Onverschrokken biografie van Badr Hari

Het succes van Gijp (300.000 exemplaren verkocht) leidt tot nogal wat navolgers. Mooi voor de sportbiografie, die in Nederland best een zetje kon gebruiken, maar niet elk product is even relevant (Laurens ten Dam, Jan Boskamp). Voor de biografie van Badr Hari valt alles op z’n plek: een genre dat ‘hot’ is over een man die minstens zo bekend is vanwege zijn privéperikelen als zijn sportprestaties. De Volkskrant kroonde Hari eind 2013 zelfs tot ‘meest besproken man van het jaar’.

Vraag is wel wat voor soort biografie Jens Olde Kalter met Badr. De harde werkelijkheid achter Badr Hari schreef. Wint de sport of de misdaad? Hari behoort met mannen als Sem Schilt en Peter Aerts tot het selecte groepje Nederlanders dat succes heeft op de K1-toernooien in Japan, het summum in de internationale vechtsport. Tegelijkertijd loopt er nog altijd strafzaak wegens mishandeling, onder meer van vakantiemiljonair Koen Everink op dancefestival White Sensation. Niet voor niks noemde Abdelkader Benali zijn op Badr Hari geïnspireerde nieuwe roman Bad Boy.

badrDie spanning maakt de – niet geautoriseerde – biografie van Hari bij voorbaat interessant. De Nederlandse Marokkaan ontworstelde zich via de sport aan de straat en geldt als rolmodel voor een hele generatie Marokkanen, voor een nog grotere groep wellicht als voorbeeld van de maatschappelijk geslaagde allochtoon. De vraag is in hoeverre Hari, gezien zijn reputatie buiten én in de ring, deze verwachtingen kan waarmaken.

De auteur van Badr lijkt geknipt om zich te verdiepen in het weerbarstige vechtsportfenomeen. Jens Olde Kalter is zoon van wijlen Johan Olde Kalter (voormalig hoofdredacteur van De Telegraaf) en zelf fervent kickbokser. Die combinatie leidde al tot De Kickbokser, Olde katers biografie van de Nederlandse vechtsportpionier Ernesto Hoost. Maar staat Hoost letterlijk bekend als ‘Mr Perfect’, bij Hari is dat een ander verhaal.

In Badr lezen we hoe Hari op 7-jarige leeftijd min of meer toevallig gaat kickboksen omdat hij de voetbalcontributie niet kan betalen. Hij blijkt een geboren talent. Zijn gevoel voor techniek paart hij aan een andere voorname kwaliteit: gevoed door zijn grote ego is hij voor niemand bang. Probleem is de discipline. Afspraken komt Hari niet na, aan trainen heeft hij een broertje dood. ‘Een luie flikker met een hoop talent,’ aldus zijn trainer.

Hari’s ambitie is snel duidelijk: miljonair worden. Voor een vechtsporter in Nederland een lastige klus. Het grote geld ligt in Japan, waar het K1 Wereldtoernooi een goedgevulde prijzenpot en lucratieve sponsorcontracten biedt. De deelnemers zijn supersterren, wiens beeltenissen zelfs de koffiemokken op de Aziatische ontbijttafel sieren.

Met zijn talent en buitensporig zelfvertrouwen maakt Hari snel naam in de internationale vechtsport. In wedstrijden onderscheidt hij zich met een theatrale opkomst en spectaculair vechtwerk. Vooral zijn vliegende trap valt goed bij het publiek. Respect voor de tegenstander behoort niet tot het repertoire. Natrappen en zelfs bijten leiden regelmatig tot Hari’s diskwalificatie, iets wat in 2008 zelfs zou leiden tot het afnemen van zijn wereldtitel.

Ook buiten de ring valt Hari op. Hij ligt goed bij de dames, die echter ook een aframmeling krijgen als ze Hari ontrieven. Daarnaast lonkt de misdaad. Kopstukken uit de onderwereld, waaronder de baas van de Hells Angels, mag Hari tot zijn vrienden en sponsors rekenen. In het Amsterdamse uitgaansleven bouwt hij de reputatie op van licht ontvlambaar kruitvat. Heel wat mensen en gelegenheden worden bij het minste of geringste verbouwd. Niemand die het waagt aangifte te doen. Belastende camerabeelden verdwijnen op mysterieuze wijze.

Badr is beslist geen snel in elkaar gezet boek, dat de hype rond Hari ten gelde wil maken. Eerder het tegenovergestelde: je voelt je soms overstelpt door de vele feiten die Olde Kater te berde brengt. Zeker als het gaat om sportscholen, trainers en wedstrijden. Een hagiografie is Badr ook allerminst. Dat siert de auteur, want zijn onderwerp schrikt – zoals we uitgebreid kunnen lezen – niet terug voor mishandeling en intimidatie. Olde Kater vroeg Hari wel om medewerking, maar die weigerde – overigens beleefd.

Dat is goed voor het resultaat, dat immers niemand hoeft te plezieren, maar heeft het boek ook een dimensie gekost. Hoewel Hari overtuigend wordt neergezet als een narcist met psychopathische trekken, blijft goeddeels vaag wat hem tot deze persoon heeft gemaakt. Dichterbij dan een beschrijving van een diskwalificatie na vuil spel bij een dreigende verliespartij, komt het niet: ‘Nu laat Badr opnieuw zien wie hij is. Een straatkat die gaat krabben als het leven niet naar wens verloopt en die liever wordt gediskwalificeerd dan dat hij (…) een nederlaag (…) moet ondergaan’.

Buiten dat levert Olde Kalter met Badr een huzarenstukje. Hij schreef in slechts 11 maanden een gedegen en niets verhullende biografie over een even publieke als ontoegankelijke figuur. Hij hanteert hierbij een vlotte reportagestijl, waarbij vooral de vechtscènes van de pagina’s spatten. Het maakt Badr tot een prettig leesbare, relevante en bovenal onverschrokken biografie.

Marc Floor

Jens Olde Kalter – Badr. De harde werkelijkheid achter Badr Hari. Prometheus, Amsterdam, 276 blz.