De menselijkheid moet nog worden opgebouwd

De debuutroman Morgenland van de chef cultuur van het Duitse radiostation voor Berlijn en Brandenburg RBB, Stephan Abarbanell (1957), geeft enerzijds een goed beeld van de warrige situatie in het Duitsland van net na de Tweede Wereldoorlog, maar ook van het eveneens uitgeputte Engeland van die tijd en de problematiek door de diversiteit van de ‘bezetters’. De vele hulporganisaties liggen voortdurend met elkaar en met de machthebbers overhoop. Dat hun aanwezigheid tijdelijk is, was in die dagen natuurlijk nog helemaal niet duidelijk. Die ongewisheid laat de schrijver goed voelen.

Tegelijkertijd verhardt de Joodse vrijheidsstrijd in het mandaat Palestina. De Engelsen houden daar kort na de oorlog vast aan hun strenge regelgeving. In Europa worden ze in de bevrijde gebieden bejubeld, in het Midden-Oosten zijn ze de gehate vijand die de stichting van een nationale Joodse staat vooralsnog in de weg staat, die met scheepsblokkades immigratie tegengaan. Zowel Arabische als zionistische organisaties plegen verzet. Maar ook tussen de vele Joodse verzetslegers zijn er verschillen in opvattingen over de te nemen stappen. Sommige groepen zijn voorstander van radicaal geweld, anderen willen de politieke weg volgen.

Abarbanell MorgenlandIn de periode 1919 – 1923 nam de immigratie van Joden naar Palestina toe dankzij de zogenaamde Balfour-verklaring (De Britse Minister van Buitenlandse Zaken die steun van de regering beloofde bij het stichten van een ‘nationaal tehuis’ voor Joden in Palestina.)

Het is geen wonder dat Abarbanell voor zijn sage over het jaar 1946, naast zijn eigen Joodse achtergrond, zijn vele reizen naar Israël, zich eveneens liet inspireren door de familiegeschiedenis van de familie Scholem, waarvan Gershom Scholem (1897 – 1982) de belangrijkste exponent was. Deze schrijver, mysticus en groot kenner van de kabbala, bereidde zich al vanaf zijn veertiende voor om naar het morgenland af te reizen. Zeer tegen de wil van zijn liberale, geassimileerde vader. Zijn broer Werner werd een overtuigd communist, zijn broer Reinhold sloot zich aan bij de Deutsche Volkspartei.

De verscheurde geschiedenis in een familienotendop is het dilemma dat ten grondslag ligt aan Morgenland. De schrijver Elias Lind is rond 1923 naar het Mandaat Palestina vertrokken, zijn broer Raphael, een begaafd natuurwetenschapper, kon zijn Duitse wortels niets lossnijden en werd uiteindelijk voor het nazi-karretje gespannen. De Engelsen berichten Elias dat zijn broer in 1941 in een concentratiekamp is omgekomen, maar Elias twijfelt daaraan. Hij heeft een foto van een later datum met een versleutelde boodschap.

De jonge Joodse vrouw Lilya Wasserfall is samen met haar geadopteerde broer Yoram in Palestina in het verzet gegaan. Zij denkt dat ze wordt ingezet voor een sabotageactie, maar ze wordt uitgezonden naar Duitsland om Raphael Lind te vinden. Abarbanell heeft voor een uitgekiende ‘reisvorm’ gekozen voor zijn verhaal. We vinden Lilya achtereenvolgens terug in Jaffa Road, Whitehall in Londen, het opvangkamp Föhrenwald – waar Joden uit het Oosten naartoe stroomden, waar de omstandigheden steeds bitterder werden en dat overigens tot 1957 is blijven bestaan – , in de centrale boekenopslag van het Amerikaanse leger: OAD in Offenbach – een bijna Zafón-achtig boekenlabyrint – in de verschillende segmenten van het opgedeelde Berlijn, in de kibboets die ontstaan is vlakbij Neurenberg in de boerderij van een beruchte Gauleiter en tenslotte, voordat ze terugkeert naar Jeruzalem, in het voormalige kamp Bergen-Belsen en het noodziekenhuis daar vlakbij.

Het is een slimme manier van de schrijver om de totale geschiedenis van die tijd te personaliseren, invoelbaar te maken, zonder dat het een trucje is geworden. Lilya ontmoet een scala aan personages, wordt door deze en gene partij geschaduwd, maar zij is duidelijk de drijvende kracht achter dit boek, houd je als lezer bij de les. De bio’s van de verschillende protagonisten zijn terloops genoeg, storen niet. Uiteindelijk krijg je een goed beeld van de beweegredenen van de beide broers Lind. Daarnaast is Abarbanell als middelbare man er goed in geslaagd om geloofwaardig vanuit het perspectief van een jonge vrouw te schrijven. Een intern grapje van zijn hand: ‘Mannen vertellen alleen van hun prestaties, vrouwen presteren het beste als vertelsters.’ En, zeg nu zelf? In het algemeen komen de vooroordelen uit die tijd, zeker ook met betrekking tot de positie van de vrouw, duidelijk naar voren.

Abarbanell is allereerst een echte verhalenverteller die voldoende genuanceerd te werk gaat. Palestina is geen Europa en ook geen Arabië, maar iets er tussenin. De eenheid van een volk is hoogstens een wensgedachte, persoonlijke belangen kunnen de idealen, het algemeen belang behoorlijk fnuiken. Achteraf oordelen, met de kennis van nu, is altijd een stuk gemakkelijker, dan het daadwerkelijk doorleven van een bepaalde periode.

In dit land bespioneerde iedereen elkaar, dacht ze. De Arabieren de Joden, de Joden de Arabieren, de Engelsen zowel de Arabieren als de Joden en beiden op hun beurt de Engelsen; de Joden bespioneerden zelfs elkaar.

Lilya krijgt van de leider van het verzet de opdracht om Raphael Lind op te sporen, want misschien is het niet waar dat hij dood is. Op die wijze hebben ze iets in de hand tegen de Engelsen. Nadat de op handen zijnde grote verzetsoperatie is uitgevoerd, zal de situatie verharden en zal er behoefte zijn aan andere, ongebruikelijke en onzichtbare wapens. Heeft de wetenschapper Raphael soms iets speciaals ontwikkeld? De roman verhaalt impliciet ook over de relatie tussen wetenschap en oorlogsmachinerie. Lilya gaat echter ook omdat ze voor Elias wil uitvinden wat er met zijn broer is gebeurd.

Naast de politiek speelt ook de liefde een belangrijke rol in deze roman. Een motivator die nog moeilijker te sturen is. Het is duidelijk dat in 1946 een mensenleven niet gelijk veel meer waard is dan in de voorgaande jaren. De menselijkheid moet nog worden opgebouwd, net als het nieuwe morgenland. De mens is een opportuun wezen, maar in dergelijke roerige tijden al helemaal. Morgenland is doordrenkt van manipulatie. De Joden vinden dat ze na de Shoah recht hebben op een eigen plek om in vrede te kunnen leven. Maar toen zowel als nu, bijna zeventig jaar na de stichting van de staat Israël, wordt daar door verschillende partijen anders over gedacht. Openlijk, dan wel besmuikt.

Abarbanell weet fraaie aforismen heel natuurlijk in de tekst te verwerken. Tegen het einde schuurt het verhaal wel tegen de sentimentaliteit aan, maar dat mag de leespret van deze historische road-novel met thrillerelementen niet drukken.

Guus Bauer

Stephan Abarbanell – Morgenland. Vertaald door Marcel Misset. Signatuur, Amsterdam. 412 blz. € 21,99.