Mijn hart ging als een razende tekeer

‘Twee gezinnen, één ongeluk. Wat is de link?’ De ankeiler op de voorkant van Judaskus zet je meteen op het goede spoor. Het betreft een auto-ongeluk dat jaren geleden gebeurd is en Barbara en haar man Marcus waren erbij betrokken. Een andere man heeft gezien dat ze, voordat de aangereden auto in brand vloog, een baby uit de andere auto hebben gehaald. Je komt er al snel achter dat ze het kind hebben meegenomen en verder hebben opgevoed, als vervanging voor de baby die Barbara kort daarvoor had verloren. Het is één van de thema’s in deze thriller die ook gaat over illegale orgaandonatie, kinderdood, zelfdoding en afpersing.

linda jansma judaskusHet uitgangspunt is al volstrekt ongeloofwaardig al komt Jansma veel later in het boek nog wel met een even ongeloofwaardige verklaring waarom je zonder dat iemand het opvalt een baby kunt opvoeden alsof het een kind van jezelf is en waarom niemand dat ‘andere’ kind mist. Het in Ferwerd en Leeuwarden spelende verhaal, staat bol van de onwaarschijnlijkheden. Van de karakters van de hoofdpersonen, de opbouw van het verhaal tot de ontknoping en zelfs op detailniveau stuiter je soms in de leesstoel. Wat te denken van de volgende scène:

De zon was nog niet helemaal op en die verrekte mist blokkeerde mijn uitzicht, maar toch was me duidelijk dat we aan de achterkant van het huis zaten. Ik spande mijn ogen in om meer te kunnen zien en in de ochtendschemer zag ik uitgestrekte weilanden waarin koeien graasden, en links een bosrand met dikke, hoge bomen.

Zo heel erg dicht kan die mist dus niet zijn.

Ergerlijker nog is de volstrekte clichétaal waarin de hele roman is geschreven. Werkelijk elk gevoel wordt benoemd. Linda Jansma is van de school Tell, don’t show. ‘Haar ogen werden groot; haar adem stokte.’ ‘Mijn ademhaling werd gejaagd, mijn hart hamerde zo hard in mijn borst, dat ik dacht dat het onder mijn jas te zien moest zijn.’ ‘Mijn hart ging als een razende tekeer; mijn ademhaling leek te stoppen, (…)’ De slechterik snauwt de hele tijd, de vrouwen glimlachen wat af en fronsen met de wenkbrauwen, als er tranen vloeien, dan zijn ze uit onmacht. Ik heb nog nooit zo’n stortvloed aan clichés gelezen als in dit boek. Als het nu nog een spannend boek was, dan vloog je er doorheen. Dit is echt een crime om te lezen.

Coen Peppelenbos

Linda Jansma – Judaskus. De Crime Compagnie, Laren. 344 blz. € 15,-

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 19 augustus 2016.