Aangenaam metafoorvrij

De Israëlische schrijfster Zeruya Shalev (1959) overleefde twaalf jaar geleden ternauwernood een terroristische aanslag op een bus. Dit gegeven heeft ze gebruikt om in haar roman Pijn de moeizaamheid van intermenselijke relaties te laten zien. Nadrukkelijk terzijde, zoals het hoort bij fictie. Ze laat op ingenieuze wijze lichamelijke en geestelijke pijn in elkaar overvloeien. Shalev is niet voor niets naast David Grossman en Amos Oz de meest gelezen schrijver uit Israël. Pijn is een wonderschoon strijdtoneel van emoties.

shalev pijnIris is zwaargewond geraakt bij een terreuraanslag op een bus. Ze kwam net terug van het met de auto naar school brengen van de kinderen. Een taak die normaal haar man Micki op zich nam. Juist die dag verstopte haar zoon zich op de wc omdat hij school haat – hij wordt er gepest – en wilde haar dochter een Franse staart. Als ze eerder waren vertrokken, was Iris aan de bom ontsnapt. Het idee dat het noodlot is te ontlopen. Het verplaatsen van wereldgebeurtenissen naar de privésfeer. Nadien hangt er in huis voortdurend over alle handelingen een laag schuld, uiteraard onuitgesproken, onverwerkt, na jaren tot enorme proporties uitvergroot.

Iris heeft na een lang ziekbed haar taak als directrice van een school weer op zich genomen. Met een bijna angstaanjagende gedrevenheid – de vlucht in het werk – weet ze vooral probleemjongeren weer in het gareel te krijgen. De kinderen zijn het huis uit, haar man duikt om de haverklap achter zijn computer om schaak te spelen. Voornamelijk tegen zichzelf. Een metafoor voor zijn innerlijke strijd. Zo had het leven langzaam kunnen vervagen, had de onvrede langzaam kunnen overgaan in een (ongemakkelijke) berusting. Maar de fysieke pijn laait ineens weer op. Precies op de dag waarop ze tien jaar eerder in de lucht werd geblazen. Als een verjaardag, een trouwdag, als een jubileum.

Micki keek naar beneden en wees naar haar heup, die sinds die tijd breder was geworden, en opeens was de pijn er weer, en herinnerde ze het zich. Of herinnerde ze het zich eerst en kwam de pijn daarna?

Ze heeft de pijn nooit vergeten, de pijn die werd geboren toen ze als in een vacuüm – haar gehoor was beschadigd – van het asfalt werd getild. De afschuwelijke stilte, de fysieke en juist ook de emotionele pijn die daarna het verstand overnam. Die het bewustzijn, de bespiegeling, de identiteit en het geheugen overweldigde. Ze had leren leven met een pijn die opkwam na lichamelijke inspanning of bij het wisselen van de seizoenen, maar met de pijngolf van die ochtend leek alles opnieuw te beginnen, alsof de tussentijdse jaren voor niets waren geweest. Pijn die, heel toepasselijk, als een wee, om de paar minuten komt opzetten.

Een andere pijn die nooit weg is geweest, is een verloren eerste liefde. Eitan Rosenfeld en Iris leken voor elkaar bestemd. Een allesverslindende romantische liefde. Maar hij laat haar na de dood van zijn moeder plotsklaps alleen. Zij heeft maanden geduldig met hem bij haar gewaakt. Hun relatie is er een met de dood op de achtergrond geworden. Alsof de zeven dagen durende rouwtijd niet voldoende was voor hem. Tegelijkertijd smacht zij naar een kind van hem. Zij wil zijn moeder en zus zijn en ook moeder van zijn kinderen. De breuk, het eerste liefdesverdriet, zorgde voor een ernstige crisis bij Iris, en zoals later blijkt, ook bij Eitan. Dagenlang lag ze op bed, catatonisch. Ze moest uiteindelijk door de dokter met injecties weer op de been worden gebracht. Micki is dus tweede keus, hun dochter niet de dochter die ze eigenlijk had willen baren. Een zeer pijnlijke gewaarwording.

Ze gaat naar het ziekenhuis om onderzocht te worden. Een jonge arts haalt het afdelingshoofd erbij, die zoals eminente professoren kunnen zijn, haar geen blik waardig gunt. Zou het hem kunnen zijn? Iris blijkt zichzelf dertig jaar voor de gek te hebben gehouden. Ze is nog steeds stapelverliefd op Eitan. Een behoorlijke gotspe: een man die haar onvergelijkbaar veel pijn heeft gedaan is nu pijntherapeut. Is hij nu een empathisch persoon geworden, iemand die de gevoelens van een ander naast die van zichzelf wil erkennen? Zal ze nu haar tweede kans grijpen?

Eigenaardig dat ze Eitan toevoegt aan de lijst van mensen over wie ze zich zorgen maakt, nadat ze hem jarenlang allerlei kwalen en variaties op een ellendige dood had toegewenst. […] In geen geval zal ze proberen hem weer te ontmoeten, in geen geval zal ze zich aan hem bekendmaken.

Ze richt nog meer op haar werk, probeert zich los te weken van haar eigen post-puberale verleden door zich te concentreren op de pubers op school. Ergens weet ze ook dat ze zich op haar eigen kinderen zou moeten richten. Haar dochter Alma raakt langzaam van het pad, komt onder de invloed van een goeroe die haar als goedkope werkkracht gebruikt in zijn restaurant en waarschijnlijk ook in de prostitutie, maar dat wordt alleen gesuggereerd. De taal van Shalev is tegelijkertijd to-the-point en vederlicht. Pijn is aangenaam metafoorvrij. Deze roman is zelf de metafoor voor pijnbeleving.

De confrontatie met Eitan is onvermijdelijk. Het contact met hem heel natuurlijk, maar ergens doet het haar steeds meer beseffen dat zijzelf gegroeid is, dat Eitan eigenlijk achter is gebleven in de tijd van dertig jaar terug.

… in haar ziet hij het jonge meisje dat ze ooit is geweest, en door haar verschijnt zijn moeder aan hem, met haar goede en kwade kanten.

Eitan heeft zelf ook een dochter. De dochter die hij graag met Iris had gehad. Pas bij haar geboorte kwamen zijn gevoelens terug. Hij was getrouwd zonder iets te voelen, had niet voor niets anesthesie gestudeerd. Eigenlijk heeft bijna iedereen in deze roman zijn gevoelens gedurende lange tijd uitgeschakeld om het lijden maar niet te voelen. Iris bloeit op. Zoals Shalev het beschrijft voelt het hernieuwde contact met Eitan niet als overspel. Iris is nog nooit zo trouw geweest aan zichzelf dan op dit moment. Het maakt haar extra bedreven als bedriegster. De grenzen vervagen steeds meer. Zal Iris de hoge prijs betalen? Eitan is gescheiden, leeft alleen. Iris heeft een man, een gezin. Zij is net als dertig jaar eerder de verliezende partij, welke stap ze ook neemt.

Iris heeft een gezin gesticht om aan zichzelf krampachtig te bewijzen dat het ondanks alles goed met haar ging. Eitan is een katalysator. Iris beseft opeens dat ze weer haar vrijheid dreigt kwijt te raken, net als haar dochter die kwijt is gespeeld. Ze zal moeten kiezen. Haar tweede kans heeft niets met Eitan te maken, maar met haar dochter. Een smartelijke conclusie, die tevens louterend werkt. De heimwee naar een, al dan niet geïdealiseerd, verleden is zelfbedrog. Dat inzicht leidt tot een gelukkige pijn. Wonderschoon samengevat door Shalev in de beschrijving van een geboorte.

Want hoewel je pijn lijdt bij een geboorte, vergeet je niet dat je een kind het leven schenkt. […] Wat was het afscheid moeilijk, ook al leidde het tot een ontmoeting, hoe moeilijk is een afscheid waarvan je al op de hoogte bent, een afscheid opgelegd door de natuur, die ons de tijd dat we zwanger zijn voorschrijft, de tijd om de kinderen op te voeden, de tijd van leven die we hebben, en soms de tijd van liefde.

Shalevs roman heeft een bewonderenswaardig sterke vorm, een krachtige pulserende verteltrant en leert het mooie van de realiteit te waarderen. Het is naïef om te denken dat je zomaar naar het verleden kunt terugkeren, dat fouten eventjes te herstellen zijn, dat de pijn zo eenvoudig weg te nemen is.

Guus Bauer

Zeruya Shalev – Pijn. Vertaald door Sander Hoving. Cossee, Amsterdam. 352 blz. € 21,95.