We hadden het nog niet gesignaleerd, maar toch is het wel interessant om dit tegengeluid te laten horen. Terwijl de boekenbijlages sterren te kort kwamen om het brievenboek van Nanne Tepper (dikker dan de rest van zijn oeuvre) de canonieke schrijvende mannenhemel in te prijzen, laat Marja Pruis in een column weten dat ze niet zo happig is om het boek voor De Groene Amsterdammer te recenseren:

Ik dacht inmiddels wel een vorm van immuniteit te hebben opgebouwd tegen de brieven van schrijvers-onder-elkaar, maar opeens komt het me allemaal zeer gedateerd voor. Het gelamenteer over geld, over gebrek aan erkenning, al die zogenaamd-grappige verbasteringen van namen van collega-schrijvers (Oek Boek, ome Adri, Basje Heintje), het gefulmineer over de talentloosheid van iedereen, de dromen over de ideale papegaaienkutjes, de uitgebreide beschrijvingen van die papegaaienkutjes, en het eerste kenmerk van die kutjes: dat ze maximaal zestien jaar oud zijn. In het licht van de literatuur mag het er niet toe doen, maar in het literaire universum van Tepper bestaan vrouwen (hij noemt ze liever ‘grietjes’) bij gratie van de leeftijd van hun geslachtsdeel.

Lees het hele stuk van Pruis hier.