De mythe van de grens

In de afgelopen plusminus twintig jaar is er omtrent het grensgebied tussen Mexico en de Verenigde Staten een heuse literaire traditie ontstaan, waarin auteurs zoals Eduardo González Viaña en Mario Bencastro getuigen van het leed van zuidelijke gelukszoekers tijdens hun gevaarlijke tocht naar het Noorden. De thematische traditie bestaat met name uit een aanklacht tegen discriminatie en uitbuiting van immigranten in de VS. Onlangs is er weer een roman verschenen waarin de veelbesproken grens het onderwerp is, maar de schrijver Yuri Herrera – zelf immigrant – grijpt de gelegenheid niet aan om uit te halen naar de Amerikaanse maatschappij. In plaats daarvan toont hij in Voortekenen van het einde van de wereld de mythische betekenis van de grens.

Herrera (2)Makina gaat op weg naar het noorden met een briefje van haar moeder aan haar broer, die jaren terug vol van illusies de grens is overgestoken. Om de grens ongemerkt te passeren, laat Makina zich helpen door een aantal criminelen uit het niet nader aangeduide ‘Stadje’. Onderweg moet ze verschillende hindernissen nemen om heelhuids aan de andere kant te komen. Deze hindernissen, gestructureerd in negen hoofdstukken, worden voorgesteld als de negen beproevingen die de doden volgens de Azteekse mythologie moeten ondergaan om de onderwereld Mictlán te bereiken.

De reis naar de onderwereld symboliseert de ontwikkeling van de identiteit van de immigrant: het oude ik sterft, een nieuw ik wordt geboren. “Ze hebben mijn oude huid afgestroopt,” beseft Makina aan het einde van het verhaal. De betekenis van taal voor de identiteit en belevingswereld van migranten wordt mooi beschreven:

(…) als je zegt Geef eens een vuurtje, terwijl zij zeggen Geef eens een lichtje, wat leer je dan niet allemaal over vuur en licht en over de handeling van het geven? Eigenlijk is het geen andere manier om dingen te  benoemen: de dingen zelf zijn nieuw. De wereld wordt opnieuw geboren, merkt Makina, en belooft andere dingen, betekent andere dingen, brengt andere voorwerpen voort.

Het mythische karakter van de grens en haar omgeving wordt versterkt doordat landen, steden en dorpen niet bij naam genoemd worden. Voortekenen van het einde van de wereld heeft hiermee ook zeggingskracht voor iedere andere migrant op de wereld die zijn geluk elders zoekt. Bovendien zorgt de geografische anonimiteit in combinatie met de compacte, poëtische stijl van Herrera voor meer afstand ten opzichte van de heftige gebeurtenissen, die alles te maken hebben met de criminaliteit rond de grens en de grote teleurstellingen waar de meeste migranten in het gastland mee te maken krijgen. De ontgoocheling wordt keihard verbeeld door de desillusie die Makina ervaart wanneer ze juist de grens is gepasseerd en een zwangere vrouw denkt te zien:

Als dat geen goed voorteken is: een land waar je onbezorgd in de woestijn kunt rondlopen en rusten terwijl je baby groeit. Maar met elke stap die ze dichterbij kwam werd duidelijker dat het geen vrouw was en dat er geen baby in de buik zat: het was een dooie vent, opgezwollen en volop in ontbinding, zijn ogen en zijn tong al door de gieren uitgepikt.

Op een beperkt aantal pagina’s weet Herrera een indringend beeld te geven van een massale uittocht van gelukzoekers en een goed georganiseerde maffia die aan beide zijden van de grens zaken doet. Anders dan veel van zijn generatiegenoten doet hij dit zonder zijn eigen commentaar op de voorgrond te zetten, waardoor de mythe aardig beklijft.

Mathilde van Ommen

Yuri Herrera – Voortekenen van het einde van de wereld. Wereldbibliotheek, Amsterdam. € 17,90.