Je denkt iets gehoord te hebben en schrijft er vervolgens een stukje over. Het overkwam A.L. Snijders die in de VPRO-Gids (nr. 50) een ZKV schreef met de woorden:

Toen ik Ronald Giphart hoorde zeggen dat een stervend dier in de natuur zo prachtig was, dacht ik ‘wat is daar zo prachtig aan?’

Even verderop:

Giphart zat aan tafel bij Jeroen Pauw. Hij had een realistisch kookboek geschreven, was ooit enige tijd vegetariër geweest, maar nu niet meer, hij had een plezierjager vergezeld en daaruit de conclusie getrokken dat het sterven van een aangeschoten reebok prachtig was.

In de nieuwste VPRO-Gids (nr. 1) staat een ingezonden brief van Giphart.

In werkelijkheid zei ik dat ik het een bijzonder moment vond toen ik met een jager op pad was (research voor mijn roman Harem, waarin een jager voorkomt) en deze man een ree schoot. Een dier te zien sterven was emotioneel en indrukwekkend.

Het woord ‘prachtig’ heb ik niet gebruikt, simpelweg omdat ik het verre van prachtig vond. Waarom Snijders beweert dat ik vegetariër was tot ik een aangeschoten reebok zag sterven, is mij niet duidelijk. Het slaat in ieder geval nergens op. Zo komen praatjes in de wereld.

In een naschrift bij de ingezonden brief erkent Snijders dat zijn herinnering hem bedrogen heeft.