Poetry International – Openingsprogramma

Waar mensen bijeenkomen voor internationale poëzie, daar kun je je een flinke hoeveelheid poëzie permitteren. Die poëzie wordt in het openingsprogramma van de 45ste editie van Poetry International dan ook in goed tempo over het publiek uitgestort. Op een frisse en duidelijke manier, dat wel. ‘Al wie opgewekt is mag naar zaal Paardenbloem.’

Het publiek is grotendeels zelf ook werkzaam in de literaire wereld en komt op uitnodiging. Aangevuld met ‘gewoon’ geïnteresseerde poëzieliefhebbers die een kaartje kochten, vult het bijna de Grote Zaal van de Rotterdamse schouwburg. Een handvol twintigers en verder dertigers, veertigers, vijftigers, grotendeels zestigers, en zeventigers komen bijeen voor de aftrap van een nieuwe editie van Poetry.

We worden ontvangen met een vrouwelijke computerstem (later lees ik dat het de stem van Google is) die ons vertelt wat te doen. Vervolgens zien we een ouderwets filmpje met instructies: hoe het theater te verlaten. Bas Kwakman, al ruim een decennium directeur van Poetry, leidt het programma als altijd in. Het thema van de avond blijkt ‘protocol’ te zijn.

– ‘Deze richtlijn is slechts een hulpmiddel en kan en mag nooit de plaats innemen van zelfstandig denken en handelen.’ – Beckett: No matter. Try again. Fail again. Fail better. – Protocol als het ontlopen van eigen verantwoordelijkheid. – Een muur van taal. –

Hu Xudong

Kortom, het publiek wordt op een ander been én aan het denken gezet, maar dan is het tijd om te luisteren. Alle festivaldichters die deze dagen geprogrammeerd staan, dragen één gedicht voor. De gedichten volgen elkaar op in een goed tempo, zonder aankondigingen. Over het algemeen zijn de gedichten sterk en goed voorgedragen. Een paar dichters springen er echt uit: de Chinese Hu Xudong krijgt de zaal aan het lachen met zijn gedicht over de onwaarschijnlijke poëzieschrijvende mama Ana Paula. Martín Gambarotta, uit Argentinië, draagt na zijn gewone voordracht (repetitief spel van korte woorden, voor mij een goed moment om nog eens de zaal te bestuderen) ‘The Ethiopian Son’ voor, begeleid door gitaar, basklarinet en elektronische muziek. Het gedicht is opgedragen aan iedereen die ooit een Ethiopische zoon was. In tegenstelling tot zijn gewone gedicht lijkt deze compositie de zaal echt te raken. Tussen de voordrachten zijn meerdere muzikale intermezzo’s, steeds met een talig tintje. Dat werkt goed met elkaar. De Noorse Monica Aasprong houdt zich aan een strak rijmschema, in coupletten van twee regels met dezelfde eindrijm. Het wordt wat vervelend. Dat is gelijk ook een nadeel van deze programmavorm: er is van elke dichter één gedicht gekozen. Als dat gedicht je niet raakt, of zelfs irriteert, dan is je beeld van die dichter in één klap negatief. Onvermijdelijk, vrees ik, want verder is deze vorm van kennismaken met alle festivaldichters erg prettig. De bezoeker is over het algemeen, vermoed ik, ook niet zomaar weg te jagen. De meeste mensen zullen wel een tweede kans krijgen. En zo niet, dan is er nog steeds een barstensvol programma de komende dagen, met enorm veel keus.

publiek poetry

Micha Hamel

Na de voordrachten wordt de zaal opgeroepen om Sylvia en Geoffrey (vier mensen in roze T-shirts) te volgen naar zaal Paardenbloem. Dat blijkt in dit geval de foyer te zijn, alwaar we op ukelelemuziek en iets champagne-achtigs getrakteerd worden. Heel aangenaam. Terug in de Grote zaal, twintig minuten later, volgt het afsluitende programma: de ‘wereldpremière’ van Nachtwerk. Compositie van Aspasia Nasoupoulou, tekst en voordracht van Micha Hamel, violen en cello het Doelenkwartet. Of het nu komt doordat we al een heel programma achter de kiezen hebben, of dat meer mensen de tekst en voordracht niet erg geslaagd vinden, weet ik niet, maar het publiek lijkt niet echt onder de indruk. De muziek op zich is erg mooi, maar de teksten zijn zo op het eerste gezicht wat kinderlijk, en de voordracht ervan is nogal slordig en lijkt oprecht enthousiasme te missen. Jammer, want het programma voor de pauze maakte echt indruk. Tijd om naar de foyer af te dalen, wijn te drinken, en een klein beetje mee te wiegen op de prettige vinyldeuntjes van dj Blue Flamingo. Een mooie start van Poetry 2014.

Christine Bosch

(Foto’s met toestemming via facebook Poetry International, © Tineke de Lange)