Op Sicilië zijn de autoriteiten van plan om een Strada degli scritori voor toeristen te openen. Via deze route worden dan de geboorteplaatsen, woonhuizen en musea van drie lokale schrijvers met elkaar verbonden. Het betreft locaties die een rol gespeeld hebben van Luigi Pirandello, Leonardo Sciascia en Andrea Camilleri.

Van deze drie is alleen de laatste nog in leven. In zijn boeken over Inspecteur Montalbano hekelt Camilleri op ironische wijze de lakse houding van de Italiaanse regering in Rome en geeft hij een indringend prachtig beeld van de enorme verwevenheid van de katholieke kerk, de maffia en de lokale autoriteiten. Aan alles merk je dat Camilleri de hoop op een oplossing voor deze machteloze situatie al lang heeft opgegeven.

Leonardo Sciascia (1921-1989) was behalve schrijver ook politicus ten tijde van de Rode Brigade. Zijn boeken – waaronder ook detectives – zijn veel ernstiger en worden door het detective-lezende grote publiek meestal gemeden. In Sicilië wordt hij echter gekoesterd. Dit blijkt wel uit een bericht in The Guardian waaruit blijkt dat veel prominenten in het geweer zijn gekomen, nu het huis waar hij lange tijd heeft gewoond dreigt te worden verkocht en weer bewoond zal worden door een particulier. Ze willen dat de bouwval wordt opgeknapt en ingericht als museum. Zelfs de president van de Republiek is al ingeschakeld.

Volgens de Italiaanse site Palermomania is de vraagprijs van 100.000 euro een schijntje voor een huis met zo’n cultureel verleden.