Het konijn achterna

In 2015 is het 150 jaar geleden dat Alice in Wonderland van Lewis Carroll voor het eerst uitkwam. Reden voor Gottmer om het boek in vertaling van Sofia Engelsman opnieuw te laten illustreren, en wel door Floor Rieder. Ze hadden geen beter passende illustrator kunnen kiezen, want de tekeningen van Rieder zijn magisch en bevreemdend.

De illustraties in de uitgave die ik in mijn jeugd las, gemaakt door Sir John Tenniel (in 1866 en 1870), waren mooie en enge waterverfschilderijen en pentekeningen. Rieder slaat een compleet andere weg in door illustraties te maken met een bijzondere krastechniek. Alice ziet er eigentijds uit, met een brilletje en sneakers. Zwart en wit worden afgewisseld met groen, oranje en bruin. Dit geeft het boek een heel authentieke stijl. Elke pagina is een kunstwerk apart. Het is dan ook zeer terecht dat het boekomslag gisteren werd verkozen tot Het mooiste omslag van 2014.

De avonturen van Alice in Wonderland werd geschreven in 1865 en gaat over een meisje van zeven dat een konijn met een horloge achternagaat. Ze belandt vervolgens in een wondere wereld waarin ze krimpt en groeit, in haar eigen tranenmeer zwemt, advies krijgt van een pijprokende rups, croquet speelt met een flamingo en een hagedis met de naam Willetje uit een schoorsteen schopt.

In het vervolgdeel Alice in Spiegelland (1872), dat ook deel uitmaakt van deze uitgave, kruipt Alice door de spiegel in haar woonkamer en belandt ze in een schaakwereld. Op haar weg door de verschillende vakken praat ze met onaangename bloemen en een hobbelpaardenvlieg, moet ze achteruit lopen om vooruit te komen, ontmoet ze Twiedeldum en Twiedeldie, draagt Humptie Dumptie haar het zoveelste versje over vissen voor en schudt ze de koningin zo hard door elkaar dat ze in een poesje verandert.

alice3

Alles wat Alice overkomt is heerlijk absurd. De vertaling van Engelsman is helder en levendig. Op sommige versjes na, die wat gekunsteld aandoen:

De leeuw en de eenhoorn, die streden om de kroon.
De leeuw sloeg de eenhoorn beurs, dat was zo het patroon.
Toen was er wit brood en ook bruin, en pruimentaart met room.
Met trommels werden ze verjaagd en veilig was de troon.

De vlotte dialogen maken echter een hoop goed en zijn vaak enorm grappig:

De hoedenmaker zette grote ogen op toen hij dit hoorde, maar hij zei alleen maar: ‘Wat is de overeenkomst tussen een raaf en een bureau?’ ‘Ha,’dacht Alice, ‘raadseltjes. Dat kan leuk worden.’ En hardop zei ze: ‘Ik denk dat ik het wel weet.’ ‘Bedoel je dat je denkt dat je het antwoord weet?’ vroeg de Maartse Haas. ‘Precies,’ zei Alice. ‘Dan moet je zeggen wat je bedoelt,’ zei de Maartse Haas. ‘Dat doe ik ook,’ antwoordde Alice haastig. ‘Tenminste… Ik bedoel wat ik zeg. Dat is hetzelfde.’ ‘Dat is helemaal niet hetzelfde,’ zei de Hoedenmaker. ‘Dan kun je ook wel zeggen dat “Ik zie wat ik eet” hetzelfde betekent als “Ik eet wat ik zie”.’ ‘En dan kun je ook wel zeggen,’ zei de Maartse Haas, ‘dat “Ik wil wat ik krijg” hetzelfde is als “Ik krijg wat ik wil”.’ ‘En dan kun je ook wel zeggen,’ zei de Mafmuis, die in zijn slaap leek te praten, ‘dat “Ik adem als ik slaap” hetzelfde is als “Ik slaap als ik adem”.’ ‘In jouw geval ís dat ook hetzelfde,’ zei de Hoedenmaker, en daarmee eindigde het gesprek en zwegen ze allemaal.

Je kunt je afvragen of Alice eigenlijk wel geschikt is als kinderboek. Alice maakt helemaal geen leuke dingen mee, al is het voor de lezer vermakelijk. Werkelijk geen enkel figuur is aardig tegen het kleine meisje. Ze komt van de ene verwarrende situatie in de andere, en niemand wil haar helpen. Daarnaast lijkt niemand haar te begrijpen, zoals de rups met de waterpijp:

Wie ben jij?’ vroeg hij. Dit was geen bemoedigend begin. Een beetje verlegen antwoordde Alice: ‘Ik weet het niet zo goed, meneer, op dit moment. Ik weet nog wel wie ik was toen ik vanmorgen opstond, maar sindsdien ben ik volgens mij al een paar keer veranderd.’ ‘Wat bedoel je?’vroeg de Rups streng. ‘Verklaar je nader.’ ‘Ik ben bang dat ik mezelf niet nader kan verklaren, meneer. Omdat ik mezelf niet ben, ziet u.’ ‘Nee, ik zie niks,’ antwoordde de Rups. ‘Jammer genoeg kan ik het niet duidelijker uitleggen,’ zei Alice heel beleefd. ‘Omdat ik het zelf niet begrijp. En het is ook heel verwarrend om steeds een ander formaat te hebben.’ ‘Nee, hoor,’ zei de Rups. ‘Misschien heeft u dat nog niet zo gemerkt,’ zei Alice. ‘Maar als u eenmaal in een pop bent veranderd – want dat zal gebeuren- en daarna in een vlinder, zult u zich toch wel een beetje vreemd voelen. Denkt u ook niet?’ ‘Helemaal niet,’ zei de Rups. ‘Goed, misschien dat u zich dan niet vreemd voelt,’ vervolgde Alice. ‘Maar ik zou me wel heel vreemd voelen.’ ‘Jij,’ sprak de Rups vol minachting. ‘Wie ben jij?

alice2

Verder krijgt Alice te maken met allerlei wezens die haar te pas en te onpas vertellen hoe dom ze is, een koningin die haar wil onthoofden, een kok die borden naar haar gooit, enzovoorts. Alice huilt de helft van de tijd, zich afvragend of ze ooit weer thuis zal komen.

Maar zijn de leukste kinderboeken niet juist de kinderboeken die ook een beetje naar zijn? Ik heb het boek in ieder geval van voor naar achter (en weer van achter naar voor, want het is een omdraaiboek) jubelend gelezen. (Her)lees dit boek, en dan het liefst in de vorm van deze prachtige uitgave.

En kijk voor andere bijzondere Alice-illustraties ook eens hier.

Djuna ter Beke

Lewis Carroll – De avonturen van Alice in wonderland en in Spiegelland. Uit het Engels vertaald door Sofia Engelsman. Met illustraties van Floor Rieder. Gottmer, Haarlem. 178/202 blz. € 24,95.