Wilde u nog iets bestellen?’

Men zegt altijd dat je het niet moet doen, maar ik doe het toch; wát een mooi omslag heeft Een volstrekt nutteloos mens, de eersteling van Jori Stam. Ik geef het maar gelijk toe; het was het eerste wat me eraan aantrok, want van Jori Stam had ik nog nooit iets gelezen. Dat had wel gekund, want drie van de verhalen in Een volstrekt nutteloos mens zijn al eerder verschenen in onder andere De Revisor.

Verhalen dus, tien in totaal, waarvan bijvoorbeeld het laatste verhaal slechts drie pagina’s lang is. Jori Stam is meer van de sprint dan van de duurloop: efficiënt, snel en keihard. De verhalen laten zich typeren als korte inkijkjes in de ziel van tamelijk verknipte geesten. Soms alleen gedachten, soms handelingen, en natuurlijk handelingen voortkomend uit die gedachten.

jori2

Stam schrijft duidelijk en laat niets onbenoemd. Je wilt je niet identificeren met zijn personages, maar zijn verhalen beslaan zo’n breed spectrum aan gebeurtenissen en gedachten dat iedereen toch wel iets zal herkennen van wat er gezegd, gedaan of gedacht wordt.

Herkenning is één ding, handeling is een stap verder. In veel van de verhalen handelen de personages in Een volstrekt nutteloos mens naar hun instinct. Ze hebben het gevoel dat ze iets moeten doen. Verdient iemand straf, dan krijgt hij straf:

Je zult moeten boeten voor je opmerking (…) Ik heb het niet over een oprecht mea culpa voor de camera of een ingezonden brief in de krant. Ik heb het over een echte boete. Iets wat blijft.

Dat de gebeurtenissen in de verhalen herkenbaar zijn komt ook doordat ze zo actueel zijn. Het internet speelt een grote rol, de mogelijkheden van Facebook, maar ook internetdating en het gemak waarmee je via internet aan (informatie over) gevaarlijke en/of dodelijke middelen kunt komen.

De verhalen lijken weinig aan de verbeelding over te laten. Veel van wat er gebeurt beschrijft Stam tot in detail. Toch eindigen de verhalen vaak abrupt, of komt het eind van de handeling niet aan bod. En niet zonder effect: na elk verhaal zit je toch even voor je uit te staren om de boel uit te dokteren: wat is hier nou gebeurd? Of waaróm gebeurde het? Dat geeft de verhalen hun kracht; ze eindigen in een mokerslag of laten je juist in verwarring achter.

De herkenbaarheid die ik eerder noemde zorgt er helaas ook voor dat sommige verhalen aan kracht inboeten: weer een schrijver die zich verheven voelt boven andere mensen, weer een plattelandsjongen die in De Grote Stad is gaan wonen en nu weet hoe de wereld in elkaar zit. Je woont niet zomaar in Amsterdam West, nee, dat doe je in een slecht onderhouden appartement waar je last hebt van de muizen. Dit soort omstandigheden doen wat clichématig aan (een keer is leuk, maar niet zo vaak!), en dat terwijl Stam verder juist laat zien een ontzettend originele schrijver te zijn.

De beste twee verhalen vinden we aan het eind. In ‘Toet’ brengt een tienermeisje met overgewicht het hoofd van Antoon, paardenliefhebber, op hol. De manier waarop Antoons liefde voor Toet en voor paarden zich vervlechten is, naast hilarisch, van een schrijnende treurigheid. En had ik het eerder over verhalen die worden afgesloten met een mokerslag; Stam pakt die moker in de laatste drie pagina’s nog eens goed vast, en slaat de hele boel kort en klein in ‘Kerstdiner’, waarin alles de diepte en duisternis ingaat.

Die Jori Stam wil ik vaker lezen. Een schrijver die schreeuwt alsof het uit zijn tenen moet komen, die het laatste beetje zwarte gal dat er nog inzit eruit weet te knijpen. Jori Stam hoeft niemand te imiteren. Als hij zo dicht bij zichzelf blijft als in ‘Kerstdiner’ kan hij iedereen onder de tafel schrijven.

Timen Kraak

Jori Stam – Een volstrekt nutteloos mens. Atlas Contact. 172 blz. € 19,99.