Ontsnappen aan het main stream-denken

Eigenbouwer noemt zich ongegeneerd een ‘Tijdschrift voor de goede smaak’. Het verschijnt ook alleen als de redactie daar zin in heeft en weer een aflevering gevuld heeft met hoogwaardige artikelen. Niemand kan de redactie iets opleggen, ‘de eigen smaak van de eigenbouwer is richtinggevend.’ Het nieuwste nummer bevat vijf artikelen en een redactioneel. Terwijl de artikelen allemaal over moderne kunst in de twintigste eeuw gaan, behandelt het redactioneel de huidige staat van Nederland. ‘Van een in zichzelf gekeerde welzijnsstaat die in eigen ogen in vele opzichten een gidsland was, is het getransformeerd tot een internationaal bloeiend land waarin de welvaart zich op een hoog peil bevindt, maar ook de nodige offers heeft gevraagd.’ Dit troonrede-proza, waarin het vrije marktdenken wordt gehekeld, brengt in de laatste alinea nog wel een verbinding tot stand met de rest van het blad, dat ‘wil ontsnappen aan main stream denken’. Verder hangt het redactioneel er maar wat bij.

Als de artikelen uit Eigenbouwer één aspect met elkaar gemeen hebben dan is dat wel dat ze net zo goed in een ander hoogwaardig blad gepubliceerd hadden kunnen worden, maar om de een of andere reden in Eigenbouwer zijn beland. Dat maakt de inhoud van het blad elke keer weer verrassend en maakt dat de komst ongeduldig afgewacht wordt.

Radboud van Beekum laat zien hoe in 1909 de architect G.F.la Croix het nakijken had toen zijn ontwerp gekozen voor het bouwen van een sanatorium bij Groesbeek, omdat hij zijn auteursrechten niet goed geregeld had. Zeer overtuigend is een lang artikel van Hans Oldewarris waarin hij gehakt maakt van de pogingen om de Amsterdamse School in te zetten voor ‘city branding’. Hij laat feilloos zien dat de definities die voor deze school worden gebruikt, dermate van elkaar verschillen dat men de term nauwelijks kan hanteren. De mensen die vorig jaar de expositie Boekbeeld. De Amsterdamse School in omslagen en boekbanden hebben gemaakt, zullen – zo vermoed ik – na het lezen van dit artikel uit schaamte de straat niet meer op durven. Sjoerd van Faassen neemt nog eens Dirk Coster op de korrel (het bête noir van Forum), die zoveel problemen had om het ‘nieuwe’ in de literatuur te waarderen.

Een goed voorbeeld van een gedegen en toch leesbaar biografisch artikel levert Hanneke Oosterhof. Zij schrijft over Lotte Beese, die aan het Bauhaus studeerde en in Brno en Rusland werkte voor zij met haar (nieuwe) man Mart Stam in Nederland terecht kwam. Oosterhof behandelt met name de gecompliceerde liefdesrelatie tussen Beese en de directeur van het Bauhaus, Hannes Meyer. Beese werkte, ondanks de complicaties in de relationele sfeer, aan een aantal moderne architectuurprojecten in Oost-Europa mee. Misschien wel het leukste artikel in het blad (van Wietse Coppes en Leo Jansen) behandelt de New Yorkse tijd van Piet Mondriaan. De aanleiding voor het artikel is maar heel klein, namelijk een foto van een etalage in New York, waar een schilderij van Mondriaan te zien is. Deze foto vormt het beginpunt van een heel aardige verhandeling over de wijze waarop Mondriaan in New York terecht kwam en de verbindingen tussen kunstenaars, verzamelaars en boekhandels in die tijd. Prachtig is een kleurenfoto van Charmion von Wiegand met een Mondriaan op het dak van een huis in Manhattan.

Doeke Sijens

Eigenbouwer. Tijdschrift voor de goede smaak. Nummer 4, juli 2015. Losse nummers kosten € 12,50 en kunnen besteld worden bij Hans Oldewarris (mail).