Van een koe die rechtop leert lopen

De waarheid is een koe is het debuut van David Duchovny. Hij duikt in het hoofd van de koe Elsie Bovary en laat haar samen met de kalkoen Tom en het varken Sjalom op reis gaan naar Indië, het beloofde koeienland. Een beetje vergezocht? Laat me dan even vertellen dat David Duchovny twee decennia geleden het scherm onveilig maakte als agent Mulder in de X-files. Wie weet deed hij daar zijn inspiratie wel op voor deze geestige allegorie.

duchovny koeIk ben nooit echt een fan geweest van sterren die plots meenden naast acteertalent ook over literair talent te beschikken. Wellicht dat ik daarom met enige vorm van scepsis de lectuur van dit boek aanvatte. Bij de eerste bladzijden gooide ik met een glimlach dit vooroordeel overboord. Duchovnys boek is veruit het meest geestige boek dat ik dit jaar gelezen heb. Ondanks het flinterdunne (en vooral ongeloofwaardige) plot slaagt hij er in om dit verhaal meerdere leesniveaus mee te geven.

De koe Elsie Bovary (let vooral op de intertekstuele woordspeling) leidt een tevreden leventje op een boerderij in Amerika. Slapen, grazen en gemolken worden vormen de basis van haar gezapige bestaan. Dit leven krijgt een plotse wending wanneer ze op een avond naar het woonhuis van de boer sluipt en daar op de ‘kastgod’ (een prachtige beschrijving van onze televisie) ziet wat er met dieren gebeurt in industriële boerderijen. Plots vallen de ontbrekende puzzelstukjes in haar leven op zijn plaats. Haar moeder die op een dag met de noorderzon verdween, haar vader die slechts sporadisch langskwam. De kastgod vernietigt met een uitzending over slachthuizen haar zorgeloze bestaan.

Wanneer ze op een andere avond leert dat koeien in Indië heilig zijn en een totaal ander leven leiden, staat haar keuze vast. Ze zal naar Indië trekken. Ze moet daarvoor afscheid nemen van haar hartsvriendin Mallory (een andere koe) die kiest voor stalletje, weide, kalfje. Bij haar queeste zal ze het gezelschap krijgen van twee andere dieren die elk hun reden hebben om de boerderij te verlaten. De kalkoen Tom wil absoluut naar Turkije omdat een land dat zijn naam draagt (lost in translation natuurlijk) onmogelijk slecht kan zijn. Het varken Jerry, dat zich recent tot het Jodendom bekeerde en sindsdien als Sjalom door het leven gaat, hoopt in Israel als onrein wezen een rustige oude dag te slijten. Dat het allemaal anders verloopt dan verwacht en ze uiteindelijk opnieuw naar Amerika trekken, ligt voor de hand, maar stoort ook niet. Op deze manier is het boek ook voor jongeren te lezen. Wat voor volwassenen een zoektocht is naar iets wat men al heeft, wordt voor kinderen een hilarische kennismaking met een kalkoen die niet kan vliegen en daarom absoluut een vliegtuig wil besturen en een koe die rechtop leert lopen om zo ongemerkt voorbij de veiligheidsdiensten van de luchthaven te geraken.

Duchovny trekt zijn schrijverspalet open en vermijdt zo de valkuilen van vele debutanten. Hij weet dat het dierengewauwel bij momenten heel cliché dreigt te worden (‘waarom eten mensen dieren, we geven al zoveel andere voeding’) en lost dit met een knipoog op door Elsie de lezer rechtstreeks te laten aanspreken. Op deze manier haalt hij de lont uit het kruitvat en laat je als lezer het gemoraliseer aan je voorbijgaan. Humor is een tweede manier om de aandacht van de lezer te houden en daar slaagt hij zeker in. Woordspelingen en grapjes wisselen elkaar in sneltreinvaart af. Een hel voor de vertalers Frank Lekens en Petra C. van der Eerden, maar het resultaat is meer dan geslaagd. Ik dien hierbij wel op te merken dat niet alle woordspelingen even geslaagd zijn (‘koe-auteur’ in plaats van coauteur). Duchovny is ook een absolute meester van de observatie en vooral dan in de weergave ervan door de ogen van een koe. Zijn beschrijving van de televisiekijkende boerenfamilie is binnen deze context hilarisch te noemen. Haar visie op de boerderijhonden getuigt ook van een frisse kijk op de feiten.

Ik heb het eigenlijk met ze te doen, want ze zijn vlees noch vis; niet helemaal dier en niet helemaal mens. Ze zitten ergens halverwege tussen wolf en mens, tussen mild en wild.

Naast de rake observaties werd ik tijdens de lectuur toch het meest gecharmeerd door de humor die Duchovny in het werk weet te brengen. Niet alleen het verhaal op zich getuigt van een (misschien door paddo’s opgewekte) inspiratie, maar met humor krijgt hij het geheel perfect verkocht. Telkens wanneer het verhaal te ongeloofwaardig dreigt te worden, neemt hij een paar passen terug en ondermijnt met succes zijn eigen fantasie.

Men heeft mij erop gewezen dat bepaalde aspecten van Elsies verhaal misschien onwaarschijnlijk zijn: dat onze helden werkelijk zouden kunnen doorgaan voor mensen op hun reis door de wereld; […] ; dat Elsie een melkkoe zou kunnen zijn vóór ze zelf heeft gekalfd; en, misschien wel het meest dubieus: dat alle drie hun internationale vluchten op tijd vertrokken.

Wie met humor dergelijke fantasie kan rechtvaardigen, is voor mij een geslaagd auteur. Dat het boek voor zowel kinderen als volwassen toegankelijk is, maakt het alleen maar beter.

Yves Joris

David Duchovny – De waarheid is een koe. Vertaald door Frank Lekens en Petra C. van der Eerden. Manteau, Antwerpen, 160 blz. € 19,99.