Een blaarkop, de nieuwe melkmachine en jongvee

Claassen-De-koeOnlangs was ik aanwezig bij een literaire avond. Er trad een jonge vrouw op die een juichpak had aangetrokken. Een wit juichpak, dus ze zal wel voor Rusland zijn. Ze vroeg aan ons: ‘Willen jullie een verhaal over mijn schaamlippiercing of een een verhaal over Jan Cremer en de sociale media?’ Angstig begon iedereen om Jan Cremer te roepen. Later die avond stapte een langharige jongeman het podium op, het bleek de vriend van de vrouw in juichpak, en hij las een verhaal voor waarin zij voorkwam, ’s nachts op een camping poepend in een plastic tas. Hij vond het fijn om die plastic zak met warme inhoud buiten de tent te dragen. Daarna las hij gedichten voor van een zekere ‘Arie’, de naam was hij zelf ook vergeten, met rijmwoorden als ‘oma’, ‘stoma’, ‘Croma’.

Op hetzelfde podium las Willem Claassen voor uit de vorig jaar verschenen verhalenbundel De koe die de Waal over zwom voor. Claassen had gewone kleren aan en had gewoon haar. Ik denk niet dat Willem Claassen ooit een eikelpiercing neemt en er daarna een verhaal over schrijft. Zijn korte verhalen gingen over een blaarkop, de nieuwe melkmachine en kuilen. Autobiografische verhalen, denk ik. Een kruising tussen Gerbrand Bakker en de Amerikaanse schrijver Jim Heynen. Ik citeer één ultrakort verhaal helemaal.

Veestapel

Als we met de auto ergens naartoe gingen – nooit ver weg, want een boer houdt niet van ver weg – reden we vaak met een omweg terug. Mijn vader had vier of vijf weilanden die niet bij onze boerderij lagen.
‘Even kijken hoe het er bij ligt,’ zei hij dan.
Hij vroeg mij het jongvee te tellen. Een paar keer was dat leuk. Op een zondagmiddag, mijn vader had bijna ongemerkt een omweg gemaakt, bleef ik stoïcijns naar mijn stripboek kijken en noemde een willekeurig getal. Verschrikt draaide hij zich om. Ik lachte. Voortaan ging mijn vader alleen. Hij maakte speciale ritjes om naar zijn vaarzen te kijken.

Veel meer hoeft een verhaal voor mij niet te hebben, omdat de emoties waar dit verhaal over gaat onbenoemd blijven. Een heel generatieconflict, met teleurstelling van de vader en, door het op te schrijven, ook spijt van de zoon ligt hier onder die paar zinnen. Veel verhalen gaan over afscheid nemen, van de hond, van een koe, van het ouderlijk huis, van het boerenleven in het algemeen, maar door alles heen voel je de compassie met zijn andere familieleden. In die zin is De koe die over de Waal zwom een lange liefdesverklaring aan een leven waaraan de schrijver geen deel meer kan of wil nemen.

Coen Peppelenbos

Willem Claassen – De koe die de Waal over zwom. Literair Productiehuis Wintertuin. 120 blz. € 15,-