Anderhalve week gelden won Henk Ester met Bijgeluiden de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëtische debuut. Vandaag wordt zijn bundel tot de grond toe afgebrand door Janita Monna in Trouw. De ondertitel luidt ‘Clichébundel is de C. Buddingh’-prijs onwaardig’ en de streamer zegt ‘Bijgeluiden bevat teksten die hun best doen op poëzie te lijken’. Monna noemt Ester een ‘romantische zwerver’.

Daarbij laat Ester graag zien dat hij niet van de straat is. Hij schaart zich in zijn gedichten achter meningen van Reinbert de Leeuw, Armando of Kees Fens, voelt zich verwant met componisten als Ten Holt, Liszt, Sjostakovitsj.

Dezelfde kritiek gaf Ilja Leonard Pfeijffer twee weken geleden al in NRC Handelsblad:

En Ester is niet van de straat en dat laat hij ook graag merken. We zijn nog maar net een paar gedichten onderweg of we zijn al gestruikeld over de namen van Wagner, Liszt, Cherry Duyns, Reinbert de Leeuw, Callas, Schwartzkopf, Galina Oestvolskaja en Spinoza.

Ook bij Pfeijffer was het eindoordeel niet positief: ‘Hij staat college te geven, terwijl ik hem liever zou horen zingen.’

De jury van de C. Buddingh’-prijs had een eigen oordeel:

In deze zeldzaam hecht gecomponeerde bundel, waarin motieven terugkeren en muziek niet alleen als thema, maar ook in het taalgebruik aanwezig is, worden kleine problemen met een filosofische draagwijdte behandeld, en altijd wordt de vraag gesteld: en wat met de poëzie? Bijgeluiden is een ernstige bundel, met een opmerkelijk gebrek aan flauwiteiten, wat hem voor sommigen misschien wat al te cerebraal maakt.