De wereld past niet bij Minne

Ed Franck geldt met recht en rede als een ‘éminence grise’ van de Vlaamse jeugdliteratuur. Sinds zijn debuut in 1985 werkt hij aan een ruim en rijkgeschakeerd oeuvre, met psychologische adolescentenromans, poëzie, historische romans, dagboeken, hervertellingen van klassieke verhalen, prentenboeken en detectives, voor alle leeftijden. Voornamelijk zijn jeugdboeken vielen omwille van hun inhoudelijke diepgang en stilistische rijkdom meermaals in de prijzen.

Minne Ed FranckDe plot van Francks nieuwe roman is even eenvoudig als cliché: op een kleurloze dag raakt Peter gefascineerd door de schoonheid van een even onbekend als ongrijpbaar meisje. Minne is echter de verpersoonlijking van een ‘mozaïekmeisje’, geplaagd door stemmingswisselingen geeft ze slechts sporadisch informatie over zichzelf vrij. Als een moderne Eline Vere lijdt ze aan het leven, wat zich in een escapistisch verlangen uit. Aanvankelijk beschouwt de verliefde Peter dit als een intrigerend spel, waarbij hij alle puzzelstukken tot een geheel dient te smeden. Het laat zich als een goedkope variant op het eeuwenoude spel van ‘aantrekken en afstoten’ lezen. De stiltes en suggestieve open plekken zijn dan ook niet te tellen, en dat maakt Peters relaas al gauw langdradig. Als lezer bekruipt je bovendien het onaangename gevoel dat Minne zich vooral interessant wil maken. Immers, welke adolescente – al mag ze nog in een gewild literaire roman fungeren – bedient zich van volgende zinnen:

Ik ben op de verkeerde plek in de verkeerde tijd terechtgekomen […] Je mag me nooit vragen waarom ik me soms een beetje vreemd gedraag.

Dan mag Franck nog Minnes getormenteerde verleden als doorslaggevende reden voor haar bijzondere gedragingen aanhalen, het volstaat niet om van Minne een overtuigend, geloofwaardig personage te maken. Al te makkelijk plaatst de auteur de zweverige studente woordkunst en de analytische ik-verteller die natuurlijk Latijn en wiskunde studeert, lijnrecht tegenover elkaar. ‘Les extrêmes se touchent,’ zo debiteert Franck. Tegelijkertijd hanteert de auteur een wel erg klassieke en eenzijdige visie op jongeren: hij typeert intelligente, cultuurminnende adolescenten, die uit Shakespeare en Sophocles citeren en over Nietzsches filosofie converseren. Bovendien heeft Peter voortdurend de onhebbelijke gewoonte tot een verregaande vorm van introspectie; gedachten, gevoelens, flarden van gesprekken, ze dienen minutieus ontleed te worden:

Ik dacht, ik ben een jong lichaam dat levenslustig ademt, een geweldig organisme met een zenuwstelsel dat zo ingewikkeld is als de melkweg en een geheugen vol beelden en gebeurtenissen, en zie, bij de derde ontmoeting al ben ik een zielig hoopje willoos vlees.

Een enkel beeld overtuigt, maar Franck gaat zich te buiten aan heelder reeksen beschrijvingen, zoals in volgend voorbeeld over de ‘stilte’:

Een stilte die doet vermoeden dat de eeuwigheid bestaat. Stilte als een wit blad, een ruimte zonder prikkeldraad, uitdijend tot ver buiten de solide muren. Stilte die soms fluistert door antwoorden te geven op ongestelde vragen.

Minne, het mozaïekmeisje staat bol van de symboliek. Niet enkel Minnes naam (het middeleeuwse woord voor liefde) is in dat opzicht tekenend, elders verbeelden o.a. maskers, codetaal, Antigone, een rups in z’n cocon, een doolhof, de vlooienmarkt en het kerkhof de gemoedstoestand van beide jongeren. Gaandeweg ergert Peter zich steeds meer aan Minnes onvoorspelbare, sarcastische houding; zijn twijfels nemen toe. Franck weet de spanningsboog aardig op te bouwen en werkt naar een grootse apotheose toe. Helaas valt die net zo sterk tegen als de rest van dit flinterdunne liefdesverhaaltje, en daarmee is het lot van Minne, het mozaïekmeisje definitief bezegeld.

Was Franck in zijn eerste adolescentenromans eerder karig met beeldspraak, zo grossierde hij in z’n vorige roman Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde (2012) al uitgebreid in talloze herhalingen van taalgrapjes, spitsvondige oneliners en hyperbolen, met het bekende déjà-lugevoel tot resultaat. Eenzelfde euvel valt ook Minne, het mozaïekmeisje te beurt. Ontdaan van alle suggestiviteit, blijft slechts een clichématig uitgewerkt liefdesverhaaltje over, dat veraf staat van Francks bekroonde jeugdboeken.

Jürgen Peeters

Ed Franck – Minne, het mozaïekmeisje. Davidsfonds/Infodok, Leuven. 136 blz. € 15,99.