie ze een paar dagen oploopt. De beschrijvingen van het landschap worden afgewisseld met gesprekken en herinneringen. Langzamerhand krijgen je een beeld van haar jeugd en de gebeurtenis uit het verleden die beide vrouwen verbindt.

Als jonge verpleegster heeft Myrte ooit de architect Ropta, bij wie ze vroeger thuiskwam, doodziek aangetroffen in het ziekenhuisbed. De kus die zij hem geeft, wekt hem weer tot leven, geeft hem energie en er ontstaat daarna een liefdesband, nauwelijks lichamelijk, die de dood tijdelijk op afstand houdt.

Op de kaft van Melodie d’amour staat de aanduiding roman, maar het boek bestaat uit vier lange verhalen, spelend in de jaren vijftig tot en met nu, waarin de personages van het ene verhaal opduiken in het andere. Centraal staat het thema van de liefde, die in de levens van de diverse hoofdpersonen, van verschillende kanten belicht wordt. De helende haast metafysische liefde uit het laatste verhaal staat in contrast met de hunkerende en smachtende liefde uit een ander verhaal. Of de liefde die heelt, of de alles opofferende liefde, of de liefde die blijft ook al ben je bij je partner weggegaan.

De verhalen zijn helaas wel erg uitgesponnen met soms wat platitudes die het geheel ontsieren. De Moor is op haar best als ze de karakters tussen de regels weet op te roepen. Maar als ze een vrouw beschrijft die met haar auto verkeerd rijdt, laat nadenken over haar bestaan, gebeurt dat nogal clichématig. ‘Deze kant op of die? Zo is het leven. Altijd zoeken naar iets wat je nog niet hebt gevonden, maar dat er wel is volgens jou.’ Iets meer snoeien in de tekst zou deze ‘roman’ de kracht geven die haar verhalenbundel Ik droom dus ook had.

Daar tegenover staan weer prachtige scènes, zoals die waarin een man zijn overleden ex-vrouw nog een keer wil zien. Omdat zijn zonen de wil van hun moeder eerbiedigen en hem niet in haar huis laten, bedenken ze een list om hun vader toch afscheid te laten nemen: ze tillen de lijkkist met veel gedoe naar buiten. Het is een tragikomische situatie die doet denken aan het gezeul met een lijkkist in As I Lay Dying van William Faulkner. Vader kan afscheid nemen van zijn oude geliefde. Tot het begint te regenen.

Coen Peppelenbos

Margriet de Moor – Mélodie d’amour. De Bezige Bij, Amsterdam. 334 blz. €19,90.

Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 17 mei 2013.