Vorig jaar keerde de Nacht van de Poëzie na zeven jaren zwerven terug naar de Grote zaal van TivoliVredenburg. Het was een geroemde editie die mede door de optredens van Remco Campert, Rufus Wainwright en een bijzonder goed programma tot een uitverkochte zaal leidde. Hoe zo’n Nacht te overtreffen en voelt de Grote Zaal weer als vanouds? Het motto van deze 33e editie van de Nacht (deze keer een citaat van Tsjêbbe Hettinga) lijkt er naar te verwijzen: ‘Thuis wil ik zijn, al is het maar een nacht’.

De zaal zit al goed vol als Maarten van der Graaff met drie gedichten uit zijn nieuwe bundel Dood werk de Nacht opent. Gedurende de optredens van Luuk Gruwez en Ivo de Wijs komen er nog meer mensen bij en uiteindelijk is de Nacht bijna uitverkocht met zo’n tweeduizend bezoekers. Telkens als drie dichters hebben opgetreden is het tijd voor een entr’acte. De Wijs brengt met zichtbaar plezier zijn gedichten en is duidelijk de opmaat naar het eerbetoon aan Drs. P. aan wie De Wijs ook een ode brengt. Cabaretier Mike Boddé kondigt aan geen kenner van de Doctorandus te zijn, maar een fan. Dat hij het werk echter van buiten kent blijkt uit zijn opvallende keuze voor enkele minder bekende liedjes en het feit dat hij voor een gedicht zelf de muziek schreef.

Mike Boddé

Na goede optredens van K. Schippers en Johanna Geels wordt de, vooraf opgenomen, voordracht van Rogi Wieg vertoond. Ester Naomi Perquin staat kort stil bij de dood van Zwagerman en draagt zijn gedicht over Rogi Wieg voor. Om onbevooroordeeld naar de opname te kijken is niet te doen en de vermoeide man die vier gedichten voordraagt maakt diepe indruk op me. Chansonnière Juliette Gréco is (bijna) voor het laatst in Nederland en wordt door het publiek beloont met een staande ovatie. Aan Hester Knibbe de moeilijke taak om op te treden terwijl het publiek nog vol is van het voorafgaande optreden. Ook Lévi Weemoedt heeft de zware taak om na een publiekslieveling op te treden. Ik kom net weer de zaal in als muzikant Benjamin Clementine zijn laatste nummer speelt en ook een staande ovatie in ontvangst neemt. Weemoedt kan niet meer stuk als voor het podium een fotografe struikelt en nadat hij vaststelt dat haar niks mankeert voorstelt om erbij te komen liggen. Zijn lichtere werk maakt goed de weg vrij voor de minder toegankelijk Anneke Brassinga.

De Nacht is al goed op stoom gekomen na de eerste negen dichters en de drie entr’actes en rolt soepel verder. Het motto van verleden jaar, ‘Dansen op de bodem van de nacht’ is ook nu van toepassing en iedereen laat zich meevoeren langs en door de dichters en muzikanten. Eén van de hoogtepunten is voor mij Ilja Leonard Pfeijffer die met nieuw actueel werk over vluchtelingen diepe indruk maakt. Stefan Hertmans maakt me zeer nieuwsgierig naar het Poëzieweekgeschenk van 2016 en ook hij leest een gedicht voor over vluchtelingen, evenals Peter Verhelst die opent met zijn gedicht over/ voor het verdronken jongetje Aylan. Ook de Utrechters Vrouwkje Tuinman en Hanneke van Eijken geven mooie voordrachten.

ilja leonard pfeijffer poetry

Tegenvallers zijn er niet echt, of het moet Lavinia Meijer zijn die fantastisch harp kan spelen, maar haar liedtekst valt in het niet bij het niveau van de optredende dichters. Ook het acrobaten duo Tarek en Mami-Lynne komt niet helemaal uit de verf, maar dat is ook omdat bij nader inzien het plafond niet berekend was op een trapeze act boven het publiek. Pieter Boskma begint sterk, maar ik hoop dat ‘Zelfportret als vieze oude man’ en ‘Zelfportret als avontuurlijke kanarie’ niet tot zijn vaste repertoire gaan behoren. Jules Deelder komt, door zijn geweldige voordracht, wel weer weg met evergreen ‘de hardnekkige samaritaan’.

De beste performers zijn voor het laatst bewaard en dan bedoel ik zowel de muzikanten als de dichters. Voodoo-priester Erol Josué en Typhoon behoren tot de energiekste acts, maar de eerste krijgt het publiek alleen aan het klappen en bij Typhoon wordt er slechts bij het laatste nummer eventjes gedanst. Het zal de vermoeidheid zijn. Gelukkig houden Dennis Gaens, Stijn Vranken en Charlotte van den Broeck de aandacht vast met enthousiaste voordrachten. Laatstgenoemde is wat mij betreft ook een van de hoogtepunten en gelukkig voor de volhouders staat ze volgend jaar weer op het podium, dan om de Nacht te openen.

Na afloop blijkt dat de Nacht definitief thuis is in TivoliVredenburg en dat je het festival ook als een thuis voor de poëzie kan zien. Zo’n beetje alle prijswinnaars van het afgelopen jaar stonden op het podium, naast jong talent en dat gegeven samen met het eerbetoon aan Hettinga, Zwagerman, Wieg en Drs. P. maakt van de Nacht een prachtig festival.

Maarten Praamstra