Verhalen over vrouwen

Nog nooit las ik een kort verhaal van meesterverteller Haruki Murakami. Ik begon dan ook enthousiast aan de verhalenbundel Mannen zonder vrouw, maar werd gaandeweg sceptisch. Boeken van Murakami hebben vaak tijd nodig om je er als lezer door te laten meevoeren, en daar zijn de verhalen van Murakami te kort voor. Wat dan overblijft zijn relazen over vreemde personen, vol ogenschijnlijk onbelangrijke details, waarin niet al te veel gebeurt. De dialogen lijken onnatuurlijk en betekenisloos. Bijna saai, eigenlijk. Toch werd ik na het lezen van een aantal verhalen onverwachts alsnog door de verteller bij mijn lurven gegrepen en in de wereld van Murakami getrokken.

Hoogtepunt van de bundel is ‘Sheherazade’: een verhaal over Habara, een man die zijn appartement nooit uit gaat. Tweemaal per week wordt hij bezocht door een vrouw, die hem boodschappen brengt en met hem naar bed gaat. Waarom zij komt en wie haar dat heeft opgedragen weet hij niet, noch weet je als lezer waarom Habara zijn appartement niet uit kan en is overgeleverd aan haar zorgen. Elke keer dat zij bij hem is vertelt ze hem een verhaal. Habara wordt gegrepen door een verhaal uit haar jeugd, waarin ze in het huis van een geliefde rondsluipt, door zijn spullen snuffelt en voorwerpen achterlaat.

Omdat ik niets beters wist, besloot ik een tampon achter te laten. Natuurlijk een ongebruikte, die nog in zijn wikkel zat. Ik had hem bij me omdat ik binnenkort ongesteld moest worden. Ik besloot om die helemaal achterin in de onderste la van mijn bureau te stoppen, waar hij heel moeilijk te vinden was. Dat wond me geweldig op, dat mijn tampon stiekem achterin zijn bureaula lag. Het was waarschijnlijk té veel opwinding voor me, want ik werd vlak daarna ongesteld.’ Een potlood en een tampon, dacht Habara, Zo zal ik het waarschijnlijk in mijn dagboek moeten schrijven: ‘Dief uit liefde, potlood en tampon.’ Dat snapt geen hond.

mannenz

Murakami speelt in dit verhaal zelf de Sheherazade door zowel de afloop van het verhaal over Habara als die van het verhaal in het verhaal in het ongewisse te laten. Je blijft achter met een hoop vragen en de geschiedenis blijft nog lang in je gedachten hangen.

Ook ‘Kino’ is in deze stijl geschreven. Kino, een vertegenwoordiger in schoenen, betrapt op een dag zijn vrouw met een van zijn collega’s in bed. Hij verlaat zijn vrouw, neemt ontslag en opent een bar. In deze bar komt regelmatig een eigenaardige man, die nooit wat zegt. Wanneer er vreemde dingen beginnen te gebeuren (de klanten blijven weg en er duiken overal slangen op) blijkt de man hem al die tijd in de gaten te hebben gehouden.

’Meneer Kino,’ zei Kamita nadat hij zijn rekening had betaald. Hij klonk uiterst formeel. ‘Het spijt me uitermate dat het hierop uitdraait.’ ‘Hierop? Waarop?’ vroeg Kino. Het flapte eruit zonder nadenken. ‘Er rest u niets anders dan de zaak te sluiten. In ieder geval tijdelijk.’ Kino staarde Kamita sprakeloos aan. De zaak sluiten? Kamita keek de verlaten bar rond. Daarna keek hij Kino aan. ‘U lijkt nog steeds niet de betekenis te begrijpen van wat ik u heb gezegd,’ zei hij.

Weer word je als lezer gegrepen door de absurditeit en onbegrijpelijkheid van het verhaal. Het alledaagse taalgebruik zorgt ervoor dat de meest krankzinnige verhaalwendingen toch mogelijk lijken, en versterkt daarmee het gevoel van verlorenheid en wanhoop van Kino.

Vertouwde Murakami-thema’s als muziek, katten en (onbeantwoorde) liefde zijn in de verhalenbundel weer alomtegenwoordig. Ook eenzaamheid speelt een grote rol: in niet één van de verhalen heeft het hoofdpersonage een vrouw. Wel hebben ze er een gehad, verlangen ze naar een vrouw of zijn ze op een andere manier met een vrouw verbonden. Je zou daarom kunnen zeggen dat de verhalen meer over vrouwen dan over mannen gaan.

En als je eenmaal mannen zonder vrouw bent geworden, dringt de kleur van eenzaamheid diep je lichaam binnen, zoals rode wijn die gemorst is op een crèmekleurig tapijt. Hoe rijk je huishoudelijke kennis ook is, de kans dat je die vlek er ooit uitkrijgt is angstwekkend klein. Op den duur vervaagt de kleur misschien een beetje, maar tot je je laatste adem uitblaast zal die vlek daar blijven. Die vlek is een officieel bevoegde vlek, en vermoedelijk zal hij ook wel spreekrecht hebben. Er zit niets anders op dan te leven met zijn subtiele veranderingen van kleur en met zijn meerduidige contouren.

Djuna ter Beke

Haruki Murakami – Mannen zonder vrouw. Uit het Japans vertaald door Jacques Westerhoven. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 288 blz. € 19,99.