IJzeren willekeur

Er bestaat een vermakelijk boek dat je kunt openslaan op een willekeurige pagina om een antwoord te krijgen op een persoonlijke (levens)vraag. Soms is het verleidelijk om een regulier boek op een willekeurige pagina te openen en te kijken wat het je te vertellen heeft. Baudelaire schreef dat we ons in een woud van symbolen bevinden; alles waar ons oog op valt, zou ook een diepere betekenis hebben. Dit flitste door mij heen toen ik het nieuwe boek van Armando, Ter plekke, een verzameling van een paar bundels ‘ultrakorte verhalen’ uitgegeven ter gelegenheid van zijn vijfentachtigste verjaardag vorige maand – inclusief een gloednieuwe bundel – opensloeg op pagina 138. Daar betoont Armando zich in het programmatische verhaal ‘De binnenschipper’ als een auteur die zich in een woud van symbolen bevindt (misschien dat het bos en de bomen daarom ook veelvuldig een decor in deze raadselachtige verhalen zijn):

Ik wil vooral aandacht besteden aan de onbelangrijke voorvallen, dat zijn de voorvallen die achteloos voorbijsluipen, die tersluiks plaatsvinden.
Zoals het voorval met de binnenschipper.
Het waait, het water klotst, er vaart een langdradige boot voorbij en de binnenschipper krabt op z’n hoofd. Niet vermeldenswaard.
Is dat nou wel zo. Wie weet wat dat gekrab te betekenen heeft. Het kan een aanduiding zijn, een teken.

Het zijn tekens waarvan de betekenis telkens verschuift:

Denk erom, als ik op m’n kop krab, moet je de brug achter me opblazen. Of: als ik op m’n kop krab, gooi je het lijk van degene die vermoord moest worden in het water.
Inderdaad, misschien was het een teken voor een daad die de wereld zou verbazen en misschien zelfs veranderen.
Maar stel dat het geen teken was. Ook in dat geval zou alles anders gelopen zijn. Het moest gebeuren, vast en zeker.
De binnenschipper had jeuk op z’n kop en hij krabde. Dit onbeduidend voorval moest en zou plaatsvinden. De vraag is: wie gaf hem het bevel te krabben, zonder dat hij wist dat er sprake was van welk bevel dan ook.
Het water rook een beetje naar vis.

Sleutelwoorden: het moest en zou gebeuren. De gebeurtenissen in deze verhalen worden gedetermineerd door een ijzeren willekeur. Met een meedogenloos en onverschillig universum als resultaat. Het gevaar dreigt altijd; geweld, oorlog en machtsverhoudingen keren voortdurend terug. Het vreemde is dat ze bijna vertrouwd aandoen. Ook de dood en de ouderdom duiken vaak op, maar uit het geestige proza van Armando spreekt een grote vitaliteit:

Dood

Om de hoek kwam een automobiel, hij reed recht op mij af. Ik had dat meer bij de hand gehad, ik kon tot nu toe tijdig wegspringen.
Ditmaal niet, want ik was ondanks m’n sterke gestel net behandeld aan m’n rechtervoet, zodat ik in m’n bewegingen beperkt was. Ik had geen vermoeden waarvan ik ditmaal beticht werd, maar ik moest sterven, dat was duidelijk.
Ik slaagde er niet in een glimp van de inzittenden op te vangen, dus ik wist niet wie ditmaal de opdracht moest uitvoeren.
De automobiel reed mij omver en ik was op slag dood.

Soms getuigen de verhalen van een sprookjesachtige naïviteit. Of (zwarte) humor:

Broodjes

De broodjeszaak was net geopend, wat te zien was aan de bloemstukken die daar overal stonden. Aan de bloemstukken hing een kaartje, waarop het volgende stond te lezen: “Ik hoop dat het je dit keer wel lukt.”
Ik keek even naar de man achter de toonbank, hij smeerde en belegde broodjes, hij deed z’n best.
Drie maanden later moest de broodjeszaak sluiten, de eigenaar was niet in staat z’n schuldeisers te betalen.

Armando

Lees de bundel en ontdek dat het geven van betekenis aan voorvallen iets voor mensen is; dieren doen zoiets niet. Voor de rationalisten onder ons: leert u zich verwonderen over de ontbrekende logica, maar die toch zo vanzelfsprekend overkomt:

Vergadering

We kwamen na een korte vergadering tot het volgende besluit: alle mannelijke inwoners moesten voor de zijmuur van de kerk gaan staan. Daar zouden we verder zien.
Zijn alle mannelijke inwoners verzameld? Nog niet. En nu? Mooi zo, dan beraadslagen we opnieuw. Wat moeten we in hemelsnaam doen met die talloze mannelijke inwoners die al dagenlang zonder eten en drinken staan te wachten bij de kerk? Zo luidde de brandende vraag, die we in onze volgende vergadering aan de orde stelden. We trokken een plechtig gezicht en kwamen wederom tot een besluit: alle mannelijke inwoners van dit onaangename dorp moesten gedood worden.
En we hebben ze gedood.
Ja, wat dacht je dan. Had jij misschien wat anders besloten?

Dit boek verdient een vaste plaats op het nachtkastje of – voor de dagdromers – op het bureau. De vervreemding en absurdisme uit deze verhalen horen immers thuis in de dagelijkse realiteit. Soms staat weleens op een achterflap of in een recensie dat een bepaalde creatie ‘meesterlijk’ is. Als er iets meesterlijk is, dan deze (ultra)korte verhalen van Armando. Ik zie niet zo snel iemand hem hierin evenaren, ook niet in het buitenland, of het moet Karel Feenstra zijn.

Johannes van der Sluis

Armando – Ter plekke, de ultrakorte verhalen tot nu toe. Atlas Contact, Amsterdam, 536 blz. € 25.