Roemeense roman vol seks, liefdesverhoudingen en verhalen

Er worden weinig Roemeense boeken uitgebracht in het Nederlands. Dat is jammer, want het boekklimaat daar is zeer levendig. Er wordt veel geschreven en veel gelezen. Waar de gemiddelde inzittende van een Nederlandse bus of trein zich bezighoudt met smartphone en iPad, zie je in het Roemeense openbaar vervoer veel meer mensen een boek lezen.

De in 2010 in Roemenië verschenen roman Mijn dagen met Renata van journalist Alexandru Petria wordt op de (zeer mooie) voorkant aangeprezen als ‘De erotische literaire sensatie uit Roemenië’. Op de achterkant wordt het boek vergeleken met De Decamerone van Boccaccio, vanwege de onweerstaanbare humor maar vooral omdat het ook een raamvertelling is. Ook zou Petria, beïnvloed door de moderne technologie, gebruik maken van een nieuwe methode: de pop-upvenstertechniek. Een aanprijzing die nieuwsgierig maakt.

Het boek bestaat uit 38 korte hoofdstukken, die verhalen over de jonge schrijver Marius en zijn liefdesverhouding met de tien jaar oudere en getrouwde zigeunerin Renata. Renata is spannend, onvoorspelbaar en geil. Hoewel Marius verslaafd is aan Renata wil hij niet met haar gezien worden. Zigeuners worden in Roemenië door veel mensen als minderwaardig gezien, zo ook door de meeste personages in deze roman:

Anton had een hekel aan de sluwheid van zigeuners, aan de poeslieve manier waarop ze je probeerden iets aan te smeren, aan hun lawaai, aan het gebrek aan hygiëne (bij velen), aan het feit dat ze niet consequent werkten en dat ze schijt hadden aan de mening van anderen, niet-zigeuners, ook al gaven ze dit zelf niet toe. Hij vond het ook afstotelijk dat zigeuners als konijnen kinderen verwekten, dat ze bedelden, dat velen van hen schaamteloos van bijstandsuitkeringen leefden, als luizen. Van Renata had ik geen last. Renata was als regen, als sneeuw op een geploegd veld.

Naast Renata doet Marius het nog met een aantal andere vrouwen, allen met hun eigen merkwaardigheden. Seksscènes worden schaamteloos en met veel lachwekkende details beschreven. Daarbij maakt Petria vaak gebruik van vergezochte vergelijkingen. Deze zijn regelmatig grappig en vernieuwend:

Op de luie stoel beland zag ik Renata’s hoofdhaar tussen mijn benen. Alsof haar hoofd op mijn penis groeide. Ik stelde me voor dat ik op een soort schietbaan was en op haar amandelen mikte. Terwijl ik leegliep, zag ik het doel vallen. Een beetje te vroeg getroffen. Een beetje te vroeg klaargekomen. Tevergeefs had ik geprobeerd allerlei maïskolven, schroeven, moersleutels, tortelduiven en benzineblikken over het beeld van de schietbaan te laten glijden en om mijn ontlading te remmen.

De vergelijkingen zijn echter niet allemaal even geslaagd:

Haar borsten waren net twee regenpijpen, beschermd tegen weer en wind. Niet groot, maar ook niet ondervoed, net genoeg voor een gedenkwaardige erectie.

Beschrijvingen van Marius’ ontmoetingen met vrouwen en zijn vrienden worden afgewisseld met korte, politiek- en seksueel getinte verhalen van de hand van de hoofdpersoon. Deze verhalen zijn het interessantste onderdeel van de roman: hier laat Petria, meer dan in de rest van het boek, zien wat hij kan. De verhalen zijn, op een enkele uitzondering na, origineel en stemmen tot nadenken:

Alleen over God had ik wel eens ruzie met mijn opa en hij noemde mij een vuile atheïst. Hij was een praktiserend Grieks-katholiek. Hij snapte niet dat een slim mens, hij vond me slim, atheïstisch kon zijn, tenzij hij een communist was. ‘Je gaat je vinger niet in je reet stoppen om je huig aan te raken’, zei hij. ‘Je stopt hem in je mond’.

renata2

De meeste personages in het boek blijven echter aan de oppervlakte. Je leert weinig over hun drijfveren en gedachten. Renata is weliswaar een belangrijk figuur voor het verhaal, maar komt niet echt tot leven. Marius is wel een interessant personage. Soms vraag je je af waarom hij dingen op een bepaalde manier doet (bijvoorbeeld seks hebben met vrouwen die hij onaantrekkelijk vindt). Hij waait regelmatig met elke wind mee en maakt zich weinig zorgen. Door de merkwaardige verhalen die hij schrijft ga je hem anders bekijken, want die blijken toch niet wars van engagement. Daarnaast zijn zijn praktische inborst en nuchtere beschrijvingen vaak ontwapenend:

Mioara’s borsten zijn niet gelijk, de linker is langer. Net twee blusapparaten. Als ik ze op mijn schouders zette, zouden ze bijna mijn schouderbladen raken. Zoveel sproeten ze op haar kont heeft, zoveel heeft ze ook op haar borsten. Ik zag uit naar de ruil, seks voor het aquarium, en dat moest per se, want ik wilde haar niets schuldig blijven.

De vergelijking van de roman met Boccaccio’s Decamerone is nogal vergezocht. Weliswaar zijn de verhalen ook in een raamwerk ingebed en handelt het over de lichamelijke liefde, maar Mijn dagen met Renata met één van de grootste meesterwerken uit de wereldliteratuur vergelijken is wel erg ambitieus. Verder is het begrijpelijk dat de fragmentarische stijl wordt vergeleken met pop-upvensters, maar om het een nieuwe methode te noemen is overdreven.

Mijn dagen met Renata is een vermakelijk boek, met interessante verhalen binnen een ander verhaal en lekker veel seksscènes. Toch heeft de Roemeense literatuur waarschijnlijk meer te bieden. Hopelijk volgen er snel meer boekvertalingen uit dit interessante land.

Djuna ter Beke

Alexandru Petria – Mijn dagen met Renata. Vertaald door Jeanette Carp en Ronald van Linde. Nobelman, Groningen. 136 blz. € 14,95.