De avondprogrammering op de vrijdag en zaterdagavond vormt al jaren het hart van Winternachten. Verspreid over meerdere zalen van het theater en het filmhuis aan het Spui in Den Haag treden tientallen schrijvers uit buiten- en binnenland op. Zoals het een festival betaamt is er een ruime keuze uit programmaonderdelen. Namens Tzum deden Martijn Nicolaas [MN] en Maarten Praamstra [MP] verslag van de vrijdagavond.

Het kwaad als thema kwam op vrijdagavond in verschillende gedaantes naar boven. Wie de Nederlandstalige route volgde, kon niet om Kristien Hemmerechts heen: in twee programmaonderdelen was zij een van de optredende of geïnterviewde auteurs. Niet zo vreemd natuurlijk als je het oeuvre van de auteur een beetje kent. Haar roman De vrouw die de honden eten gaf gaat over Michelle Martin, de vrouw van Dutroux die in België de verpersoonlijking van het kwaad wordt genoemd. Abdelkader Benali sloeg Hemmerechts met haar eigen boek om de oren in een debatwedstrijd over de stelling ‘Achter elk kwaad schuilt een man (en daarachter weer een vrouw?)’, waarin Hemmerechts de zaal probeerde te overtuigen dat mannen de bron van het kwaad zijn en Benali juist beweerde dat vrouwen dat zijn. Als ze jongetjes zijn, doen mannen al ‘hun goesting’, beweerde Hemmerechts, terwijl meisjes de dialoog aan gaan. En de architecten van de holocaust zijn mannen. Maar kijk eens naar Josephine achter Napoleon, Lady Macbeth en al die vrouwen die verantwoordelijk zijn voor de castratie van mannen op grote schaal, bracht Benali in. Het mocht niet baten, Hemmerechts won. [MN]

Na het debat volgde in dezelfde zaal het programma It’s the war, stupid! De Zweeds/ Kroatische Slavenka Drakulić ging met Frank Westerman en gespreksleider Johan de Boose in debat over de vraag waarom ‘normale mensen in in extreme omstandigheden tot oorlogsmisdaden in staat zijn?’. Zowel de oorlog in voormalig Joegoslavië als de verschillen tussen Oost en West-Europa komen aan de orde als beiden spreken over hoe via propaganda de overtuiging ontstaat dat je het juiste doet en dat je buurman de bedreiging is. Westerman verhaalt hoe moeilijk het was om als journalist onpartijdig verslag te doen en Drakulić legt een parallel met Oost-Europa: door het wegvallen van vertrouwde structuren grijpen mensen terug op hun voorgangers extremisme en de kerk. Waar Westerman hoopvol is ziet Drakulić hoe de vluchtelingencrisis Europa op de proef stelt. [MP]

Hemmerechts werd later samen met Inge Schilperoord geïnterviewd door een wat ongeïnspireerde Marja Pruis en ook in dat gesprek voerde ze de boventoon. Hoewel ze zoals vaak intrigerende dingen te berde bracht (‘Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien’), was het toch jammer dat Schilperoord niet vaker het woord kreeg als debutant en minder bekend schrijver. Als forensisch psycholoog werkzaam bij het Pieter Baancentrum komt zij dagelijks met het kwaad in mensen in aanraking. Het kwaad is een wolf in schaapskleren, bewijst het pedofiele hoofdpersonage in haar roman Muidhond. Deze Jonathan is eigenlijk heel ontroerend, vond Marja Pruis. Precies daar wil Schilperoord je natuurlijk hebben. [MN]

Hierna volgden P.F. Thomése en Herman Koch die een vriendengesprek in een rustige kroeg nabootsen over ‘gevaarlijke boeken’. Hoewel geestig, werd het jammergenoeg niet echt een gevaarlijk gesprek. Er werden veel ‘usual suspects’ als Nabokov, Céline, Dostojevski en Houellebecq genoemd. Mein Kampf kwam voorbij en Ik Jan Cremer, wat Koch als puber las, toen hij van de buurvrouw De brief voor de koning cadeau kreeg. Dat de moordenaar van John Lennon geïnspireerd was door The Catcher in the Rye. En dat literatuur bij uitstek het terrein is om taboes te onderzoeken en dat goedheid daarbij niet interessant is. Annelies Verbeke bewees met haar roman Dertig dagen dat dat laatste onzin is. Ze kreeg er op zondag de Bordewijkprijs voor. [MN]

Koch en Thomese

De poëtische afsluiting in de grote zaal komt vervolgens ook niet helemaal tot zijn recht. Daarvoor zit het programma eigenlijk te vol en halen de muzikale intermezzo’s de vaart eruit. Naast VSB Poëzieprijs genomineerden Geert van Istendael, Pieter Boskma en Maud Vanhauwaert staan ook Buddingh genomineerden Runa Svetlikova en Jeroen van Rooij op het programma samen met de Syrische dichter Adonis en de Duitse Michael Krüger. Voordat er kan wordt uitgepakt met beide buitenlandse dichters zie je regelmatig publiek tussen voordrachten door de zaal verlaten. Adonis heeft de presentatie van zijn vertaling al achter de rug, maar aangezien hij voor de zaterdagmiddag nog een optreden heeft draagt Rodaan Al Galidi ongeveer tweederde van de gedichten voor in het Arabisch. Het levert een mooi contrast op tussen de breekbare Adonis en de energieke Asielzoeker des Vaderlands.

Runa Svetlikova

Maud Vanhauwaert

Martijn Nicolaas en Maarten Praamstra