Bloomsbury op het platteland

In 1916 huurden Vanessa Bell en Duncan Grant een voormalige boerenhoeve in het heuvelachtige landschap van Sussex, vlakbij het plaatsje Firle, zo’n tien kilometer van Lewes. Dat huis, Charleston, werd een belangrijke ontmoetingsplaats van de leden van de Bloomsbury Group: Vanessa en Duncan schilderden er, hun dochter Angelica Garnett werd er geboren, Vanessa’s zuster Virginia Woolf kwam er geregeld op bezoek en dat deden ook Clive Bell, de kunstcriticus met wie Vanessa getrouwd was, Roger Fry, de criticus en schilder met wie ze een korte verhouding had, T.S. Elliot, E.M. Forster, John Maynard Keynes en Lytton Strachey.

charleston past and presentKeynes schreef er zijn beroemde essay ‘The Economic Consequences of the Peace’, dat in 1919 gepubliceerd werd, Julian en Quentin Bell — de zonen van Vanessa en Clive — schreven er gedichten, romans en memoires, en verder werd er veel geschilderd, vooral door Vanessa en Duncan zelf, die kamer na kamer opnieuw inrichtten en decoreerden met wandschilderingen en panelen.

Vanessa stierf in 1961 en Clive in 1964. Duncan Grant overleefde hen beiden. Met zijn dood, in 1978, leek het lot van het huis bezegeld. In Charleston, een bundel herinneringen die tegelijk een catalogus van alle bezittingen in het huis is, vertelt Quentin Bell hoe hij als eerste pogingen ondernam te redden wat er te redden viel: huis en tuin moesten worden opgeknapt, kunstwerken hersteld, een traditie gered en voor de toekomst gewaarborgd. Bell slaagde erin het geld daarvoor bijeen te brengen door een stichting op te richten, de Charleston Trust, en het is dankzij inspanningen van die stichting dat het huis onlangs voor het publiek kon worden opengesteld. Engeland, toch al niet arm aan literaire monumenten, heeft er een levendige herinnering aan Bloomsbury bij.

In Charleston, die bundel, halen Quentin Bell, Angelica Garnett en haar dochter Henrietta Garnett herinneringen op aan hun jeugd. Ze behoren niet, geen van alle, tot het beste dat er over Bloomsbury is geschreven, maar ze zijn er wel een aardige aanvulling op. Vooral Quentin Bell, inmiddels ook alweer 77, geeft rake typeringen van zijn moeder en van het leven op Charleston. De indruk die je er als geheel aan overhoudt, is misschien wat erg idyllisch, maar dat valt Bell, zijn halfzus Angelica en zijn nicht Henrietta licht te vergeven: ze schreven hun teksten om daarmee aan het behoud van het huis bij te dragen. Hun herinneringen worden afgewisseld met fragmenten uit brieven en dagboeken van Keynes, Strachey, Fry, Woolf en anderen. Zo is van Virginia Woolf een fragment uit een brief aan Vanessa opgenomen, gedateerd 24 september 1916: ‘I do envy you, taking a new house – Nothing in the world is so exciting’. Met elkaar geven die herinneringen en fragmenten niet alleen een beeld van de bewoners en hun gasten, maar meer nog van de geschiedenis van een huis — zijn verdiensten en gebreken, de veranderingen die het onderging en de verfraaiingen die er werden aangebracht.

Op dat laatste gaat Richard Shone in, schrijver van de monografie Bloomsbury Portraits (1976). Hij voorzag Charleston van een ‘Official Guide to the House and Garden’ waarin hij de renovatie toelicht en de bezittingen en kunstschatten beschrijft. De afbeeldingen daarbij tonen vooral het decoratieve schilderwerk van Vanessa Bell en Duncan Grant, alles even smaakvol, in een stijl die herinneringen oproept aan Picasso en Matisse.

Klein maar fijn, deze catalogus, net als het huis. En net als de rest van het boek, waarin voorbeeldige biografische aantekeningen en een literatuurlijst zijn opgenomen.

Huis en tuin kunnen worden bezocht, maar slechts mondjesmaat: er is een bezoekersregeling. De Charleston Trust wil haar bezit koesteren en er niet een toeristische attractie van maken.

Anton Brand

Quentin Bell, Angclica Garnett, Henrietta Garnett & Richard Shone – Charleston. Past and Present. The Hogarth Press, London, 176 blz.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden op 18 september 1987.

(Foto via Wikipedia: Lynne Glazzard – Charleston farmhouse, CC BY-SA 2.0)