Een vriendschap in dik honderd bladzijden

Ooit, in de jaren negentig, interviewde ik Stephan Sanders voor een festival. Hij was naar Groningen gekomen en Anil Ramdas was meegekomen. Ze waren op het hoogtepunt van hun roem, niet alleen als essayist en schrijver, maar ook als programmamakers. In Het blauwe licht keken ze met gasten naar hoe de media berichtten over nieuws, een reflectief programma dat node gemist wordt. Op het festival waren ze als twee kwajongens, ver in de provincie. Twee broertjes.

In Iets meer dan een seizoen beschrijft Stephan Sanders het begin van de vriendschap met Ramdas. Een jonge hindoestaanse, intellectuele jongeman herkent in een geadopteerde, gekleurde man (‘Maar jij bent ook BRUIN’), opgevoed in Twente, schrijvend voor De Groene Amsterdammer een gelijke. Sanders krijgt naast zijn Twentse familie er een familie bij. Vijfentwintig jaar later, op 16 februari 2012, zijn verjaardag, pleegt Ramdas zelfmoord, de vriendschap is dan al verwaterd.

Sanders koppelt het verhaal over Ramdas aan zijn tijdelijke verblijf als gastschrijver in Almere in 2010. Het lijkt in eerste instantie een wat gewrongen constructie, maar al snel blijkt dat je allerlei kenmerken van de uit de grond gestampte stad waar de PVV triomfen viert kunt verweven met het leven van Ramdas. Daarmee tilt Sanders het verhaal van een persoonlijk verslag van een vriendschap op naar een abstracter niveau, waarbij vragen als ‘waar voel je je thuis?’, ‘waarom voel je je ergens thuis?’, ‘kun je leven in een omgeving zonder geschiedenis?’ van belang zijn.

Toch moet er ook een persoonlijk verhaal verteld worden, een verhaal dat in dit slechts 126 bladzijden tellende boekje nauwelijks uit de verf komt en dat is de verwijdering tussen de twee mannen. Dat is gebeurd in de periode na hun gezamenlijke tv-programma. Ramdas werd een tijdje correspondent in India, daarna een niet zo succesvolle directeur van het debatcentrum De Balie in Amsterdam en een essayist die radicaliseerde in zijn standpunten over de nieuwe politieke stromingen. Sanders nam vaak tegendraadse, politieke standpunten in in zijn columns, flirtte met Bekende Nederlanders (zoals Arie Boomsma met wie hij een boek maakte over het lichaam) en is relativerender – typisch Twents – dan Ramdas. Daar zit het drama: twee godenzonen die samen het Nederlandse literaire landschap zouden veranderen en dat niet konden en na verloop van tijd zagen dat ze mijlenver van elkaar verwijderd waren. Dat blijkt als Ramdas een bezoek brengt aan Sanders in Almere:

Nu: een bedaagd en voorzichtig gesprek, dat geen vlam wil vatten. Te veel oud zeer, dat we proberen te ontwijken, achter elke ontboezeming, elke stellige mening schuilt een bermbom.

Sanders noemt zijn boek een ‘memoir’. Dirk van Weelden schreef over de tanende vriendschap met Martin Bril een roman. Mij bevalt het werk van Sanders meer, omdat het rauwer is, ongemakkelijker voor de lezer en omdat hij een groter verhaal vertelt dan het verhaal van de vriendschap, het gaat ook over een veranderend Nederland. De enige tekortkoming van Iets meer dan een seizoen is de lengte. Is dit alles? Stiekem hoop ik dat dit de aanzet is voor een allesomvattend boek over migratie, verhuizingen, familie, vriendschap, kolonialisme, seksualiteit en Twente. Minimaal 500 bladzijden. En dan nog dieper, harder en meedogenlozer. Dat is het boek dat Sanders ooit nog moet schrijven, waarop ik althans wacht.

Coen Peppelenbos

Stephan Sanders – Iets meer dan een seizoen. De Bezige Bij, Amsterdam, 126 blz. € 15,90.