Niet volgens de regels

Het is altijd lastig als asielzoekers een naam en een gezicht krijgen. Twintig anonieme Angolezen die op een vliegtuig naar hun land van herkomst worden gestuurd vormen geen probleem, maar als er één Mauro heet, Nederlands spreekt en aandoenlijk is op tv, dan komen we in actie. In de roman Pristina van Toine Heijmans moet de trouwe ambtenaar Albert Drilling ervoor zorgen dat asielzoekers niet uitgroeien tot een publicitaire ramp voor de minister.

Een van de mogelijke gevaren is Irin Past die op een Waddeneiland (uit het nawoord blijkt dat Vlieland model heeft gestaan) illegaal verblijft. Nadat asielzoekers op het eiland zijn gehuisvest, en na een tijdje weer zijn verhuisd naar de vaste wal, is zij achtergebleven. Iedereen weet ervan, van de burgemeester tot en met de stuurman op de veerboot: Irin hoort inmiddels bij het eiland. Maar niet volgens de regels.

Toine Heijmans PristinaHeijmans weet waarover hij schrijft. Voor de Volkskrant heeft hij jarenlang de asielzoekersproblematiek in Nederland gevolgd. Het is niet vreemd dat de loyale Drilling, op zoek naar de geboorteplek van Irin naar Caïro gaat, want zij heeft de valse naam Cira Dosta opgegeven, een anagram van Caïro stad. Het is wel ongeloofwaardig dat die onkreukbare ambtenaar binnen de kortste keren terechtkomt in de opspelende revolutie in de straten van de Egyptische hoofdstad en tussen de betogers op een dak met een vlag gaat zwaaien.

Terug op het eiland krijgt hij van Irin uiteindelijk zelf het hele verhaal te horen. Haar naam Irin Past is is een anagram van Pristina, de hoofdstad van Kosovo. En dan stuit je weer op een ongeloofwaardig detail. Albert Drilling was wel in staat ‘een echte Albaniër van een Kosovaarse Albaniër te onderscheiden’ door te luisteren, maar hij kon niet direct zien dat hij met niet met een Egyptische te maken had. Daarvoor moest hij een onnodige dienstreis maken.

En zo zijn er meer zwakke plekken aan te wijzen. De vele toevalligheden: Albert Drilling heeft ooit in een asielzoekerscentrum het leven van de vader van Irin Past gered. Toevallig komt hij die vader weer tegen in Kosovo tegen als hij daar de uitzetting van Irin voorbereidt. Nog zo’n nadrukkelijk toeval: op het eiland probeert Drilling tijdens een wandeling door de duinen en over het strand Irin te overtuigen van de terugkeer naar haar vaderland. Toevallig komen ze in een bunker terecht en Irin struikelt over een niet afgegane clusterbom, waardoor Heijmans een parallel kan trekken met de oorlog in Kosovo waar mensen moesten schuilen voor clusterbommen die de Nederlanders gebruikten.

Maar het ergste is het einde dat neigt naar een happy end, ondanks de laatste zin van de roman die voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Juist waar de schrijver zich baseert op de werkelijkheid en er door het verhaal heen een grondige afkeer blijkt van de manier waarop de politiek omgaat met asielzoekers, is dat einde te kitscherig. Juist bij dit onderwerp moet het lezen een beetje pijn doen en moet de lezer niet in slaap gesust worden.

Coen Peppelenbos

Toine Heijmans – Pristina. Atlas Contact, Amsterdam. 352 blz. € 19,95.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 24 januari 2014.