Gewoon even het eigendom opeisen

De onrust in Oekraïne de afgelopen maanden zal niemand ontgaan zijn, maar waar dit precies vandaan komt, is misschien niet voor iedereen helder. Het land Oekraïne is pas sinds 1991 een onafhankelijke staat en daarmee even oud als ondergetekende, voor wie het dan ook zeer vreemd was dat Rusland ‘gewoon even’ haar buurland binnenviel via de Krim. Grensland (wat de letterlijke vertaling is van Oekraïne) van Marc Jansen bracht hier verandering in. Jansen beschrijft de geschiedenis van Oekraïne van de Cimmeriërs (die rond 1000 voor Christus in het gebied leefden) tot Janoekovystj (die nog begin dit jaar afgezet werd als president).

Grensland Marc JansenGrensland is onontbeerlijk om de huidige troebelen in Oekraïne te begrijpen,’ zo staat er op de flaptekst en dat is ook gebleken. Zo lijkt het verschil tussen het oosten en westen een logisch gevolg van het getouwtrek van de verschillende landen, met name Polen en Rusland, om de verschillende steden en regio’s. Een voorbeeld: van 1919 tot 1920 is de stad Kiev tien keer van regime gewisseld. Door de manier waarop het gebied continu verdeeld is geweest tussen deze landen, met hun verschillende opvattingen, zou het vreemd geweest zijn als alle inwoners van de eindelijk onafhankelijke republiek ineens eensgezind zouden worden. Jansen geeft hier overigens wel een fijne nuancering. Oost en west worden door de media vaak lijnrecht tegenover elkaar gezet, maar er zitten nog flink wat windrichtingen tussen. Jansen geeft zelf een verdeling van acht regio’s met elk een eigen politieke voorkeur en volkssamenstelling.

Door de hele geschiedenis blijkt dat Rusland Oekraïne altijd al als een ondergeschikt onderdeel van het eigen land heeft gezien en dat, gezien de huidige ontwikkelingen, toch nog steeds doet. Pas in de jaren ’50 kwam er in Sovjet-Oekraïne steeds meer ruimte voor de Oekraïners en hun eigen identiteit. De bestuursorganen bestonden niet langer uit slechts Russen en het Oekraïense volk kreeg steeds meer te zeggen. Maar zelfs deze ontwikkeling werd de kop ingedrukt door een nieuwe ‘russificering’ van het land. Russisch werd de voertaal in de politiek en het onderwijs, waardoor het aantal Oekraïners dat het Oekraïens als moedertaal zag, flink slonk. Voordat het land onafhankelijk werd, ‘gebruikte slechts ongeveer veertig procent van de volwassen inwoners van de republieken het Oekraïens van dag tot dag’.

De hoge verwachtingen die met deze onafhankelijkheid meekwamen, werden niet waargemaakt. Juist in de laatste twee decennia zijn de levensomstandigheden en de economie van het land sterk verslechterd. Het zijn de omstandigheden waarmee de huidige situatie beter begrepen kan worden.

Jansen heeft het boek op het juiste moment geschreven, eindigend met het moment dat het na het aftreden van Janoekovytsj iets kalmer leek te worden in Oekraïne en dat de nabije toekomst af leek te hangen van de grillen van Rusland. Ondertussen weten we dat het altijd zo onrustige Oekraïne nog steeds niet van haar welverdiende rust kan genieten; het akkoord met Europa, wat een grote, maar risicovolle overwinning lijkt te zijn en de grillen rondom Donetsk. De situatie is wankel als altijd, maar na het lezen van dit boek is het in een heldere context te plaatsen. Grensland biedt een duidelijk en vooral volledig overzicht van de rijke geschiedenis van dit jonge land.

Overigens is het binnenvallen van de Krim ook goed verklaarbaar. Het was in 1954 een cadeautje van de Russische Sovjetrepubliek als blijk van de vriendschap tussen de landen. Dus niet zomaar het buurland binnengevallen, maar ‘gewoon’ even het eigendom opeisen.

Hester Sjoer

Marc Jansen – Grensland. Van Oorschot, Amsterdam, € 24,90.