Een enorme schuldenlast op de nek

Anne Neijzen (1963) is een beroepscoach die werkt met het enneagram, een model dat de gedragingen en vooral de motivaties van een aantal persoonlijkheidstypen beschrijft: de perfectionist, de helper, de winnaar, de romanticus, de waarnemer, de loyalist, de avonturier, de baas en de bemiddelaar. Daarnaast is ze advocaat. In beide functies is ze dus probleemoplossend gericht. Die ervaring is terug te vinden in haar debuutroman Zoutberg.

Het verhaal begint in medias res, een beproefde methodiek om de spanningsboog aan te trekken, die ook hier weer bijzonder goed werkt. Vormtechnisch is op dit boek helemaal niets aan te merken. Neijzen combineert vlotjes twee ‘dossiers’ en laat ze, middels een bemiddelaar, uiteindelijk samensmelten. Een van de basisvoorwaarden voor literatuur: twee verhalen wrijven tegen elkaar en zo ontstaat er vuur. Als advocaat is Neijzen natuurlijk gewend om meerdere balletjes tegelijk in de lucht te houden, als coach moet ze eveneens het overzicht bewaren.

Bijna zeventig jaar heb ik op hem gewacht. Elke dag. Nu is hij gekomen.

Dat is de hele tekst van het eerste hoofdstuk. Uitgesproken door ene Oscar, een man op leeftijd. Daarna schakelen we over naar de tachtigjarige Paul van Deelden, gevangen in een Spaanse cel, ook tot ongemak van de politie van het stadje aan zee, alwaar nog steeds de visvangst en –verwerking een belangrijke bron van inkomsten is. Wat de man precies heeft gedaan laat Neijzen vooraleerst fijntjes in het midden. Hij krijgt pen en papier en een rol koekjes. Zo begint hij zijn verhaal te vertellen, langzaam aan, in een prettige cadans. Deze roman heeft van begin tot eind een aangenaam ritme, ook niet onbelangrijk.

Na een paar hoofdstukken waarin het hedendaagse leven van Van Deelden wordt aangestipt met alle beperkingen en ongemakken van de oude dag – met eenzaamheid veroorzaakt door de scheiding een dozijn jaren eerder van zijn veel jongere vrouw – wordt, door, hoe tekenend, een toevallige ontmoeting in de Bijenkorf, de zoon Rebus geïntroduceerd. (Figuurraadsel, of moeten we dan denken aan ‘de rebus quae geruntur’ – over de zaken die gebeuren – zesde naamval meervoud van ‘res’, zijnde zaak, ding in het latijn?)

De zoon waarmee Paul een moeizame verhouding heeft, veroorzaakt door zijn eigen onverwerkte verleden. Paul wil schoon schip maken. Hij wil met Rebus naar zijn geboortedorp om eindelijk de waarheid, zijn jeugdtrauma te vertellen. Een moment van overgave. Een fijne verweven verhaallijn, kunstig, beslist geen kunstgreep.

Dan komt Oscar van Zalingen echt op de proppen, ook tachtig jaar, eveneens met een verhaal, met een jeugdtrauma, zo als later blijkt nauw verbonden met dat van Paul.

Geen mens is in staat om levenslang te rouwen. Ook mijn jaren waren gelardeerd met momenten van welbevinden.

Oscar woont in Spanje, is tezamen met zijn vader en moeder uitgeweken na de Tweede Wereldoorlog. Van een klein familiebedrijf heeft hij een internationale onderneming gemaakt, groot in de ingemaakte sardines. De vaders van Zalingen en van Deelden zaten beiden thuis in Holland in de ansjovis. Van Deelden een stuk succesvoller, Van Zalingen moest het zout duur betalen bij zijn concullega.

Zoutberg

Zoutberg is bovenal een soepel boek, een boek zonder cesuren, hoewel er regelmatig van verteller en van tijd wordt gewisseld. Op papier in de cel en in retrospectief tijden de trip met zoon Rebus komt de jeugd van Paul en Oscar langzaam tot leven. Er is verraad gepleegd, de keuze van ouders en de eigenlijk niet kwaadwillende handeling van de kinderen – doorgaans hulpkreten voor genegenheid, vriendschap – hebben grote, onbedoelde gevolgen. Een leven lang vol schuld waarbij de in beslagname van de zoutberg een cruciale rol speelt.

(DEEL)PLOTWAARSCHUWING!

Oscar is als zoon van een NSB’er verantwoordelijk voor het verraad. Een verraad waarmee hij eigenlijk alleen Paul door elkaar wilde rammelen, omdat ook hij, zijn bloedbroeder, hem angstvallig mijdt. Een hartig woordje van de politie en daarmee basta. Maar de gevolgen zijn enorm. Paul voelt zich als geen ander schuldig, als de eerste die de dominostenen in beweging heeft gezet, omdat hij, tegen het uitdrukkelijke verbod van zijn vader in, om hem te plezieren en het gezin zo mede door de hongerwinter te helpen, opnieuw via een achterafluikje zout ‘van de Duitsers’ steelt.

Paul van Deelden, in zijn werkzame leven advocaat, heeft zijn versie nooit aan iemand verteld, ja eenmaal aan zijn moeder, maar die, geschokt, verhard door de gebeurtenissen, wilde nooit en te nimmer over de oorlog praten. Oscar wilde zelfs geen kind op de wereld zetten, bang om zijn genen door te geven. Hij zoekt al decennia vergeving of wil tenminste in gesprek gaan. Paul heeft het elke keer mordicus afgehouden, heeft nooit gereageerd. Totdat Oscar Rebus erbij betrok. Het is bijna metaforisch dat de hoofdstukken vanuit het perspectief van Oscar wat minder ruimte krijgen, als het ware tussen het verhaal van Paul ‘geperst’ zijn. Hij wil het zo graag goed maken, hunkert nog steeds naar vriendschap of in elk geval naar een klein beetje begrip. Neijzen weet sympathie te wekken voor de dader, voor de daders. Paul is eigenlijk voornamelijk kwaad op zichzelf, heeft een leven lang criminelen verdedigt, met een enorme schuldenlast op zijn nek. Neijzen maakt met Zoutberg maar weer eens overduidelijk dat het verleden niet zwart-wit is maar grijs, diepgrijs soms. Tja, een aanrader!

Guus Bauer

Anne Neijzen – Zoutberg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 208 blz. € 18,98.