‘We verbeelden ons van alles wat niet waar is’

Hoewel de Canadees Allan Stratton diverse succesvolle toneelstukken en volwassenenromans schreef, verwierf hij in ons taalgebeid vooral bekendheid als jeugdauteur. In zijn eerder verschenen adolescentenromans Chanda’s geheim (2007) en Chanda’s oorlog (2010) klaagt hij maatschappelijke wantoestanden in Afrika aan, zoals de HIV-problematiek, kindsoldaten en agressieve rebellen. De honden, waarvoor Stratton zich door zijn onveilige jeugd in een door geweld geteisterd gezin liet inspireren, is een volkomen ander boek geworden.

Vanaf de eerste bladzijden biedt Stratton een geslaagd inzicht in de gedachte- en gevoelswereld van Cameron, een getroebleerde adolescent. Steeds weer op de vlucht voor zijn agressieve vader belanden Cameron en zijn moeder op een afgelegen boerderij. Stratton doet behoorlijk veel moeite om de wat macabere setting als ‘spookhuis’ te typeren. In de kelder van de bouwvallige woning vindt Cameron een verzameling kindertekeningen met angstaanjagende taferelen:

Ik kijk er lang naar. Hoe langer ik kijk, hoe meer vormen ik erin zie, en hoe meer vormen ik zie, hoe duidelijker ze worden. Staarten. Tanden. Plassen bloed. Mijn hart staat stil. Honden. Het is een troep wilde honden, en ze zijn bezig iets aan flarden te scheuren.

Als de eigenaar van de tekeningen – de geest van de ondertussen overleden Jacky McTavish – contact zoekt met Cameron, achterhaalt deze de gruwelijke waarheid omtrent Jacky’s lot. Niemand wil hem echter geloven. Stratton integreert een verrassend nieuw verhaalgegeven in de suggestie dat Cameron onder druk van familiale problematiek psychische problemen heeft en dus weleens een onbetrouwbare verteller kan zijn. Via deze intrigerende invalshoek krijgt Camerons relaas meteen meer diepgang.

De wat macabere verhaallijn omtrent Jacky’s opgroeien in een instabiele gezinssituatie, doet Cameron aan zijn eigen gewelddadige vader denken:

In mijn hoofd speelt een radio en Jacky’s moeder zingt mee. Opeens is er een mannenstem en wordt het ruzie. […] Wacht. Dat is de stem van ma. Mijn hart slaat over en ik ben weer in de werkelijkheid. Heeft ma dat ooit geroepen? Heb ik dat ooit echt gehoord?

Wanneer de geschiedenis zich lijkt te herhalen, neemt Camerons leven nachtmerrieachtige vormen aan. Stratton weet de onderhuidse spanning feilloos op te bouwen en loodst de lezer naar een ijzingwekkend hoogtepunt. Beroept de auteur zich aanvankelijk nog op kunstgrepen en enkele clichés uit het genre (macaber spookhuis, lugubere ontdekkingen, een lang verjaarde moord), zo ontstaat naarmate het verhaal vordert een complexer uitgewerkte spanningsboog. Het hoge schrijftempo zorgt onmiskenbaar voor suspense en maakt De honden tot een ware pagetuner. Dat de groots aangekondigde apotheose wat mager uitvalt is een spijtig gegeven, maar kan Stratton omwille van zijn merites als een sterke psychologische uitdieping, zorgvuldig uitgewerkt spanningsverloop en stilistische rijkdom, vergeven worden.

Jürgen Peeters

Allan Stratton – De honden. Vert. Annelies Jorna. Gottmer, Haarlem. 300 blz. € 16.95.