Een herinnering vervangt de ervaring

De nieuwe roman van Alfred Kossmann heet Een verjaardag. Dat klinkt heel opgewekt, maar het verhaal gaat boven alles over ouder worden, herinneren, langzaam versterven en een plotselinge dood. We zijn ver van Kossmanns zonnige reisverhalen verwijderd geraakt. De geur die Een verjaardag verspreidt is die van droefenis. De toon waarop hoofdpersoon Arthur Treviaan van het vijfenzestig worden vertelt is ingetogen – eigenlijk ziet hij op tegen de lente die net is aangebroken. Liever dan nieuw lawaai en frisse pastelkleuren te ervaren wil hij herinneren en herkennen. ‘Het oude brein verlangt naar herhaling en bevestiging en reageert niet op nieuwe impulsen.’ Wie nu denkt dat dit alles in een treurig en saai boek resulteert komt bedrogen uit. Kossmanns vermogen een vertelling te construeren, zijn aangeboren neiging te relativeren hebben andermaal een schitterende roman opgeleverd.

kossmann verjaardagTreviaan brengt de avond van zijn vijfenzestigste verjaardag door met vier vrienden die hij al vijftig jaar kent en met wie hij ook zijn vijftigste verjaardag vierde. Hun gesprek wordt door Kossmann in fragmenten opgetekend en als een rode draad door de roman geweven; het onderwerp ervan blijft gelijk: het verleden en de manier waarop het herinnerd wordt. ‘Je herinnert je de herinnering,’ heet het in het begin, ‘je kunt niet terug naar de oorsprong, naar de beleving…’ Gaandeweg wordt dit inzicht aangescherpt: een herinnering is welbeschouwd een leugen en ‘zich herinneren moord op de herinnering’. Wie van een beleving een verhaal maakt kan niet meer terug naar de ervaring. Dat is de omstandigheid waarmee Kossmann al zijn personages confronteert.

De ochtend volgend op de verjaardag krijgt Treviaan bezoek van Thérèse, zijn schoonzus. Ooit was hij op haar verliefd, maar ze trouwde met zijn broer Pieter, die nu alweer jaren dood is. Ze schreef een boekje, Geraamtes in de kast, over al die dingen die mensen een leven lang met zich meezeulen en die hen verhinderen zelfstandig te worden — en ze sterft in Treviaans woonkamer op het moment dat hij in de keuken een salade voor haar bereidt. Haar plotselinge dood heeft tot gevolg dat Treviaan in het bezit komt van aantekeningen die Pieter tientallen jaren terug over hem en zijn vrienden maakte, en dat hij Thérèse’s buurvrouw ontmoet, Leentje de Jong, een treurige sherry-drinkende prostituee die een wankelmoedige relatie met haar zoon Patrick onderhoudt. Treviaan en Leentje raken bevriend.

Mondjesmaat neemt Arthur de aantekeningen van zijn broer tot zich en het verrast hem hoe weinig hij zichzelf en zijn jeugd erin herkent. Is hij zo veranderd of had Pieter zo’n vertekend beeld van hem? Centraal in de aantekeningen staat het oorlogsjaar 1944, in het bijzonder de zelfmoord van een joods meisje op wie Arthur halfslachtig verliefd was. De herinnering aan haar krijgt een morbide pendant in de onverwachte dood van Leentje. Is ze door Patrick van de trap geduwd of probeerde hij haar val juist te verhinderen? Het is een vraag die niet zal worden beantwoord – werkelijkheid en verleden zijn en blijven onkenbaar.

Anton Brand

Alfred Kossmann – Een verjaardag. Querido, Amsterdam.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden op 21 april 1989.