Waar zijn lessen stagneerden, bood zoetigheid uitkomst

Als basisschoolleraar Hugo Stern tegen zijn wil met prepensioen wordt gestuurd, moet hij een invulling aan zijn leven geven. Met een baan en een gezin is die invulling er automatisch, maar als de dagelijkse gang naar school wegvalt en hij ook nog eens te horen krijgt dat zijn zoon Bram direct na zijn eindexamen op reis wil gaan, dan dringt zich de vraag op welk nut hij nog heeft.

Het is gevaarlijk wat Thomas Heerma van Voss in zijn tweede roman Stern doet: hij heeft een hoofdpersoon gecreëerd die niets anders nastreeft dan een gewoon leven te leiden, maar juist in het alledaagse faalt hij volkomen. Heerma van Voss doseert zijn informatie gedegen, je komt steeds meer te weten over de verhoudingen in het gezin en over Stern zelf. Het meest duidelijk blijkt dat wel in de beschrijving van de reis die de adolescent Stern maakt als hij zelf van de middelbare school af gaat. Van St. Michielsgestel gaat hij naar Swinging London. Maanden is hij wel op de plek waar het allemaal gebeurt, maar maakt hij er geen deel van uit. Hij loopt er rond, gaat naar films, maar de enige vriend die hij krijgt is een Koreaanse jongen die evenzeer geen aansluiting vindt bij andere studenten. Na een jaar keert hij terug naar Nederland, naar Amsterdam, om te studeren en Londen slechts een herinnering aan een leven dat niet begon. En zo blijft het.

Ongemerkt en onveranderd doorliep hij zijn studie. Er was geen speciale gebeurtenis, geen karakteromslag, geen allesoverwinnende vriendschap, geen oorlog, geen groeispurt, geen dood. Zijn enige drama was dat het drama uitbleef.

Dat drama komt er wel degelijk, maar het gevaar dreigt nu dat je als recensent dan allerlei zaken al blootlegt die voor de lezer interessant zijn om gaandeweg te ontdekken. Sterns probleem is dat hij krampachtig greep probeert te houden op zijn leven. Dat blijkt al door de stapel ordners op zijn werkkamer waarin de levens van de scholieren die door de jaren heen aan hem waren toevertrouwd staan opgetekend. Honderden aantekeningen die de levens in kaart brengen, maar alleen de buitenkant weergeven. Als het om gevoelens gaat of om het maken van contact weet Stern niet handelen, ook niet bij zijn zoon Bram:

In de klas gebruikte Stern altijd een zak snoep als zijn pupillen gepaaid moesten worden. Waar zijn lessen stagneerden, bood zoetigheid uitkomst. Nu heeft hij geen idee hoe hij hoort te handelen.

Stern is continu van goede wil en dat maakt hem tot tragische figuur. De roman doet denken aan Visser van Rob van Essen en Tirza van Arnon Grunberg waarbij eveneens twee vaders hun leven tevergeefs op orde proberen te krijgen, maar Stern is minder absurdistisch en minder gewelddadig. Het boek laat wel zien dat de jonge Thomas Heerma van Voss veel potentie heeft als romanschrijver. Hij weet geloofwaardige figuren neer te zetten, hij laat veel aan de verbeelding van de lezer over en laat het verhaal nergens ontsporen. Volgen!

Coen Peppelenbos

Thomas Heerma van Voss – Stern. Thomas Rap, Amsterdam. 222 blz. € 16,90.