‘Ik begin nu echt giftig te worden,’ zegt Mariët Meester nadat ze gehoord heeft dat het schrijvershuis dat zij en Jaap de Ruig, om niet, beheerden gevuld zal worden met anti-kraak. Talloze schrijvers verbleven inmiddels een maand in de pastoriewoning in Veenhuizen, maar vorig jaar werd aangekondigd dat aan die regeling een eind zou komen, omdat er een herbestemming van het pand zou komen. De schrijvers functioneren in feite ook als een soort anti-kraak, maar blijkbaar mag er volgens de gemeente Noordenveld, waar Veenhuizen onder valt, niet al te veel cultuur in het dorp komen. Meester schreef gisteren een stuk in het Dagblad van het Noorden dat wij met haar toestemming mochten herplaatsen op Tzum. Zij wist toen nog niets wist van de herbestemming van het pand. ‘Misschien ben ik in dat stuk wel te vriendelijk geweest,’ aldus Meester.

Geen schrijvers meer naar Veenhuizen

Aanstaande zomer wordt in het gevangenisdorp Veenhuizen een groots muziekspektakel opgevoerd; de provincie Drenthe en de gemeente Noordenveld verheugen zich erop.

Als ik het goed heb begrepen, lopen de kosten tegen de 2,5 miljoen euro, waarvan een groot deel van subsidies komt. Dat laatste kan ik alleen maar toejuichen: hoe meer subsidie voor cultuur, hoe beter. De gemeente Noordenveld heeft dit jaar zelfs 45.000 euro extra voor dit evenement weten te vinden.

Vreemd genoeg is er bij diezelfde gemeente, evenals bij diezelfde provincie, geen mens die het wat kan schelen dat, terwijl de klanken van het muziekspektakel straks schallen, in hetzelfde dorp een succesvol schrijvershuis wordt leeggeruimd. Nadat Dagblad van het Noorden daarover een kort artikel had gepubliceerd, heeft geen enkele cultuurambtenaar de moeite genomen om contact met mij als oprichter en beheerder op te nemen. Voor zover ik weet, is ook niemand gaan uitzoeken welke nieuwe bestemming de eigenaar van het schrijvershuis, het Rijksvastgoedbedrijf, voor het pand heeft gevonden. In Veenhuizen staan zoveel gebouwen leeg, dat het wel iets heel bijzonders moet zijn, anders was er wel een andere locatie gekozen.

H.M. van den Brink (VPRO, Mediafonds) heeft in het schrijvershuis zijn roman Dijk kunnen afmaken. Bij Marcel Möring vlogen de hoofdstukken de computer uit, Rob Schouten (Trouw) heeft er al driemaal een maand doorgebracht. Twee keer is er een auteur met een Amerikaanse achtergrond geweest, evenals een Spaans journalistenpaar (El Periodico), een verslaggever van De Telegraaf en een columnist van het Nederlands Dagblad.

Verder hebben we o.a. een ex-gedetineerde ontvangen die aan een boek over zijn persoonlijke ervaringen werkte, evenals iemand die het verzetsverleden van zijn grootvader wilde vastleggen. Ook een Amsterdamse wetenschapster die de biografie voorbereidt van Johannes van den Bosch, de oprichter van de Maatschappij

van Weldadigheid, heeft er onderzoek verricht. Al deze mensen zijn naar huis gegaan met verhalen, en sommigen zijn regelrechte ambassadeurs voor Veenhuizen geworden. Dat blijkt ook uit de blogs van een recente bewoonster, Annie van Gansewinkel, die het zelfs voor elkaar kreeg om ter voorbereiding op een jeugdboek de gevangenis Esserheem te mogen bezichtigen.

Voor dit alles, vier jaar schrijvershuis in Veenhuizen, vanaf 1 juli 2012, is het volgende bedrag aan subsidie aangevraagd: nul euro. Mijn eigen inbreng is vrijwillig – het is een heel gedoe om het allemaal vanuit mijn woonplaats Amsterdam te regelen. Van de huur die de bewoners betalen, 300 euro per maand, kunnen net de kosten worden gedekt.

‘Maar eh… Mariët, jij verdient toch al goudgeld aan het toneelstuk Koloniekak dat in Veenhuizen wordt opgevoerd?’ Nee hoor, de uitgeverij en ik hebben de tekst van het gelijknamige boek gratis ter beschikking gesteld. Want hoeveel subsidie heeft het toneelgezelschap voor deze voorstelling aangevraagd, en hoeveel

subsidie krijgt het prachtige intieme theater Coco Maria waar het wordt opgevoerd? Juist. Nul euro.

Alle betrokkenen zijn daar tevreden mee, en als het schrijvershuis daadwerkelijk wordt vervangen door een mooi nieuw project kan ik ook daarmee goed leven. Maar wat

mij betreft zou één piepklein e-mailtje van een cultuurambtenaar toch wel prettig zijn geweest. In juni hou ik nog een serie lezingen in het schrijvershuis, over mijn roman Hollands Siberië die zich daar afspeelt. Daarna, begin juli 2016, lever ik de sleutels in en zullen er geen auteurs uit binnen- en buitenland meer naar Drenthe komen.

Mariët Meester