Hendrik op herhaling

Wie achter het pseudoniem schuilgaat, wil de uitgeverij niet zeggen, maar met zijn eersteling Pogingen iets van het leven te maken scoorde Meulenhoff een verkoophit. De inmiddels 85-jarige Hendrik Groen heeft nu het tweede ‘geheime dagboek’ af over zijn leven in het verzorgingshuis in Amsterdam-Noord: Zolang er leven is.

Hendrik Groen Zolang-er-leven-isHendrik Groen, gepensioneerd schoolhoofd, onttrok zich aan het betuttelende regime van het verzorgingshuis door met een selecte groep gelijkgestemden in het huis de club Omanido (oud maar niet dood) op te richten. Hoogbejaarden die eigen uitjes organiseren en er nog wat van proberen te maken op hun oude dag. Hendrik is een beetje op herhaling, want in dit nieuwe deel gaan de ouderen daarmee verder, sterker nog: ze organiseren daarnaast ook nog culinaire tripjes.

Zo blijft er meer hetzelfde, zoals de dood van een vriend (in deel één een vriendin). Ook de verhouding tussen de directrice en de bewoners blijft hetzelfde. Bestuurders willen zoveel verborgen houden en de bewoners tegenwerken. Elk initiatief, bijvoorbeeld zelf koken, wordt in de kiem gesmoord met een vaag beroep op arboregels of andere voorschriften. Dat de Omanido-club buiten de deur wil eten is dan ook niet vreemd. De kok van het verzorgingshuis heeft normaliter te maken met onwillige oudjes die geen exotisch eten blieven. ‘Alleen meneer Dickhout at alles, maar die deed over elk gerecht, ook over de paella, een dikke laag appelmoes van de Aldi.’ Dat is het schematische denken dat in dit boek continu terugkeert; de Omanido-club zit vol met leuke mensen en de rest van de ouderen zijn zeurpieten en klagers.

Het lijkt of dit deel wat haastig in elkaar is gezet. Sommige zaken die in het dagboek aangekondigd worden, komen niet of nauwelijks terug. Zo heeft Hendrik het goede voornemen in het begin van het jaar om elke dag iets weg te gooien, maar je leest niet wat hij elke dag wegdoet. Of totaal out of character: Hendrik organiseert een uitje naar de Huishoudbeurs. Een ander voorbeeld: Hendrik is doodsbang voor de tandarts en hoort dat hij een paar dagen later een kies moet laten trekken. Niets daarover. Hendrik breekt een arm, maar dagenlang merk je helemaal niets van die gipsen last in het dagboek. Wel het wereldleed dat via de krant en het Journaal binnensijpelt en voornamelijk conservatieve reacties oproept in het huis, af en toe terechte kritiek op de situatie in de ouderenzorg en natuurlijk veel gerontoslapstick (met scootmobiels). Vermakelijk, maar deel drie is volstrekt overbodig.

Coen Peppelenbos

Hendrik Groen – Zolang er leven is. Meulenhoff, Amsterdam. 376 blz. € 19,99.

Deze recensie stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 5 februari 2016.