Dromen zijn voor iedereen anders

1889. Na de dood van haar moeder verhuist slagersdochter Etta naar het ‘halfweeshuis’, waar ze wordt overgeleverd aan de grillen van madame Binette, de tirannieke regentes. Als gevatte protagoniste maakt Etta, rad van tong en met een scherp verstand, er maar het beste van. Wanneer ze bedreven raakt in het oproepen van nachtmerries, worden de gehate regentes en haar hautaine vriendinnen de eerste slachtoffers. Een tweede verhaallijn focust op de besognes van de onhandige kleermakersknecht Matheo. Hij mag dan niet in de wieg gelegd zijn voor het vervaardigen van een garderobe, in het opwekken van ‘mooie dromen’ op bestelling excelleert hij. De gefabriceerde dromen worden meermaals integraal opgenomen in de roman en bieden zo inkijk in de kunsten van Etta en Matheo. Ondanks de potentieel veelbelovende thematiek blijven de dromen te sterk aan het papier kleven en evolueren ze nergens tot geslaagde (kort)verhalen. Aan Jacob Oswald Feyn, de grote man achter de wereldtentoonstelling, is een derde verhaallijn gewijd. Blijft Feyn aanvankelijk een schimmige figuur, zo treedt hij sterker op de voorgrond wanneer hij beroep doet op de diensten van Etta en Matheo om van de wereldtentoonstelling een overdonderend succes te maken. Feyn heeft echter een verborgen agenda; wat de aandachtige lezer al veel langer begrepen had, wordt nog eens uitgebreid herkauwd, en dat doet de spanningsboog geen goed. Het resulteert in een bruusk, inderhaast afgehaspeld einde, alsof Van Cauterens inspiratie definitief zoek was.

van cauteren-de-nachtspelersNet zoals in haar vorige romans bezigt Van Cauteren een traag vertelritme, en dat is in tijden van young adult vol flitsende plotwendingen en schreeuwerige dialogen een verademing. De auteur neemt uitgebreid de tijd om haar personages te introduceren en een geheel eigen sfeer te scheppen. Protagoniste Etta overtuigt het sterkst; haar coming of age wordt trefzeker en met gevoel voor humor in de verhaallijn geïntroduceerd. Andere personages, zoals Matheo en Feyn, komen onvoldoende tot leven, en dat is toch een gemis.

Evenals in haar debuut Het naveltheater drijft de roman op een mysterieuze, haast mystieke ondertoon van magisch-realisme. Hoewel die traagheid aanvankelijk nog een troef is, belemmeren de fel uitgesponnen passages gaandeweg het verhaalverloop. Net zoals voorganger De pigmentroute kan ook De nachtspelers weliswaar prat gaan op een ongewone en originele thematiek, die gaandeweg echter ondergesneeuwd raakt door talloze uitweidingen, overbodige zinnen, ja soms hele hoofdstukken. Schrijven blijft schrappen; een compactere versie van de roman had sterk aan zeggingskracht kunnen winnen. Bovendien laat Van Cauteren kansen onbenut; nieuwe uitvindingen als de fotografie of de verbeten strijd van de suffragettes worden wel aangehaald, maar krijgen niet de gedegen uitwerking die ze verdienen. Ook de organisatie van de wereldtentoonstelling wordt te veel als fait divers gepresenteerd en kan allerminst overtuigen.

Toen ik als jurylid van de ‘Zoute Zoen’ het manuscript van Het naveltheater onder ogen kreeg, werd ik meteen aangenaam verrast door de geheel eigen sfeerschepping en originele plot. Ook al won Hilde Van Cauteren de wedstrijd niet, toch zag uitgeverij Davidsfonds wel potentieel in het verhaal. Opvolger De pigmentroute (2014) was ronduit een teleurstelling. Sfeerschepping en couleur locale zijn weliswaar bepalende elementen in een (jongeren)roman, maar onvoldoende om een volledig verhaal te schragen. Dat is meteen ook de grootste kritiek op De nachtspelers. Wederom een sterk staaltje sfeerschepping, maar helaas ook weer drie doelloos uitdijende verhaallijnen, een gebrekkige karakterisering en een ondoordachte spanningsopbouw. Jammer, want De nachtspelers kan prat gaan op een intrinsiek boeiend plot en Van Cauteren kan wel schrijven. Duidelijk het onbevredigende resultaat van een auteur die onvoldoende begeleiding krijgt en het zonder gedegen redactie moet stellen.

Jürgen Peeters

Hilde Van Cauteren – De nachtspelers. Davidsfonds/Infodok, Leuven. 296 blz. € 19.99.