Humaan pleidooi voor verscheidenheid

De Pakistaanse schrijver Mohsin Hamid is één van de beste schrijvers van zijn generatie vanwege zijn ijzersterke romans The Reluctant Fundamentalist (2007) en How to Get Filthy Rich in Rising Asia (2013). Hamid woonde in New York en Londen en momenteel weer in Lahore, de stad waar hij grotendeels opgroeide. Omstreeks 2010 was hij op bezoek in Amsterdam. Zijn Pakistaanse vrienden – die in Amsterdam wonen – waren bezorgd; de leider van de derde grootste partij in het parlement – dat is natuurlijk Geert Wilders – pleitte er voor om de Koran te verbieden. De houding ten opzichte van Moslims, schrijft Hamid in zijn recent verschenen essaybundel Discontent and Its Civilizations,

were becoming toxic. A strange thought hung over me as we wandered by marijuana-selling coffee shops and display windows for legal prostitutes: the thought that Anne Frank, as a permanent reminder of intolerance gone mad, could be a guardian angel for Muslims in Amsterdam. How sad that in this city, with its history, a religious minority could once again feel the need for such a guardian.

Hamid

Discontent and Its Civilizations is een belangrijk boek. Alleen al omdat het een sterk tegengif is voor de ergernis die de opinies van types als Prem Radhakishun en Jort Kelder opwekken als zij weer eens worden uitgenodigd om de gebeurtenissen in de wereld van commentaar te voorzien. Maar het is voornamelijk van belang vanwege Hamids humane pleidooi voor verscheidenheid, want, schrijft hij in de introductie:

To be a human being and to be a hybrid being are the same thing.

Deze gedachte is de onderliggende stelling van vrijwel alle essays uit het boek.

Hamids humanistische pleidooi is altijd helder geformuleerd, gespeend van elke hyperbool of provocatie en dat is een welkome aanvulling op dat constante geschreeuw dat door moet gaan als duiding van de ontwikkelingen en gebeurtenissen in de wereld. Dat is eigenlijk wat me het meest bevalt aan dit boek: de kalme toon, de heldere stijl en de simpele argumentatie – zonder simplistisch te zijn – waarin Hamid een pleidooi houdt voor pluralisme. Want ik kan alleen maar instemmen wanneer hij schrijft dat:

A country should be judged by how it treats its minorities.

De stukken in het boek zijn ingedeeld in de delen ‘Life’, ‘Art’en ‘Politics’. In zijn inleiding schrijft Hamid dat het eerste gedeelte ervoor moet zorgen dat we hem een beetje leren kennen, maar hij is in al zijn stukken persoonlijk. Voor Hamid zijn het persoonlijke en politieke namelijk niet te scheiden, zoals voor hem kunst en politiek ook altijd met elkaar verbonden zijn. Dat laatste is voor veel schrijvers en artiesten vloeken in de kunstzinnige kerk, maar het is maar al te logisch als de drones boven je huis vliegen, terroristische aanslagen in je woonplaats plaatsvinden of als je dochter niet naar school kan omdat de scholen zijn gesloten vanwege de aanstaande protesten tegen de film Innocence of Muslims. Al zag zijn dochter het niet als een beperking dat ze niet naar school kon:

My daughter was pleased that she would have a ‘day off’- after a life total of four days on.

In de sectie ‘Art’ is de toon van de cultuurpessimist gelukkig afwezig. Het stuk ‘Where is the Great American Novel by a Woman?’ is een pleidooi voor de afschaffing van het predicaat The Great American Novel. Laat ‘the’ en ‘American’ vallen, schrijft Hamid, want:

Literature is where we free ourselves. Otherwise, why imagine at all? So drop the caps.

En ja, televisie zorgt voor een crisis in de literatuur, voornamelijk voor de roman, door de hoge kwaliteit van een sommige tv-series. Maar niet zeuren en treuren, want

a crisis can be an opportunity. It incites change. And the novel needs to keep changing if it is to remain novel.

Het grootste gedeelte van deze essaybundel gaat over Pakistan, een complex land, met een complexe relatie tot Amerika en het westen. Een land van minderheden, stammen, verschillende talen en verscheidene religies dat maar al te vaak wordt opgeschrikt door terroristische aanslagen. Pakistan is pas onafhankelijk sinds 1947 en heeft sinds die tijd veel veranderingen ondergaan. Hamid werd geboren in een democratie, maar groeide op in een dictatuur. En Pakistan is belangrijk volgens Hamid, niet alleen voor hemzelf en zijn landgenoten, maar ook voor de wereld, want het is een ‘test bed for pluralism.’

Verdraagzaamheid is de acceptatie van pluralisme. Grenzen staan de notie van gelijkheid in de weg. In het essay ‘A Beginning’ over de toespraak die Barack Obama in Caïro hield toen hij net president van Amerika was, schrijft Hamid dat het niet mogelijk is

to champion national greatness and human equality at the same time. Either the value placed on the life of an Iraqi or a Pakistani is equal to the value placed on the life of an American, or it is not. Either the value placed on the life of a Palestinian is equal to the value placed on the life on an Israeli, or it is not.

Tussen alle treurige en bekrompen voorstellen en opinies die helaas al te vaak de wereld worden in geslingerd, is het fijn om te luisteren naar de humane stem van Hamid en zijn pleidooi voor verscheidenheid.

Koen Schouwenburg

Mohsin Hamid – Discontent and its Civilizations. Hamish Hamilton, Londen. 188 blz. € 14,37.