Vanavond wordt in Nieuwsuur bekendgemaakt welke schrijver de AKO Literatuurprijs 2013 ontvangt. Tzum.info besprak afgelopen maanden enkele genomineerden voor de prestigieuze literatuurprijs. Wie maken er vanavond kans?

MARTIN BOSSENBROEK – DE BOERENOORLOG
Martin Bossenbroek beschrijft in De Boerenoorlog het begin, het krijgsverloop en de nasleep van de Tweede Boerenoorlog (1899-1902). Hij belicht het conflict vanuit drie standpunten: dat van de Nederlandse jurist Willem Leyds, de rechterhand van Paul Kruger, president van Transvaal. Dat van de piepjonge en hyperambitieuze Engelse oorlogsverslaggever Winston Churchill. En dat van Deneys Reitz, een jonge Boer die zich bij de commando’s aansluit in de laatste fase van de strijd. Vorige week won hij met zijn boek de Libris Geschiedenis Prijs 2013.

JAN BROKKEN – DE VERGELDING
‘Een dorp in tijden van oorlog,’ zo luidt de ondertitel van De vergelding, een boek waarin Jan Brokken de executie van zeven mannen in Rhoon tijdens het voorlaatste oorlogsjaar reconstrueert. De executie volgt op de elektrocutie van een jonge Duitse soldaat die in de nacht tegen een elektriciteitskabel aanliep. Was dat een noodlottig ongeval of het gevolg van sabotage door het verzet? Tzum-recensent Coen Peppelenbos schreef over De vergelding:

Je denkt, na al die jaren, dat het niemand meer lukt om iets origineels te schrijven over oorlog, dat alles al gezegd en geschreven is. Brokken bewijst het tegendeel met De vergelding.

WOUTER GODIJN – HOE IK EEN BEROEMDE NEDERLANDER WERD
Er zijn nogal wat zaken waar een gefrustreerde schrijver tegenaan kan trappen. De politiek. Cultuurverarming. Goedverkopende thrillerschrijfsters. Lege drankflessen. Fascisten. De ongelukkige auteur in Hoe ik een beroemde Nederlander werd heeft er een dagtaak aan, hij ontziet zichzelf daarbij niet. Tzum-recensent Marleen Nagtegaal schreef over Hoe ik een beroemde Nederlander werd:

Een grote bezorgdheid en verontwaardiging over de morele stand van zaken in Nederland komt duidelijk naar voren in Hoe ik een beroemde Nederlander werd. Godijn maakt er gelukkig geen treurzang van, maar kritisch is hij wel. Door de kakafonie van botsende opvattingen, literaire genres, wonderbaarlijke avonturen en cynische scheldkanonnades heen klinkt een serieuze ondertoon

JOKE VAN LEEUWEN – FEEST VAN HET BEGIN
Joke van Leeuwen roept in Feest van het begin een achttiende-eeuwse wereld op. Een van haar hoofdpersonen is het naar taal hunkerende weeskind Catho, dat les krijgt van de uit haar familie verstoten non Berthe. Pianobouwer Tobias raakt ongewild betrokken bij de productie van de guillotine en dan is er nog een gefnuikte schilder. Vorig jaar won Van Leeuwen de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre.

ILJA LEONARD PFEIJFFER – LA SUPERBA
La Superba is een kruising geworden van zo’n beetje alle genres die je kunt bedenken: autobiografische overpeinzingen, onderhoudende columns, erotische fantasieën, historische passages, geëngageerde relazen en groteske verhalen. Hoofdpersoon is een zekere Ilja Leonard Pfeijffer die zich steeds meer thuis weet in de nieuwe stad, zich niet langer een verdwaalde toerist voelt, maar iemand die deel uitmaakt van het plaatselijke leven. Tzum-recensent Coen Peppelenbos schreef over La Superba:

In het begin denk je nog dat al die verhaaldelen los van elkaar staan, zoals een stad een verzameling losstaande vertellingen is van willekeurig bij elkaar horende mensen, maar Pfeijffer weet op het einde van La Superba die delen weer aan elkaar te knopen. Zelfs het op straat gevonden been krijgt een functie in deze indrukwekkende roman waar in de Nederlandse literatuur geen gelijke van te vinden is.

ALLARD SCHRÖDER – DE DODE ARM
De dode arm is een ideeënroman waarin de benepenheid van de jaren veertig en vijftig pijnlijk wordt weergegeven, waarin de idealen van de jaren zestig worden teruggebracht tot opportunisme en de liefde in de jaren tachtig vooral een vorm is van onverschilligheid. Bijna achteloos wordt de zoektocht van Ernst Elfkind Coltersteen naar zijn identiteit gekoppeld aan de zoektocht van Europa naar zichzelf. In 2002 won hij al eens de AKO Literatuurpijs voor zijn roman De hydrograaf.