Vanaf vandaag is het boek met de brieven van Frans Kellendonk (1951-1990) verkrijgbaar, samengesteld door Oek de Jong en Jaap Goedegebuure. In de boekenbijlage van verschillende kranten werd afgelopen weekend volop aandacht besteed aan het boek.

Volkskrant-recensent Arjan Peters noemde Kellendonk afgelopen zaterdag ‘misschien wel de belangrijkste auteur van zijn generatie’ en Trouw sprak van ‘de grootste schrijver van zijn generatie’. Vandaag plaatst Reinjan Mulder (oud-adjunct uitgever bij Uitgeverij De Geus en Meulenhoff) op zijn weblog kanttekeningen bij die uitspraken. Mulder schrijft onder andere:

Ik vond Kellendonk altijd een goede schrijver, zeker, maar hij is volgens mij nooit tot de interessantste van zijn generatie uitgegroeid. Ook de argumenten die de beide kranten daar nu voor geven, overtuigen mij daar niet van (…).

Hij vervolgt:

Literatuur is natuurlijk geen zaak voor top-tienen, maar mocht je dan toch een ranglijst willen maken voor de generatie van Kellendonk, dan zou ik Adri van der Heijden, Allard Schröder, Oek de Jong, P.F. Thomése en Doeschka Meijsing, om maar wat anderen te noemen, zeker zo ‘belangrijk’ vinden. Hele stukken De Jong, Van der Heijden, Meijsing of Thomése schieten me, nu ik dit schrijf, zo te binnen, maar bij Kellendonk moet ik daar wat meer moeite voor doen.

Op Facebook wordt gereageerd op het stuk van Mulder. Hein Aalders zegt:

Tsja, ’t is duidelijk dat Reinjan geen fan is van Kellendonk, maar argumenten om de stelling dat hij ‘misschien wel de belangrijkste schrijver van zijn generatie’ is te weerleggen geeft hij niet.

En Jos Joosten:

Altijd mooi om een fraaie, goede tekst te lezen, waarmee je het voor 85% oneens bent.

En Daan Doesborgh:

Onder studenten Nederlands wordt hij gretig verslonden kan ik je vertellen.